Operation Manual
73
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
● Als de camera is ingesteld op [Servo AF], stelt de camera scherp
op het kader in het midden van het scherm als deze geen gezicht
detecteert zodra de ontspanknop half is ingedrukt. Dit gebeurt
ook als [
+Tracking] is ingeschakeld (
=
71).
● Als servo AF ingeschakeld is, wordt de belichting niet vergrendeld
als u de ontspanknop half indrukt. De belichting wordt pas
bepaald op het moment dat u de opname maakt, ongeacht uw de
instellingen van de meetmethode (
=
63) die u gebruikt.
● Als u een lens bevestigt met “STM” in de naam, schakelt u
servo AF in voor het continu maken van opnamen (
=
43) met
constante scherpstelling. Het gebruik van deze functie zal de
snelheid van het continu maken van opnamen verlagen. Als u de
zoom bedient tijdens continue opnamen, gaat de scherpstelling
mogelijk verloren.
● Bij het gebruik van andere lenzen wordt de scherpstelling
tijdens continue opnamen vergrendeld voor de tweede en
daaropvolgende kaders, wat resulteert in tragere continue
opnamen.
● Afhankelijk van de gebruikte lens, de afstand tot het onderwerp
en de snelheid van het onderwerp kan de camera mogelijk niet
goed scherpstellen.
● Dit kan ook worden aangepast door naar het menu te gaan
(
=
33) en [AF-bediening] te selecteren in het tabblad [ 2].
Opnamen maken met Servo AF
Foto's
Films
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1
Congureer de instelling.
● Druk op de knop [ ], selecteer [ONE
SHOT] en selecteer vervolgens [SERVO]
in het menu (
=
33).
2
Stel scherp.
● Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Er wordt een groen AF Frame
weergegeven.
● Als de beeldcompositie verandert of
het onderwerp beweegt, wordt het
AF Frame blauw en wordt er opnieuw
scherpgesteld. Het AF Frame wordt weer
groen als er is scherpgesteld.
● De camera kan mogelijk geen foto maken terwijl er wordt
scherpgesteld, zelfs niet als u de ontspanknop helemaal indrukt.
Houdt de ontspanknop ingedrukt terwijl u uw onderwerp volgt.
● Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF Frame
oranje.
● Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
● Als u de zelfontspanner (
=
41) instelt in een andere stand dan
[
], wordt deze ingesteld op [ONE SHOT].