Operation Manual

7
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Flits mode wijzigen ....................................................................76
Auto .......................................................................................76
Aan ........................................................................................76
Slow sync ..............................................................................76
Uit ..........................................................................................76
De itsbelichtingscompensatie aanpassen ................................77
Opnamen maken met FE-vergrendeling ...................................77
De itstiming wijzigen ................................................................78
Flits meetmethode wijzigen .......................................................78
Flitsinstellingen opnieuw instellen .............................................78
Overige instellingen ................................................................ 79
Instellingen van de IS modus wijzigen .......................................79
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als
waarop ze voor het lmen worden weergegeven .................. 79
Correctie helderheid randen/Correctie chromatische
aberratie ....................................................................................80
Het ruisonderdrukkingsniveau wijzigen .....................................81
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen ...........................81
Ruis onderdrukken bij lange sluitertijden ...................................82
5 Tv-, Av-, M- en C-modi ............................................... 83
Specieke sluitertijden (Modus [Tv]) ...................................... 83
Specieke diafragmawaarden (Modus [Av]) ........................... 84
Breedte-/dieptecontrole .............................................................84
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).... 85
Lange sluitertijd (bulb-belichting)............................................ 86
De its output aanpassen ....................................................... 86
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden ........................ 87
Bediening en weergave aanpassen ....................................... 88
Weergegeven informatie aanpassen ......................................... 88
Weergegeven gegevens aanpassen ..................................... 88
Geavanceerde camerafuncties instellen ...................................89
Helderheid van het beeld (Belichting) .................................... 62
Helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ..........................................................62
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling) ....................................................................62
De meetmethode wijzigen .........................................................63
De ISO-snelheid wijzigen ..........................................................63
Automatische instellingen voor ISO aanpassen .................... 64
Bracketing met automatische belichting (AEB-opname) ...........64
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
(Auto optimalisatie helderheid) .................................................. 65
Opnamen maken van heldere onderwerpen
(Lichte tonen prioriteit) ............................................................... 65
Beeldkleuren .......................................................................... 66
De witbalans aanpassen ...........................................................66
Handmatige witbalans ...........................................................66
De witbalans handmatig corrigeren ....................................... 67
Uw favoriete tinten gebruiken (Beeldstijl) ..................................68
Beeldstijlen aanpassen .........................................................69
Aangepaste beeldstijlen opslaan ...........................................70
Opnamebereik en scherpstellen............................................. 70
De AF-methode selecteren ........................................................ 70
Één punt AF ...........................................................................70
+Tracking ............................................................................71
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen (Touch AF) .........72
Opnamen maken met AF lock ...................................................72
Opnamen maken met Servo AF ................................................73
De scherpstellingsinstelling veranderen .................................... 74
Scherpstelling afstellen ..............................................................74
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen ..........75
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) ....... 75
Flitser...................................................................................... 76