User manual

92
Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te
fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto.
Gebruik een telelens.
Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een telelens
aanbevolen.
Volg het onderwerp binnen het gebied AF-kader.
Druk de ontspanknop halverwege in om automatisch scherp
te stellen in het gebied AF-kader. Tijdens het automatisch
scherpstellen blijft u een zachte pieptoon horen. Als er niet kan
worden scherpgesteld, gaat de scherpstelindicator <o> knipperen.
De standaardinstelling is <o> (continue opname met hoge
snelheid*). Druk de ontspanknop volledig in om de opname te
maken. Als u de ontspanknop indrukt, kunt u continu opnamen
maken terwijl er automatisch wordt scherpgesteld om wijzigingen
vast te leggen in de beweging van het onderwerp.
* Opnamen met de zoeker maken: max. circa 7,0 opnamen/sec., Live View-
opnamen: max. circa 5,0 opnamen/sec.
5
Opnamen maken van bewegende onderwerpen
Opnametips
De ingebouwde flitser werkt niet, ook niet bij weinig licht of tegenlicht.
Bij weinig licht, wanneer cameratrillingen kunnen optreden, knippert de weergave
van de sluitertijd in de linkeronderhoek. Houd de camera stil en maak de opname.
Als u gebruikmaakt van een externe Speedlite, gaat de Speedlite af.
Bij Live View-opnamen kan de beeldkwaliteit worden ingesteld op 1 of
JPEG. Als 41 of 61 is ingesteld, wordt de opname vastgelegd in
1-kwaliteit.