User manual

162
In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens
in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of
gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting
te bepalen. Deze methode heet handmatige belichting.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
1
Stel het programmakeuzewiel
in op <a>.
2
De ISO-snelheid instellen
(pag. 135)
.
3
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
Draai aan het instelwiel <6> om
de sluitertijd in te stellen.
Draai aan het instelwiel <
5
> om het
diafragma in te stellen.
Indien het niet kan worden ingesteld,
zet u de <R>-schakelaar
omlaag en draait u aan het
instelwiel <6> of <5>.
4
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel.
Controleer de belichtingsniveau-
markering <
h
> om te zien hoe ver
het huidige belichtingsniveau van het
standaardbelichtingsniveau is verwijderd.
5
Stel de belichting in en maak
de opname.
Controleer de indicator voor het
belichtingsniveau en stel de sluitertijd
en het diafragma in.
Wanneer het belichtingsniveau meer
dan ±3 stops van de standaardbelichting
afwijkt, wordt bij het uiteinde van de
indicator voor het belichtingsniveau <
I
>
of <
J
> weergegeven.
a: Handmatige belichting
Markering belichtingsniveau
Standaardbelichtingsindex