Canon FAX-L2000/L2000IP Naslaggids
Handleidingen bij de machine Voor deze machine zijn de volgende handleidingen beschikbaar. Raadpleeg de handleidingen voor uitgebreide informatie. De bij de opties geleverde handleidingen staan vermeld in de onderstaande lijst. Het is mogelijk dat u niet alle handleidingen nodig heeft, dit is afhankelijk van uw systeemconfiguratie en het aangeschafte product. Handleidingen met dit symbool zijn gedrukte handleidingen.
Hoe deze handleiding is opgebouwd Hoofdstuk 1 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Hoofdstuk 2 Aan de slag 2 Hoofdstuk 3 Controleren/annuleren van een opdracht 3 Hoofdstuk 4 Gebruik van de machine beperken 4 Hoofdstuk 5 Overzicht van belangrijke instellingen 5 Hoofdstuk 6 Onderhoud 6 Hoofdstuk 7 Oplossen van problemen 7 Hoofdstuk 8 Bijlage 8 Hier treft u de technische gegevens van de machine en de trefwoordenlijst aan. Aan het samenstellen van deze handleiding is veel aandacht geschonken.
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x Hoe u deze handleiding kunt gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x Symbolen in deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x Toetsen in deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x Illustraties in deze handleiding . . . . . .
Uitpakken: Heeft u alles? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor de FAX-L2000/L2000IP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Alleen voor de FAX-L2000IP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verbruiksmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leverbare opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschikbare papiersoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruik van het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog . . . . . . . . . Gebruik van de energiebesparing mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inschakelen van de energiebesparingfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitschakelen van de energiebesparing mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instellen van de tijdklok. . . . . . .
Tijdklokinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8 Instelprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8 Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9 Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-10 Instelprocedure . . . . . . . . .
Hoofdstuk 8 Bijlage Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Werkomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gewicht . . . . . . . . . . . . . . .
Voorwoord Bedankt voor de aanschaf van de Canon FAX-L2000/L2000IP. Lees deze handleiding voor gebruik zorgvuldig door, zodat u bekend raakt met de vele functies en deze optimaal kunt benutten. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat u deze later altijd kunt raadplegen.
Illustraties in deze handleiding Tenzij anders is aangegeven, tonen de afbeeldingen in deze handleiding de FAX-L2000/L2000IP zonder aangesloten optionele apparatuur.
Wettelijke informatie Laserveiligheid Dit product is een klasse I laserproduct volgens EN60825-1:1994. Dit betekent dat het product geen gevaarlijke laserstraling voortbrengt. Omdat laserstraling in het product volledig binnen beschermende behuizingen en externe deksels blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment uit de machine vrijkomen.
Belangrijke informatie voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk Deze apparatuur is bestemd voor het aansluiten op analoge tweedraads openbare telecommmunicatienetwerken. Sluit de bijgeleverde kabel eerst op deze aansluiting aan, en vervolgens op de telefoonlijn. Deze aansluiting is bestemd voor het aansluiten van de optionele telefoon van Canon. Indien nodig kunt u bij uw leverancier een adapter aanschaffen voor het aansluiten van goedgekeurde telecommunicatieapparatuur.
• Bij fysieke schade aan deze apparatuur, dient u de apparatuur direct los te koppelen van de telecomaansluiting en de wandcontactdoos. Neem vervolgens contact op het dichtstbijzijnde servicepunt. • Verplaatsen van de apparatuur: 1. Koppel de apparatuur los van de telecomaansluiting. 2. Koppel de apparatuur los van de wandcontactdoos. 3. Sluit de apparatuur opnieuw aan op de wandcontactdoos. 4. Sluit de apparatuur opnieuw aan op de telecomaansluiting.
Exoneratieclausule De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. CANON VERSTREKT GEEN GARANTIE OP DIT MATERIAAL, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, MET UITZONDERING VAN HETGEEN HIERIN IS VERMELD, INCLUSIEF MAAR ZONDER BEPERKING TOT GARANTIES MET BETREKKING TOT DE VERKOOPBAARHEID, DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF GEBRUIK, OF TEGEN INBREUK OP PATENTEN.
