Operation Manual

109
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Classicaties toepassen
Foto's
Films
U kunt beelden organiseren door deze te classiceren. Deze variëren van
[ ], [ ], [ ], [ ], [ ] en [ ]. Door een classicatie te selecteren,
kunt u de volgende bewerkingen beperken tot alle beelden met dezelfde
classicatie.
“Bekijken” (
=
94), “Diavoorstellingen bekijken” (
=
102), “Beelden
beveiligen” (
=
103), “Beelden wissen” (
=
106), “Beelden
toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (
=
165), “Beelden toevoegen
aan een fotoboek” (
=
167)
Druk op de knop [
], selecteer [ ] in
het menu en wijs een classicatie toe
(
=
32).
Als u classicaties wilt verwijderen,
herhaalt u deze bewerking, maar
selecteert u [
] en drukt u op de knop
[ ].
Via het menu
1
Selecteer [Classicatie].
Druk op de knop [ ] en selecteer
[Classicatie] op het tabblad [
1]
(
=
33).
2
Selecteer een beeld en een
classicatie.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ]
om een classicatie te selecteren.
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
Druk op de knop [
] om [Autom.
draaien] te selecteren op het tabblad
[ 3]. Selecteer vervolgens [Uit]
(
=
33).
Beelden kunnen niet worden geroteerd (
=
108) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.