Operation Manual

44
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Als u een resolutie selecteert op basis van het papierformaat, kunt u de
volgende tabel gebruiken als referentie (bij een verhouding van 3:2).
A2 (420 x 594 mm)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)
90 x 130 mm, 130 x 180 mm, briefkaartformaat
Voor e-mail en vergelijkbare doeleinden
RAW-beelden opnemen
Deze camera kan beelden opnemen in JPEG- en RAW-indeling.
JPEG-
beelden
Beelden worden in de camera verwerkt voor
optimale beeldkwaliteit en gecomprimeerd om de
bestandsgrootte te verkleinen. Dit compressieproces
is echter onomkeerbaar en beelden kunnen
niet kunnen worden teruggebracht naar de
oorspronkelijke, onbewerkte staat. Beeldbewerking
kan ook een klein verlies aan beeldkwaliteit
veroorzaken.
RAW-
beelden
De “raw” (niet-verwerkte) gegevens, opgenomen
met zo goed als geen verlies aan beeldkwaliteit
door beeldverwerking van de camera. De gegevens
kunnen in deze indeling niet worden bekeken via
een computer of worden afgedrukt. Gebruik eerst
de software (Digital Photo Professional) (
=
159)
om beelden te converteren naar normale JPEG- of
TIFF-bestanden. Beelden kunnen worden aangepast
met een minimaal verlies aan beeldkwaliteit.
Functies voor de beeldaanpassing
Beeldkwaliteit wijzigen
Foto's
Films
U kunt de resolutie (grootte) en kwaliteit (compressieverhouding) van
uw opgenomen beelden selecteren uit een combinatie van 8 typen. U
kunt ook instellen of u RAW-beelden (
=
44) wilt opslaan. Zie “Aantal
opnamen per geheugenkaart” (
=
196) voor richtlijnen over hoeveel
opnamen bij elke kwaliteitsinstelling op een geheugenkaart passen.
Druk op de knop [
] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(
=
32).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
[ ] en [ ] geven de verschillende niveaus van beeldkwaliteit
aan die het resultaat zijn van de verschillende compressies. Als u
dezelfde resolutie gebruikt, produceert [
] betere beeldkwaliteit.
[
] resulteert in een lagere beeldkwaliteit, maar kunt u meer
beelden opnemen. [
] en [ ] beschikken over de beeldkwaliteit
[
].
Niet beschikbaar in de modus [
].