Wettelijke beperkingen in het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Het gebruik van uw product voor het scannen, afdrukken of op andere wijze reproduceren van bepaalde documenten, en het gebruik van dergelijke afbeeldingen die op uw product zijn gescand, afgedrukt of op andere wijze zijn gereproduceerd kan wettelijk verboden zijn en resulteren in strafrechtelijk en/of civielrechtelijke vervolging. Hieronder treft u een, overigens niet complete, lijst van deze documenten aan.
Belangrijke veiligheidsinstructies Lees deze "Belangrijke veiligheidsinstructies" zorgvuldig door voordat u de machine gaat gebruiken. Omdat deze instructies ertoe dienen om letsel aan personen of schade aan eigendommen te voorkomen, dient u deze instructies zorgvuldig op te volgen. Het uitvoeren van andere handelingen dan beschreven in deze handleiding kan bovendien tot onverwachte ongevallen of letsel leiden. Onjuiste bediening van deze machine kan leiden tot lichamelijk letsel en/of schade.
• Installeer de machine nooit in de volgende locaties: - Een vochtige of stoffige locatie - Een locatie in de nabijheid van een waterkraan of water - Een locatie die is blootgesteld aan direct zonlicht - Een omgeving met hoge temperaturen - Een locatie in de nabijheid van open vuur Elektrische aansluiting Waarschuwing • Beschadig of wijzig nooit het netsnoer. Plaats ook geen zware voorwerpen op het netsnoer, trek er niet aan en buig het niet.
Behandeling Waarschuwing • Probeer de machine nooit te demonteren of te modificeren. In de machine bevinden zich elektrische onderdelen die erg heet kunnen worden. Het aanraken van deze onderdelen kan leiden tot brand of een elektrische schok. • Maakt de machine vreemde geluiden, ziet u rook, wordt de machine heet of ruikt u een vreemde geur, zet de hoofdschakelaar dan direct in de UIT-stand en haal de steker uit de wandcontactdoos. Neem vervolgens contact op met uw servicetechnicus.
Onderhoud en inspecties Waarschuwing • Wanneer u de machine wilt reinigen, dient u de steker uit de wandcontactdoos te verwijderen. U voorkomt hiermee de kans op brand of een elektrische schok. • Haal de steker regelmatig uit de wandcontactdoos en reinig de metalen pennen van de steker grondig met een droge doek om alle stof en vuil te verwijderen. Als u de machine gedurende lange tijd aansluit in een vochtige, stoffige of rokerige omgeving, kan de steker vuil en vochtig worden.
• Wanneer u papier verwijdert dat in de machine is vastgelopen, dient u dit voorzichtig te doen om te voorkomen dat toner op het papier in contact komt met uw ogen of mond. Als toner in uw ogen of mond is gekomen, spoel dan direct met koud water en neem contact op met een huisarts. • Wanneer u papier bijvult of vastgelopen originelen verwijdert, dient u voorzichtig te zijn om te voorkomen dat u uw vingers aan de randen van het papier snijdt.
xxii
Voordat u de machine gaat gebruiken 1 HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft alles wat u dient te weten voordat u de machine gaat gebruiken, zoals de belangrijkste kenmerken, onderdelen en hun functies, hoe u de machine kunt installeren en hoe u de machine inschakelt. Belangrijkste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3 Standaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Voordat u de machine gaat gebruiken Installeren van de machine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Installeren van de tonercartridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bevestigen van het documentenopvangblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bevestigen van het invoerblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Belangrijkste kenmerken 1 Voordat u de machine gaat gebruiken Standaard ■ Hogere snelheid Uw machine is voorzien van de ITU-T (International Telecommunication UnionTelecommunication Standardization Sector) standaard V.34 mode waarmee verzendsnelheden tot 33.6 Kbps mogelijk zijn. Ten opzichte van de oudere G3faxapparaten is dit meer dan een verdubbeling.
