User manual

3 Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingenN
150
De camera bevat al gegevens voor de correctie van helderheid van
randen, van chromatische aberratie en van vervormingen voor circa
30 lenzen. Als u [Inschakelen] selecteert, worden de correctie van
helderheid van randen en de correctie van chromatische aberratie
automatisch toegepast voor elke lens waarvoor correctiegegevens
in de camera zijn opgeslagen.
U kunt in EOS Utility (de meegeleverde software voor de EOS) bekijken
van welke lenzen correctiegegevens zijn opgeslagen in de camera.
U kunt ook correctiegegevens voor niet-geregistreerde lenzen
vastleggen. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor
meer informatie.
Voor lenzen met correctiegegevens is het niet nodig de
correctiegegevens op de camera te registreren.
Correctiegegevens voor het objectief
Wanneer vervormingscorrectie is ingeschakeld, gebruikt de camera een
kleiner beeldbereik dan door de zoeker te zien is. (De beeldranden
worden iets bijgesneden en de resolutie iets verlaagd.)
De vervormingscorrectie is wel zichtbaar in de vastgelegde opname,
maar niet in de zoeker of Live View-opname tijdens de opnamen.
Als u [Vervormingscorrectie] instelt op [Inschakelen], neemt de
maximale opnamereeks tijdens continue opname af.
Vervorming wordt niet gecorrigeerd als u een movie opneemt of de
HDR-modus, meervoudige belichting of Ruisond. bij meerd. opn. instelt.
Vervormingscorrectie toepassen tijdens Live view-opnamen heeft enige
invloed op de beeldhoek.
AF-puntweergavedata en Stofwisdata worden niet aan opnamen
toegevoegd die zijn gemaakt met Vervormingscorrectie ingeschakeld.