Operation Manual

131
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
U kunt ook beelden bij stap 2 selecteren door twee keer op de
knop [
] te drukken om naar weergave van één opname te gaan
en vervolgens op de knoppen [
][ ] te drukken of de regelaar
[
] te draaien.
Opmerkingen over het verzenden van beelden
Raak het Wi-Fi-antennegebied (
=
3) niet aan met uw vingers of
met andere voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht
vertraagd worden.
Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan
het lang duren om lms te verzenden. Houd het accuniveau van de
camera in het oog.
Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. Er
kan slechts één lm worden verzonden. Webservices kunnen het
aantal beelden dat of de lengte van lms die u kunt versturen echter
beperken. Raadpleeg voor meer informatie de webservice die u
gebruikt.
Houd er rekening mee dat wanneer u lms verzendt naar
smartphones, de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk
van de smartphone. Raadpleeg de handleiding van de smartphone
voor meer informatie.
Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven
met de volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] middel, [ ] laag, [ ] zwak
Afbeeldingen verzenden naar webservices kost minder tijd wanneer u
beelden opnieuw verzendt die al eerder zijn verzonden en die nog op
de CANON iMAGE GATEWAY-server staan.
Opties voor het verzenden van
beelden
U kunt meerdere beelden selecteren om in een keer te verzenden en de
beeldresolutie (het formaat) wijzigen voordat u verzendt. Met sommige
webservices is het ook mogelijk om opmerkingen toe te voegen aan de
beelden die u wilt verzenden.
Meerdere beelden verzenden
1
Kies [Select. en verz.].
Druk op het scherm voor beeldoverdracht
op de knoppen [ ][ ] om [Select. en
verz.] te kiezen en druk daarna op de
knop [ ].
2
Selecteer de beelden.
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
om een beeld dat u wilt verzenden te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [
] om een [ ] aan het beeld toe
te voegen.
Druk nogmaals op de knop [
] als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop
[
].
3
Verzend de beelden.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om [Verzenden] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].