User manual

51
Q Quick Control voor opnamefuncties
Selecteer de gewenste functie en druk
op <
0
>. Het scherm met instellingen
voor de functie wordt weergegeven.
Draai aan het instelwiel <6> of
<5> of druk op de pijltjestoetsen
<Y> en <Z> om de instellingen te
wijzigen. Er zijn ook functies die
kunnen worden ingesteld met de
knop <B>, <B> of <L>.
Druk op <0> om de instelling te
voltooien en ga terug naar het
scherm Snel instellen.
Wanneer u <
V
> of <
H
> (pag. 114)
selecteert en op de knop <
M
>
drukt, wordt het vorige scherm weer
weergegeven.
Voorbeeld van het scherm Snel instellen
Quick Control
Sluitertijd (pag. 158)
AF-bediening (pag. 110)
Witbalanscorrectie
Opnamemodus
*1
(pag. 24)
Lichte tonen prioriteit*
2
(pag. 147)
Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid) (pag. 142)
Meetmethode (pag. 164)
Beeldstijl (pag. 137)
Belichtingscompensatie/
AEB-instelling
(pag. 166/167)
Flitsbelichtingscorrectie
ISO-snelheid (pag. 135)
Opnamekwaliteit
(pag. 132)
Diafragma (pag. 160)
Wi-Fi-functie*
3
Transportmodus (pag. 128)
Aangepaste bediening
Witbalansbracketing
AE-vergrendeling*
2
(pag. 169)
AF-gebiedselectiemodus (pag. 115)
Witbalans (pag. 139)
Ter ug
*1 : Alleen instelbaar wanneer het programmakeuzewiel is ingesteld op <
8
> of <
v
>.
*2 : Deze functies kunnen niet worden ingesteld met Quick Control.
*3 : Raadpleeg de Instructiehandleiding voor de draadloze functie.
<0>