Operation Manual

35
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (
=
3) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur Indicatorstatus Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (
=
160)
of het scherm is uitgeschakeld (
=
29,
=
140,
=
141)
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/
verzenden van beelden, het maken van
opnamen met lange sluitertijd (
=
83,
=
85) of verbonden met/verzenden via
Wi-Fi
Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/accuhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai de regelaar [ ] om
tekens en pictogrammen te selecteren. Druk op de knop [
] om
items in te voeren. Draai de regelaar [
] om de cursor tussen
tekens te verplaatsen. Druk op de knop [
] om terug te
keren naar het vorige scherm.