Operation Manual

89
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Functietype Functie Beschrijving
Belichting
ISO vergroten
Als de functie is ingesteld op
[1:Aan], kan ISO-snelheid [H]
geselecteerd worden. In de
modus [
], die equivalent
is aan ISO 25600, is [H]
equivalent aan ISO 6400
([ ], [ ] of [ ])
of ISO 12800 ([ ], [ ],
[ ] of [ ]).
Veiligheidsshift
Als de functie is ingesteld op
[1:Aan], wijzigt de camera
automatisch de sluitertijd en de
diafragmawaarde om dichter
bij de standaardbelichting te
komen als deze niet verkregen
kan worden met de bepaalde
sluitertijd en diafragmawaarde in
de modi [
] of [ ].
Automatische
scherpstelling
AF-hulplicht
(LED)
Als de functie is ingesteld op
[1:Uitschakelen], itst het
AF-hulplicht niet.
Overige
Aangepaste
bediening
Functies die u vaak gebruikt
kunt u toevoegen aan de
regelaar aan de voorzijde, de
programmakeuzeregelaar en de
knoppen (
=
90).
Ontspan sluiter
zonder lens
Als de functie is ingesteld op
[1:Inschakelen], drukt u de
ontspanknop helemaal in of
drukt u op de lmknop om
beelden op te nemen, zelfs als
er geen lens aan de camera is
bevestigd.
Trek lens in bij
uitschakelen
Bepaal of de lens automatisch
moet worden ingetrokken als de
camera uitgeschakeld is.
Geavanceerde camerafuncties instellen
In het tabblad [ 1] van het menu (
=
33) kunt u verschillende
camerafuncties aanpassen zodat ze passen bij uw persoonlijke
voorkeuren. Functies die u vaak gebruikt kunnen ook worden toegevoegd
aan de regelaar aan de voorzijde, de programmakeuzeregelaar en de
knoppen.
1
Selecteer een type functie.
Druk op de knop [ ] en selecteer
het tabblad [ 1] (
=
33).
Druk op de knoppen [
][ ] of draai de
regelaar [ ] om een toe te wijzen functie
(Belichting, AF, Overige) te kiezen. Druk
vervolgens op de knop [ ].
2
Selecteer de gewenste functie.
Als u Belichting of Overige selecteert,
drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u
de regelaars [ ][ ] om een functie te
selecteren en drukt u vervolgens op de
knop [ ].
3
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om een optie te selecteren.
Druk op de knop [
] om terug te keren
naar het menuscherm.