Operation Manual

91
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
Tv-, Av- en M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M- en C-modi
Vóór gebruik
Opname-instellingen opslaan ([C]-modus)
Foto's
Films
Sla opnamestanden en uw gecongureerde functie-instellingen die u veel
gebruikt op, zodat u ze kunt hergebruiken. Zet het programmakeuzewiel
in de stand [
] om de opgeslagen instellingen te openen. Zelfs als u
van opnamemodus wisselt of de camera uitschakelt, worden instellingen
die normaal gesproken worden gewist (zelfontspanner, enzovoort),
opgeslagen.
Instellingen die kunnen worden opgeslagen
Opnamemodi ([ ], [ ], [ ] en [ ])
Items die zijn ingesteld in de modus [
], [ ], [ ] en [ ]
(
=
62 –
=
85)
Instellingen in het opnamemenu
My Menu-instellingen (
=
92)
1
Selecteer de opnamemodus met
instellingen die u wilt opslaan en
wijzig de instellingen naar wens.
2
Open het scherm Registreer
instellingen.
Druk op de knop [ ] en selecteer
[Aangepaste opnamemodus (C)] op het
tabblad [ 4]. Druk vervolgens op de knop
[ ].
3
Registreer.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om [Registreer instellingen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven. Druk op de knoppen
[
][ ] of draai de regelaar [ ] om [OK]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Om de knoppen [ ], [ ] ([ ]) en de lmknop terug te zetten
in hun standaardwaarden, selecteert u respectievelijk [
], [ ]
en [
].
Als u geen functies wilt toewijzen aan de knop [
], [ ]([ ])
en de lmknop, selecteert u respectievelijk [
], [ ] en [ ].
Pictogrammen die gemarkeerd zijn met [
] in het
toewijzingsscherm van de knop [
], [ ]([ ]) en de lmknop
geven aan dat de functie niet beschikbaar is in de huidige
opnamemodus of bij de huidige omstandigheden van de functie.
Als u [
] aan een knop toewijst, wisselt de camera iedere
keer dat u op de knop drukt tussen het al dan niet opslaan van
gelijktijdige RAW-opnamen.
Als u [
] aan een knop toewijst, maakt de camera gebruik van
de bepaalde diafragmawaarde als de knop wordt ingedrukt, zodat
u de scherpte/diepte kunt controleren.
Als u [
] aan een knop toewijst, verdwijnt de schermweergave
als de knop wordt ingedrukt. Doe een van de volgende dingen om
de weergave te herstellen.
- Druk op een knop (behalve de ON/OFF-knop).
- Draai de belichtingscompensatieregelaar, het
programmakeuzewiel of de regelaars [
][ ]
- Wijzig de verticale of horizontale stand van de camera.
- Klap de itser op of in.
- Open het LCD-scherm en roteer het helemaal naar boven,
of sluit het LCD-scherm als deze al helemaal naar boven is
geroteerd.