Operation Manual

118
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de
afspeelmodus staat
Druk op de knop [ ] om de camera aan
te zetten.
Houd de smartphone waarop EOS
Remote is geïnstalleerd (
=
120) tegen
de N-markering van de camera ( ).
Druk op de knoppen [
][ ][ ][ ]
om een beeld dat u wilt verzenden te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ]. [ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop [
] als u
de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop
[
].
Druk op de knoppen [
][ ] om
[Verzenden] te kiezen en druk vervolgens
op de knop [ ].
De beelden worden verzonden.
Als u de verbinding wilt verbreken,
verwijdert u de [
]-markering van alle
beelden en drukt u op de knop [ ].
Vervolgens drukt u op [ ][ ] om [OK] te
selecteren.
Als u in een bericht op de camera of smartphone gevraagd wordt
om de bijnaam in te voeren, volgt u stap 2 bij “Verbinding maken
via NFC wanneer de camera uit of in de opnamemodus staat”
(
=
117) om deze in te voeren.
De camera houdt niet bij met welke smartphones u NFC-
verbindingen maakt in de afspeelmodus.
Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt.
- Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar
slaat. Dit kan de apparaten beschadigen.
- Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de
apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval
de apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. Als
het verbinden mislukt, houdt u de apparaten tegen elkaar aan
tot het scherm van de camera is bijgewerkt.
- Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en
smartphone. Houd er ook rekening mee dat camera- of
smartphonehoezen of gelijksoortige accessoires de
communicatie kunnen blokkeren.
Selecteer [Alle beelden] in stap 3 wanneer u opnamen maakt van
een afstand.
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Alle beelden] kiest in
stap 3. Selecteer een andere optie in stap 3 om de te bekijken
beelden op de smartphone te beperken (
=
136). Zodra u
een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende
privacyinstelling op de camera aanpassen (
=
136).
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [
] en voer
een andere bijnaam in.