User manual

C Creatieve automatische opnamen
80
(2) Achtergrond wazig
•Als [OFF] is ingesteld, verandert de mate van
achtergrondvervaging met de helderheid van het beeld.
Bij een andere instelling dan [
OFF
] kunt u de achtergrondvervaging
zelf instellen, onafhankelijk van de helderheid.
Als u aan het instelwiel <6> of <5> draait om de cursor naar
rechts te verplaatsen, komt de achtergrond scherper in beeld.
Draait u het instelwiel <6> of <5> zodanig dat de cursor naar
links gaat, dan wordt de achtergrond onscherper. Let op:
afhankelijk van het maximale diafragma van de lens (kleinste
f-getal) kunnen bepaalde instellingen op de schaal mogelijk
niet worden geselecteerd (aangegeven met •).
In de Live View-modus kunt u de onscherpte van het beeld voor en
achter het scherpgestelde punt zien. Wanneer u aan het instelwiel
<
6
> of <
5
> draait, wordt [
Wazig simuleren
] op het LCD-scherm
weergegeven.
Zie 'Portretfoto's maken' op pagina 89 als u de achtergrond
onscherp wilt weergeven.
Afhankelijk van de lens en de opnameomstandigheden ziet de
achtergrond er mogelijk minder onscherp uit.
Bij gebruik van de flitser kan deze functie niet worden ingesteld.
Als <a> is ingesteld en u Achtergrond wazig kiest, wordt <b>
automatisch ingesteld.
Als [Wazig simuleren] tijdens Live View-opnamen is ingeschakeld, kan het
beeld dat wordt weergegeven terwijl <g> (pag. 176) knippert, meer ruis
bevatten of donkerder overkomen dan de daadwerkelijke opname.