■ Laserprinter Fluisterstille, geavanceerde lasertechnologie voor haarscherpe afdrukken. Losse vellen OK! U heeft geen speciaal papier nodig! Voordat u de machine gaat gebruiken 1 ■ Automatisch kiezen Met snelkiezen, verkort kiezen, kieslijsten, groepskiezen en toegangscodekiezen kunt u hetzelfde document door het indrukken van één of enkele toetsen naar verschillende bestemmingen verzenden.
■ Ontvangen in het geheugen als het papier of toner op is Als tijdens de ontvangst van een document het papier of de toner opraken, wordt de rest van het document in het geheugen ontvangen. U kunt het document vervolgens afdrukken nadat u papier heeft bijgevuld of de tonercartridge heeft vervangen. Een geheugenbackup voorkomt gedurende circa 12 uur na een stroomstoring dat de inhoud van het geheugen verloren gaat.
■ Economisch en fluisterstil Canon’s RAPID Fusing SystemTM resulteert in een fluisterstille werking terwijl u geld bespaart. Als de machine gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, schakelt de machine automatisch in de energiebesparende slaapstand. De machine blijft in deze slaapstand totdat een document wordt ontvangen of tot u op (energiebesparing) drukt.
Opties Neem voor het aanschaffen van opties contact op met uw Canon dealer. ■ Faxgeheugen U kunt de geheugencapaciteit van uw FAX-L2000/L2000IP uitbreiden met een 32 MB geheugenmoduul. (Zie “Leverbare opties” op pag. 1-25.) ■ FAX-L2000 Printerkit Zodra u de optionele printerkit heeft geïnstalleerd, kunt u de FAX-L2000 gebruiken als netwerkprinter. (bij de FAX-L2000IP is de printerfunctie standaard.
Ondersteuning 1 Voordat u de machine gaat gebruiken Uw Canon FAX-L2000/L2000IP is voorzien van de meeste recente technologie voor een probleemloze werking. Mocht u toch te maken krijgen met een probleem, probeer dit dan op te lossen aan de hand van de informatie in Hoofdstuk 6 “Onderhoud” en Hoofdstuk 7 “Oplossen van problemen.” Kunt u het probleem niet oplossen, of denkt u dat uw Canon FAX-L2000/L2000IP onderhoud nodig heeft, neem dan contact op met uw Canon dealer.
Waar u de machine kunt installeren ■ Vermijd direct zonlicht. Staat de machine bij een raam, hang dan dikke gordijnen of een zonwering op om de machine tegen direct zonlicht te beschermen. Houd de ventilatieopeningen en -roosters vrij. ■ Kies een plat en stabiel oppervlak, dat niet blootstaat aan trillingen. ■ Vermijd locaties met sterke schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
■ Plaats de machine niet in de nabijheid van een televisie, radio of apparatuur zoals kopieermachines, airconditioners, computers of grote printers die sterke elektromagnetische velden kunnen genereren. Grote apparatuur kan elektrische ruis veroorzaken die de werking van de machine nadelig verstoren. Voordat u de machine gaat gebruiken 1 ■ Kies een schone, stof- en vochtvrije locatie. ■ De machine niet buitenshuis gebruiken of opslaan. ■ Plaats de machine in de nabijheid van een telefoonaansluiting.
Ruimte rond de machine Papiercassette (optie) 499 mm 629 mm 832 mm Handset (optie) 499 mm 569 mm Ruimte rond de machine 1-11 1 Voordat u de machine gaat gebruiken 595 mm 459 mm 379 mm Houd bij het installeren van de machine de hieronder aangegeven minimumafstanden aan, om zeker te zijn van een goede werking en comfortabele bediening.
Let op • Houd de ventilatieopeningen vrij om oververhitting van de machine te voorkomen. Installeer de machine op ca. 10 cm van wanden of andere apparatuur.
