Operation Manual

144
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Plaats de camera rechtop op een bureau of een ander
oppervlak voor u begint te reinigen, voor de meest effectieve
reinigingsresultaten.
Het herhaaldelijk uitvoeren van sensorreining leidt niet tot
zichtbaar betere resultaten. [Reinig nu
] is direct na het
reinigen mogelijk niet beschikbaar voor selectie.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice
als er stof of ander materiaal op de beeldsensor zit dat niet kan
worden verwijderd met de reinigingsfunctie.
Handmatig reinigen
Als er stof of vuil op de beeldsensor zit dat de reiniger niet kan
verwijderen, kunt u het proberen te verwijderen met een blaasbuisje of
een ander instrument.
De beeldsensor is een zeer teer onderdeel. Als handmatige reiniging
nodig is, wordt het sterk aanbevolen om advies te vragen bij het Canon
Service Center (te vinden in de bijlage).
1
Schakel de camera uit.
2
Verwijder de lens.
3
Reinig de beeldsensor
De beeldsensor is een zeer teer onderdeel. Wees voorzichtig bij
het reinigen.
Gebruik geen blaasbuisje met een borsteltje. Borsteltjes kunnen
de beeldsensor beschadigen bij aanraking.
Steek het blaasbuisje niet in het oppervlak van de objectiefvatting.
Dit kan de sluiter beschadigen.
Reinig de beeldsensor niet met lucht of gas met hoge druk.
Hoge druk kan de beeldsensor beschadigen en condenserend
of bevroren gas kan de oppervlakte van de beeldsensor
beschadigen.
Als de beeldsensor na de reiniging met het blaasbuisje nog niet
schoon is, wordt het aanbevolen om de sensor te laten reinigen
door een Canon Service Center.
2
Congureer de instellingen.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om [Uit] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop [ ].
De reiniger activeren
1
Open het instellingenscherm.
Als u de camera hebt ingeschakeld
in de opnamemodus, selecteert u
[Sensorreiniging] in het tabblad [ 3] en
drukt u op de knop [ ].
Druk op de knoppen [
][ ] of draai
de regelaar [ ] om [Reinig nu ] te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
[ ].
2
Reinig de sensor.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om [OK] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop [ ].
Op het scherm wordt aangegeven dat
de sensor wordt gereinigd. Er klinkt een
sluiter geluid, maar er wordt geen foto
gemaakt.
Sensorreiniging wordt ook uitgevoerd als er geen lens is
bevestigd. Als er geen lens is bevestigd, mag u uw vinger of
een blaasbuisje niet verder dan de objectiefvatting in de camera
steken. Dit is om schade aan de sluitergordijnen te voorkomen.