User manual

82
De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een
opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <8>.
2
Druk op de knop <Q> (7).
Het scherm Snel instellen wordt
weergegeven.
3
Selecteer een opnamemodus.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> of <Y> en <Z> om het
pictogram van de gewenste
opnamemodus te selecteren.
Draai aan het instelwiel <6> of
<5> om een opnamemodus te
selecteren.
U kunt ook het pictogram van een
opnamemodus selecteren en op
<0> drukken om een selectie van
opnamemodi weer te geven waaruit
u de gewenste modus kiest.
Beschikbare opnamemodi in de modus <8>
8: Modus Speciale scène
Opnamemodus Pagina Opnamemodus Pagina
P Voedsel pag. 83 G HDR-tegenlicht
pag. 88
C Kinderen pag. 84 2 Portret
pag. 89
x Kaarslicht pag. 85 3 Landschap
pag. 90
6 Nachtportret pag. 86 4 Close-up
pag. 91
F Nachtopnamen uit hand pag. 87 5 Sport
pag. 92