Aansluitspanning ■ Sluit het netsnoer niet aan op een verlengsnoer of een verzamelcontactdoos waarop ook andere apparatuur is aangesloten. ■ Sluit de machine niet aan op een wandcontactdoos waarop al een airconditioner, personal computer, elektrische schrijfmachine, copier of andere apparatuur die elektrische ruis veroorzaken. ■ Controleer regelmatig of de steker nog goed in de wandcontactdoos zit.
■ Sluit het netsnoer niet aan op een UPS (niet-onderbreekbare stroomvoorziening).
Algemene voorzorgsmaatregelen Waarschuwing • OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, IS DEMONTAGE VAN DE MACHINE NIET TOEGESTAAN. HET AANRAKEN VAN ONDERDELEN IN DE MACHINE DIE ONDER SPANNING STAAN, KAN LEIDEN TOT EEN ELEKTRISCHE SCHOK. ■ Wacht na het verwijderen van de steker uit de wandcontactdoos altijd tenminste vijf seconden voordat u de steker opnieuw in de wandcontactdoos steekt. Trek de steker altijd uit de wandcontactdoos voordat u de machine gaat verplaatsten. UIT 5sec.
■ Raak de steker uitsluitend aan met droge handen. 1 Voordat u de machine gaat gebruiken ■ Plaats geen dozen of meubels rond de wandcontactdoos. Houd deze ruimte vrij, zodat u er gemakkelijk bij kunt. Als u aan de machine iets ongebruikelijks merkt (rook, een vreemde geur of vreemde geluiden), trek de steker dan direct uit de wandcontactdoos. Maak vervolgens een afspraak voor het uitvoeren van onderhoud. ■ Verwijder de toner cartridge voordat u de machine gaat transporteren.
■ Plaats de machine, andere apparatuur of meubels niet op het netsnoer. Leg het netsnoer niet in een knoop en wikkel het niet om andere voorwerpen heen. ■ Om papierstoringen te voorkomen, raden wij u aan om tijdens het afdrukken het netsnoer niet los te koppelen, de printerkap niet te openen en geen papiercassettes te verwijderen.
Verplaatsen van de machine 1 Voordat u de machine gaat gebruiken De machine is zwaar. Volg de onderstaande richtlijnen zorgvuldig op wanneer u de machine optilt om te verplaatsen of als u de optionele papiercassette installeert. • Verplaats de machine altijd met twee personen.
Uitpakken: Heeft u alles? Let op • Voor het optillen van de machine zelf zijn twee personen nodig. Til de machine uit de doos zoals in de richtlijnen en illustratie op pag. 1-18 is beschreven. 1 2 Snijd de omsnoering van de doos los en verwijder de omsnoering. Verwijder het plakband aan de bovenzijde van de doos. Uitpakken: Heeft u alles? 1-19 1 Voordat u de machine gaat gebruiken Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval dat u de machine later wilt verplaatsen of transporteren.
3 Til documentenopvangblad, invoerblad, documentatie en bestemmingsetiketten, telefoonsnoer, netsnoer en de FX7 Toner Cartridge in de beschermende verpakking. Verwijder de vier schuimplastic blokjes bovenop de machine. Documentenopvangblad Aanvoer Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Telefoonsnoer en netsnoer* FX7 tonercartridge Bestemmingsetiketten * Netsnoer en telefoonsnoer kunnen per land verschillend zijn.
4 Verwijder de twee stoppers aan de zijkant van de doos door aan het uitsteeksel aan de rechterkant van elke stopper te trekken. 5 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Verwijder de bovenste doos.
6 Til de machine op aan de handgrepen links en rechts. (Zie “Verplaatsen van de machine” op pag. 1-18.) 1 Voordat u de machine gaat gebruiken Machine Handgreep Handgreep Voor de FAX-L2000/L2000IP Controleer of elk voorwerp dat u uit de doos haalt op deze lijst staat.
