User manual

k Films opnemen
202
ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting
Als u [
Automatisch
] (
A
) selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch
ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en ISO 12800. Als u in [
Bereik
v. movies
] onder [
z
2: ISO-snelheidsinst.
] de optie [
Maximum
] instelt
op [
H(25600)
], wordt het automatische instellingsbereik uitgebreid naar
H (gelijk aan ISO 25600). Zelfs als u [
Minimum
] instelt op ISO 200 of
hoger en [
Maximum
] op ISO 3200 of lager, wordt het bereik
automatisch ingesteld binnen ISO 100 - ISO 6400.
U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen van ISO 100 tot ISO
12800 in tussenstappen van 1/3 stop. Als u in [Bereik v. movies]
onder [z2: ISO-snelheidsinst.] de optie [Maximum] instelt op
[H(25600)], wordt het automatische instellingsbereik uitgebreid naar
H (gelijk aan ISO 25600).
Als [z3: Lichte tonen prioriteit wordt ingesteld op [Inschakelen]
(pag. 147), ligt het instelbare ISO-snelheidsbereik tussen ISO 200
en ISO 12800.
Onder [
z
2: ISO-snelheidsinst.
], [
Autom. bereik
] en [
Min.
sluitertijd
] niet worden ingesteld op movie-opname.
Omdat het opnemen van een movie met ISO 16000 kan resulteren
in veel ruis, wordt deze snelheid aangeduid als een uitgebreide
ISO-snelheid (weergegeven als 'H').
Als u van foto's maken overschakelt naar movie-opname, controleer
dan de ISO-snelheidsinstellingen alvorens movies op te nemen.
Het wordt afgeraden om tijdens de movie-opname de sluitertijd of het diafragma
aan te passen omdat de wijzigingen in de belichting worden opgenomen.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
sluitertijd van circa 1/30 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter de
sluitertijd, hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal zien.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u opnamen maakt bij TL- of
ledverlichting, kan er een flikkerend beeld worden opgenomen.
Als onder [8C.FnIII-4: Aangepaste bediening] de optie [s:
Bel.comp. (vasth., S dr.)] wordt ingesteld, kunt
u de belichtingscompensatie instellen terwijl ISO auto is ingesteld.
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop <
A
> drukken om
de ISO-snelheid te vergrendelen.
Wanneer u op de knop <A> drukt en vervolgens een nieuwe
beeldcompositie maakt, kunt u op de belichtingsniveau-indicator
(pag. 203) het verschil in het belichtingsniveau zien in vergelijking
met de eerste keer dat u op de knop <A> drukte.
Druk op de knop <B> om het histogram weer te geven.