User manual

6
Verkorte handleiding
1
Plaats de accu (pag. 30).
Zie pagina 28 voor meer informatie
over het opladen van de accu.
2
Plaats de kaart (pag. 31).
Plaats de kaart in de sleuf
met de etiketzijde naar de
achterzijde van de camera
gericht.
3
Bevestig de lens (pag. 41).
Plaats de witte of rode bevestigings-
markering op de lens op gelijke
hoogte met de bevestigingsmarkering
van dezelfde kleur op de camera.
4
Stel de scherpstelmodusknop
op de lens in op <f>
(pag. 41).
5
Zet de aan-uitschakelaar op
<
1
> en stel vervolgens het
programmakeuzewiel in op <
A
>
(Scene Intelligent Auto)
(pag. 72).
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop in
het midden ingedrukt houdt.
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
Witte markering Rode markering