User manual

3 Datum, tijd en tijdzone instellen
38
Selecteer het vak [Zone] en druk
vervolgens op <0>.
Druk op de pijltjestoetsen <
W
> en <
X
>
om de tijdzone te selecteren en druk
vervolgens op <
0
>.
Als u uw tijdzone niet ziet, kunt u ook
rechtstreeks het tijdverschil met UTC
instellen. Druk in dat geval op de
pijltjestoetsen <
Y
> <
Z
> om het vak
[
Tijdverschil
] te selecteren en druk op
<
0
> zodat <
r
> wordt weergegeven.
Druk op de in te stellen pijltjestoetsen
<W> <X> en druk vervolgens op
<0>. (U keert terug naar <s>.)
Druk na het instellen op de
pijltjestoetsen <
Y
> <
Z
> om [
OK
] te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
4
Stel de datum en de tijd in.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om het cijfer te selecteren.
Druk op <0> zodat <r> wordt
weergegeven.
Druk op de in te stellen pijltjestoetsen
<W> <X> en druk vervolgens op
<0>. (U keert terug naar <s>.)
5
Stel de zomertijd in.
Stel deze in als dit nodig is.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om [Y] te selecteren.
Druk op <0> zodat <r> wordt
weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om [Z] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Wanneer de zomertijd is ingesteld op
[
Z
], wordt de tijd die u in stap 4 hebt
ingesteld één uur vooruit gezet. Als [
Y
]
wordt ingesteld, wordt de zomertijd
uitgeschakeld en wordt de tijd één
uur teruggezet.