• Eén invoerblad Verwijder het plakband aan de achterzijde van het blad voordat u het blad aan de machine bevestigt. Voordat u de machine gaat gebruiken 1 • Eén documentenopvangblad • Eén netsnoer* • Eén telefoonsnoer* * Netsnoer en telefoonsnoer kunnen per land verschillend zijn.
• Twee vellen met bestemmingsetiketten 1 Voordat u de machine gaat gebruiken • Twee vellen met waarschuwingsetiket voor het gebruik van cassettes • Eén Naslaggids • Eén Faxhandleiding • Eén FX7 tonercartridge Alleen voor de FAX-L2000IP • Twee cd-roms • Eén Installatiegids Verbruiksmateriaal • Canon FX7 tonercartridge 1-24 Uitpakken: Heeft u alles?
Leverbare opties 1 HANDSET KIT 8 G3 FAXOPTIE GEHEUGEN VII (32 MB) Verificatiestempelunit 1 FXL-cassettefeeder 6 (letter, A4; capaciteit: 500 vel) Printerkit (alleen voor de FAX-L2000) Netwerkkit (alleen voor de FAX-L2000) Voordat u de machine gaat gebruiken • • • • • • Leverbare opties 1-25
Onderdelen van de machine Voordat u de machine gaat gebruiken 1 In de illustraties hieronder is de FAX-L2000/L2000IP afgebeeld met de optionele handset.
b Hulpblad Openen om lange documenten te ondersteunen tijdens het scannen. c Documentgeleiders Instellen op de breedte van het document. d Deksel ADF (Automatische Documenten Aanvoer) Verschaft toegang voor het verhelpen van papierstoringen en het reinigen van het scangedeelte. e LCD-display Toont menu-items en meldingen. f Bedieningspaneel Gebruik de toetsen van het bedieningspaneel om de machine te bedienen. g Handset (optie) Demonteerbare handset.
Achteraanzicht Voordat u de machine gaat gebruiken 1 a Blad voor uitvoer met beeldzijde omhoog Bevat de bedrukte documenten nadat zij uit de machine zijn uitgevoerd. b Voedingsaansluiting Sluit hier het netsnoer aan. 1-28 Onderdelen van de machine c Aansluiting telefoonsnoer (L1) Sluit hier het telefoonsnoer aan. d Aansluiting handset Sluit hier de optionele handset of een extra telefoon aan.
Handset (optie) \ Voordat u de machine gaat gebruiken 1 q w a Belvolumeschakelaar Wijzigt het volume van het belsignaal. Gebruik een pen of ander puntig voorwerp om de schakelaar in te stellen op ‘HOOG’, ‘LAAG’ of ‘UIT’. b Luidsprekerschakelaar Wijzigt het volume van de luidspreker in de handset.
Verwijderen van het transportmateriaal Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Al het transportmateriaal moet worden verwijderd. Het transportmateriaal bevindt zich in de machine en in de papiercassettes om kwetsbare onderdelen tijdens transport te beschermen tegen trillingen. Transportplakband 1 1-30 Verwijder al het transportplakband van de machine.
Verpakkingsmateriaal in de machine 1 Til het ADF-deksel voorzichtig op en verwijder het verpakkingsmateriaal in het aanvoergedeelte. \ Oranje stopper Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Oranje stopper Belangrijk • Verwijder ook de oranje stoppers. 2 3 Sluit het ADF-deksel. Open het printerdeksel.
4 Verwijder het transportplakband van het MP-blad en het printerdeksel. \ Printerdeksel Voordat u de machine gaat gebruiken 1 5 1-32 Sluit het printerdeksel.
Verpakkingsmateriaal van de papiercassettes Als uw machine met meer dan één papiercassette wordt geleverd, kunt u deze procedure voor elke cassette toepassen. Trek de papiercassette uit de machine. Voordat u de machine gaat gebruiken 1 1 \ 2 Verwijder het transportplakband. 3 Plaats de papiercassette op een platte en stabiele ondergrond.
