Operation Manual

141
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] in het tabblad
[
2] en druk vervolgens op de knop [ ].
Kies de snelheid door op de knoppen
[ ][ ] te drukken of door de regelaar [ ]
te draaien.
Voor maximale helderheid houdt u de knop [ ] minstens
een seconde ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt
weergegeven of wanneer de weergave van één opname is
ingeschakeld. (Hiermee negeert u de instelling van [LCD
Helderheid] op het tabblad [
2].) Druk nogmaals minstens een
seconde op de knop [
] of herstart de camera om de
oorspronkelijke helderheid van het scherm te herstellen.
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (
=
29).
Selecteer [spaarstand] op het tabblad
[
2] en druk vervolgens op de knop [ ].
Selecteer een item en druk op de knop
[
]. Druk op de knoppen [ ][ ] of
draai de regelaar [ ] om de instelling te
wijzigen en druk vervolgens weer op de
knop [ ].
Om de accu te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch
Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u
[Automatisch Uit] instelt op [Uit].
Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer
u Eco-modus (
=
140) op [Aan] hebt gezet.