User manual

170
In de creatieve modi drukt u op de knop <
D
>
om de ingebouwde flitser omhoog te klappen.
Controleer voordat u opnamen maakt of
[D] in de zoeker wordt weergegeven.
Druk na het maken van de opnamen de
ingebouwde flits met uw vingers terug,
tot deze vastklikt.
In basismodi kunt u afhankelijk van de opnamemodus de ingebouwde
flitser instellen met Quick Control (pag. 101).
De onderstaande tabel geeft de instellingen weer voor de sluitertijd
en het diafragma die met de flitser worden gebruikt.
D De ingebouwde flitser gebruiken
Opname-
modus
Sluitertijd Diafragma
d
Automatisch ingesteld (1/250 sec. - 1/60 sec.)
Automatisch ingesteld
s
Handmatig ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Automatisch ingesteld
f
Automatisch ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Handmatig ingesteld
a
Handmatig ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Handmatig ingesteld
F
Belichting gaat door terwijl u de ontspanknop
ingedrukt houdt of als de bulbtimer in werking is.
Handmatig ingesteld
Flitsfotografie in de modus <f>
Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen
automatisch (automatische flitsbelichting) op het handmatig ingestelde
diafragma afgestemd. De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen
1/250 seconde en 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden.
Bij weinig licht wordt het hoofdonderwerp belicht met de automatische flitser.
De achtergrond wordt belicht met de automatisch ingestelde langere
sluitertijd. Zowel het onderwerp als de achtergrond zien er goed belicht uit en
krijgen wat meer sfeer (automatische lange flitssynchronisatietijd). Wanneer
u de camera in de hand houdt, dient u deze goed stil te houden om
cameratrilling te voorkomen. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Als u een lange sluitertijd wilt voorkomen, stelt u in [z1: Flitsbesturing]
de optie [Flitssync.snelheid AV-modus] in op [1/250-1/60 sec. auto]
of [1/250 sec. (vast)].