4 Verwijder het plakband en de oranje sleutel van de papiercassette. Verwijderen van de oranje sleutel: Druk de onderste metalen plaat met één hand omlaag en draai de oranje sleutel naar links om deze te kunnen verwijderen. \ Voordat u de machine gaat gebruiken 1 5 Selecteer uw taal op het bijgeleverde waarschuwingsetiket voor het gebruik van cassettes en plak het etiket op het deel van de cassette dat in de onderstaande illustratie is aangegeven. \ The paper cassette is heavy.
6 Plaats de papiercassette terug in de machine. Raadpleeg stap 6 bij “Papier plaatsen in de papiercassettes” op pag. 1-41. voor meer informatie over het plaatsen van de papiercassette in de machine. Beschermend plastic vel Op het LCD-display van het bedieningspaneel is een plastic vel aangebracht om het tijdens transport te beschermen. Verwijder dit vel voordat u de machine gaat gebruiken.
Installeren van de machine Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Volg de aanwijzingen in deze paragraaf om de machine te installeren en gereed te maken voor gebruik. Installeren van de tonercartridge Gebruik voor uw machine uitsluitend Canon FX7 tonercartridges. Let op • Andere typen cartridges kunnen schade aan uw machine veroorzaken en uw aanspraak op garantie laten vervallen. Bewaar de tonercartridge in de beschermende verpakking totdat u de cartridge gaat installeren.
Belangrijk • Bewaar de beschermende verpakking en al het overige transportmateriaal. U heeft dit materiaal nodig wanneer u de cartridge weg wilt gooien zodra de cartridge leeg is. Houd de cartridge bij de uiteinden vast en schud de cartridge voorzichtig vijf of zes keer heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. 1 \ 4 Plaats de cartridge op een stabiel, plat en schoon oppervlak en breek het uitsteeksel aan de zijkant af om het los te maken van de cartridge.
Belangrijk • Trek het uitsteeksel niet naar boven of naar beneden. De tape kan breken. • Als het uitsteeksel van de tape losbreekt, trekt u aan het uiteinde van de tape zelf om de tape te verwijderen. • Was toner op uw handen of kleding direct weg met koud water. 6 1 Plaats de cartridge in de door de pijl aangegeven richting met het FX7 toneretiket op de cartridge naar boven. Voordat u de machine gaat gebruiken Schuif de tonercartridge voorzichtig geheel in de machine.
• Let er tijdens het plaatsen van de tonercartridge op dat het kunststof nokje a op de zijkant van de cartridge verticaal in de geleidesleuf b van de machine schuift. 7 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Sluit het printerdeksel. \ Belangrijk • Als het printerdeksel niet volledig sluit, mag u het niet met kracht omlaag drukken. Verwijder de tonercartridge en plaats de cartridge opnieuw.
Bevestigen van het documentenopvangblad \ Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Documentenopvangblad Uitstekende lip Belangrijk • De beide nokjes aan weerszijden van het blad moeten in de uitsparingen aan weerszijden van de machine worden geplaatst. De achterzijde van het blad steunt op de bovenzijde van de uitstekende lip van de machine. Bevestigen van het invoerblad Opmerking • Verwijder het plakband aan de achterzijde van het blad voordat u het blad aan de machine bevestigt.
Papier plaatsen in de papiercassettes Als uw machine met meer dan één papiercassette wordt geleverd, kunt u deze procedure voor elke cassette toepassen. De papiercassette kan worden ingesteld voor standaard A-, B- of inch-formaat papier en heeft een capaciteit van ca. 250 vellen papier. Voor het beste afdrukresultaat adviseren wij Canon standaard 60 - 105 g/m2 papier te gebruiken.
2 Controleer of de papiergeleiders in de papiercassette zijn ingesteld op het papierformaat dat u gebruikt. Als zij goed zijn ingesteld, kunt u verder gaan met stap 3. Zijn de geleiders niet goed ingesteld, stel ze dan in op het papierformaat dat u gaat gebruiken.
