Operation Manual

171
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt
onderbroken.
Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de lms op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd.
Er verschijnt een waarschuwing dat de buffer vol is (
=
175) en de
opname stopt automatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel
genoeg naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende
maatregelen:
- Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (
=
139).
- Verlaag de beeldkwaliteit (
=
46).
- Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt.
Onderwerpen lijken vervormd.
Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
Films lijken even te stoppen.
Met sommige lenzen wordt de lm op zo'n manier opgenomen dat er een
frame uit het beeld lijkt te ontbreken op momenten waarop de helderheid sterk
verandert.
Afspelen
Afspelen is niet mogelijk.
U kunt mogelijk geen beelden of lms afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer.
Het afspelen stopt of het geluid hapert.
Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (
=
139).
Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u lms afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
Als u lms afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er
kaders wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluid wordt niet weergegeven tijdens lms.
Pas het volume aan (
=
94) als het geluid van de lm zwak is.
Bij lms die zijn opgenomen in de modus [
] (
=
56) wordt geen geluid
weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen.
Er worden strepen of een moirépatroon in de beelden weergegeven
Afhankelijk van het onderwerp kunnen er strepen of een moirépatroon in de
beelden worden weergegeven.
Dit kan vooral in de volgende omstandigheden voorkomen.
- Onderwerpen met dunne horizontale strepen of ruitjespatronen, enzovoort.
- Als er sterke lichtbronnen zoals zonlicht of verlichting in of in de buurt van het
opnamescherm zijn.
In deze situaties kunnen strepen en moirépatronen worden verminderd door het
volgende te doen.
- Verander het opnamebereik of de zoomfactor of maak het onderwerp groter of
kleiner.
- Stel de opname anders samen zodat sterke lichtbronnen die op het
opnamescherm vallen.
- Bevestig een kap op de lens zodat sterke lichtbronnen niet op de lens vallen.
Als u de lens verschuift of kantelt terwijl u een TS-E-lens gebruikt, kunnen strepen
of een moirépatroon worden opgenomen op het beeld.
De onderwerpen hebben rode ogen.
Stel [R.ogen Aan/Uit] in op [Aan] (
=
48). Het licht voor rode-ogenreductie
(
=
3) wordt geactiveerd bij foto's die met de itser worden gemaakt. U krijgt
de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie
kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het
onderwerp te gaan staan.
Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (
=
113).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continue opnamen gaat langzamer.
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (
=
139).
Continue opname stopt plotseling.
Om de camera te beschermen, wordt continue opname gestopt na 1000 beelden
in één opname. Laat uw vinger even los van de ontspanknop en ga verder met
het maken van opnamen.
Opname-instellingen of het menu voor snelle instellingen is niet
beschikbaar.
Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies
per opnamemodus”, “Snelle instellingen”, “Opnametabbladen”, “C.Fn tab”, “INFO.
Snel instellen” en “Tabblad Instellen” (
=
178 –
=
188)
Touch AF of touch shutter werkt niet.
Touch AF of touch shutter werken niet als u de randen van het scherm aanraakt.
Raak het scherm aan op een punt dichter bij het midden.