Operation Manual

90
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Als u de functie van de ontspanknop /
[ ] of de regelaars [ ] / [ ] wilt
wijzigen drukt u op de knoppen [ ][ ] of
draait u de regelaar [ ] om de functie te
selecteren.
Als u een functie toevoegt aan de knop
[
], [ ] (knop [ ]), of de lmknop,
drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draait u de regelaars [ ][ ] om de
functie te selecteren.
Druk op de knop [
] om terug te keren
naar het vorige menuscherm.
Ontspanknop/[ ]
Stel [AE/AF, geen AE vergrendel] in
om de knop [
] te gebruiken voor het
scherpstellen. AE-vergrendeling wordt niet
toegepast als de knop [ ] wordt ingedrukt.
Bij gebruik van de touch shutter maakt
de camera een opname zonder scherp te
stellen.
Regelaars [
] / [ ]
Stel [Tv/Av] in om de regelaar [ ] te
gebruiken voor het aanpassen van de
sluitertijd en de regelaar [ ] te gebruiken
om de diafragmawaarde aan te passen in
de modus [ ].
[
]-knop
Als u op de knop drukt wordt de
toegewezen functie ingeschakeld.
[
] ([ ])-knop
Filmknop
Selecteer [Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] in stap 1 en druk op de
knop [
] om alle gewijzigde functies op het tabblad [ 1] te
verwijderen en ze terug te zetten in de standaardwaarden.
Zelfs als [ISO vergroten] is ingesteld op [1:Aan] kan [H] niet
worden geselecteerd als [Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op
[D+] (
=
65).
Veiligheidsshift is echter uitgeschakeld wanneer de itser itst.
Het AF-hulplicht is het licht van de lamp (voorzijde) die aan gaat
zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt, om te helpen bij het
scherpstellen.
[Trek lens in bij uitschakelen] wordt door de volgende lens
ondersteund.
- EF 40mm f/2.8 STM
- EF-S 24mm f/2.8 STM
Functies aan knoppen en regelaars toevoegen
U kunt de functie van de ontspanknop / [ ] of regelaars [ ] / [ ]
wijzigen. Ook kunt u functies die u vaak gebruikt toevoegen aan de
knoppen [ ], [ ] ([ ]) en de lmknop.
1
Open het scherm Functietoewijzing.
Volg de stappen 1-2 in “Geavanceerde
camerafuncties instellen” (
=
89) en
selecteer [Aangepaste bediening] in
[Overige].
2
Wijs functies toe aan
bedieningselementen
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai de regelaars [ ][ ] om een
knop of regelaar te selecteren waar
u een functie aan wilt toewijzen. Druk
vervolgens op de knop [ ].