Operation Manual

B5Instructies voor de FAXL295Bijlage B
Instructies voor de
FAX-L295
Kiezen van afdrukmateriaal
Volg deze aanwijzingen voor het kiezen van enveloppen en transparanten:
Enveloppen
Gebruik standaard enveloppen met diagonale naden en sluitkleppen.
Om papierstoringen op het MPblad te voorkomen, dient u de volgende
enveloppen niet te gebruiken:
Enveloppen met vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen en dubbele
sluitkleppen
Enveloppen gemaakt van speciaal gecoat papier of papier voorzien van reliëf
Enveloppen met zelfklevende hechtstrips
Enveloppen met brieven
U kunt wellicht andere envelopformaten plaatsen dan de op de vorige pagina
vermelde formaten. Canon kan echter geen correcte verwerking van dergelijke
enveloppen garanderen.
Transparanten
Gebruik uitsluitend transparanten die geschikt zijn voor laserprinters.
Plaatsen van enveloppen
Volg deze procedure om max. 7 enveloppen op het MPblad te plaatsen:
Zie Hoofdstuk 5 voor de richtlijnen voor papier.
Wanneer u op enveloppen afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te gebruiken
( p. 54).
Wanneer u op transparanten afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te
gebruiken ( p. 54).
Om te voorkomen dat de transparanten gaan krullen, dient u ze zodra ze zijn
uitgevoerd te verwijderen en ze op een vlakke ondergrond te laten afkoelen.
1 Maak de enveloppen gereed voor
gebruik
Plaats de enveloppen op een stevige,
schone ondergrond en druk stevig op
de randen om scherpe vouwen te
maken.
Druk op alle randen van de
enveloppen om eventuele krullen
en lucht uit de enveloppen te
verwijderen. Druk ook stevig op
het gedeelte bij de randen van de
sluitklep.