User manual

160
In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera
automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die
overeenkomt met de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met
diafragmavoorkeuze. Bij een hoger f/getal (een kleiner diafragma) vallen
de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele
scherpstelling. Bij een lager f/getal (een groter diafragma) vallen de
voorgrond en achtergrond daarentegen minder samen binnen de
acceptabele scherpstelling.
* <f> staat voor Aperture Value (diafragmaopening).
1
Stel het programmakeuzewiel
in op <f>.
2
Stel het gewenste diafragma in.
Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
4
Bekijk de zoekerweergave en
maak een opname.
Zolang de diafragmawaarde niet
knippert, wordt de standaardbelichting
verkregen.
f: AE met diafragmavoorkeuze
Scherpe voorgrond en achtergrond
(met een hoog f-getal van het diafragma: f/32)
Onscherpe achtergrond
(met een laag f-getal van het diafragma: f/5.6)