Operation Manual

80
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Correctie helderheid randen en correctie chromatische aberratie
kunnen niet worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn
gemaakt.
Wanneer u een lens van een ander merk dan Canon gebruikt,
wordt het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uit], zelfs
als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
RAW-beelden kunnen worden gecorrigeerd met de software
Digital Photo Professional (
=
159).
Als u [Helderheid randen] instelt op [Aan] kan er aan de
randen van het beeld ruis ontstaan, afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
De effecten van correctie chromatische aberratie kunnen niet met
de camera worden weergegeven op RAW-beelden. Gebruik de
software Digital Photo Professional (
=
159) om de correctie te
bekijken.
Uw instellingen blijven zelfs na het veranderen van lenzen
behouden, maar er vindt geen correctie plaats als er geen
correctiegegevens zijn toegevoegd voor de nieuwe lens.
Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] wordt weergegeven
in stap 2, gebruikt u de software EOS Utility (
=
159) om
correctiegegevens voor de lens toe te voegen aan de camera.
Als het effect van de correctie niet goed zichtbaar is, vergroot u
de afbeelding en controleert u deze opnieuw.
De correcties worden ook toegepast wanneer er een extender of
een Life-Size Converter is bevestigd.
Wanneer een lens niet over afstandsinformatie beschikt, is de
mate van correctie lager.
De toegepaste mate van correctie met [Helderheid randen] is iets
lager dan de maximale correctie die kan worden ingesteld met de
software Digital Photo Professional.
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie
helderheid randen.
Correctie helderheid randen/Correctie
chromatische aberratie
Foto's
Films
De unieke eigenschappen van een lens kunnen vignettering of
kleuroverloop veroorzaken ronde de contouren van het onderwerp. Deze
problemen kunnen worden opgelost.
De camera heeft een hoeveelheid correctiegegevens voor helderheid
randen/chromatische aberratie die gelijkstaat aan 35 lenzen. Gebruik
de EOS Utility-software om de beschikbare lensinstellingen te
bekijken. Als uw camera geen gegevens voor uw lens heeft, kunt
u gegevens toevoegen aan de camera. Raadpleeg de EOS Utility
Instructiehandleiding (
=
159) voor meer informatie.
* Voor EF-M-lenzen is het niet nodig om gegevens toe te voegen.
1
Selecteer [Lensafwijkingscorrectie].
Druk op de knop [ ], selecteer
[Lensafwijkingscorrectie] in het tabblad
[ 2] en selecteer de optie (
=
33).
2
Controleer of de correctiegegevens
beschikbaar zijn.
Bevestig of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven voor de
gebruikte lens.
3
Selecteer de gewenste instelling.
Selecteer de gewenste optie en druk op
de knop [ ] om in te stellen (
=
32).