3 Klop met de voorste rand van de papierstapel op een plat oppervlak zodat de randen gelijk liggen voordat u het papier in de papiercassette plaatst. 4 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Druk de plaat in de papiercassette omlaag.
5 Plaats het papier met de te bedrukken zijde omlaag in de papiercassette. Zorg dat het papier goed tegen de achterzijde van de papiercassette ligt.
Belangrijk • Het papier dient zich onder de vullimietsymbolen en haakjes aan de achterzijde van de cassette te bevinden. • Druk het papier omlaag zodat er tussen het papier en het haakje van de papiergeleider aan de achterkant een speling is van ca. 1 mm. 6 Plaats de papiercassette terug in de machine. Plaats de papiercassette tegen de rails van de machine en til de cassette iets op zodat u de cassette naar binnen kunt schuiven. Schuif de cassette zover mogelijk in de machine.
Opmerking • De statusbalk papierinhoud op de papiercassette geeft aan hoeveel papier zich nog in de cassette bevindt. Als de statusbalk papierinhoud daalt, dient u papier bij te vullen. Zorg dat u papier bij de hand heeft. Wanneer de melding op het display verschijnt, dient u papier bij te vullen.
Aansluiten van de handset (optie) Voor deze machine is een optionele handset verkrijgbaar. Deze handset kan uitsluitend worden gebruikt voor de Canon FAX-L2000/L2000IP. Bevestig de handsethouder met de bijgeleverde schroeven aan de achterzijde van de houder. Boven Onder 2 3 1 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Plaats de handsethouder op de uitsparingen in de machine. Bevestig de handsethouder met de bijgeleverde schroeven aan de machine.
4 Sluit het uiteinde van het handsetsnoer aan op de aansluiting met het handsetpictogram ( ). Plaats de handset op de handsethouder.
Aansluiten van een extra telefoon Voor het aansluiten van een extra telefoon op uw machine dient u de aansluiting voor een extra telefoon te gebruiken. Opmerking 1 Sluit het snoer van de extra telefoon aan op de handsetaansluiting met het handsetpictogram ( ). ● Alleen voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk ❏ Wanneer u een extra telefoon wilt aansluiten, dient u de B.T-adapter aan te sluiten. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier. De B.T.adapter is leverbaar als optie. B.T.
Aansluiten van het telefoonsnoer 1 Sluit één uiteinde van het bijgeleverde telefoonsnoer aan op de met aangegeven aansluiting op de machine. Voordat u de machine gaat gebruiken 1 2 1-50 Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting in de wand.
Inschakelen van de machine 2 Sluit het netsnoer aan op de voedingsaansluiting aan de achterzijde van de machine. Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op de wandcontactdoos. 1 Voordat u de machine gaat gebruiken 1 Zodra u het netsnoer op de wandcontactdoos aansluit, gaat het LCD-display aan. Let op • Sluit de machine aan op een goed geaarde, driepolige 220-240 V AC aansluiting. Opmerking • De machine is niet voorzien van een aan/uit-schakelaar.
• Wanneer de datum op het LCD-display wordt weergegeven, bevindt de machine zich in de standby mode en is de machine gereed voor normaal gebruik. Als de storingsindicator rood knippert, wacht dan tot een van de volgende meldingen verschijnt. Melding PLAATS CARTRIDGE Omschrijving U heeft de tonercartridge nog niet geïnstalleerd. Installeer de FX7 tonercartridge. (Zie “Installeren van de tonercartridge” op pag. 1-36.) VERVANG CARTRIDGE De toner in de tonercartridge is op. Vervang de tonercartridge.
Instellen van displaytaal en land Volg de onderstaande stappen om de displaytaal en het land in te stellen. Nadat u het netsnoer heeft aangesloten, wordt de melding op het display vervangen door het menu . Opmerking • De landselectiefunctie is niet in alle landen beschikbaar. OK 1 Druk op [▼] of [▲] om de gewenste taal voor het LCD-display in te stellen ➞ druk op [OK].
Opmerking • Als uw land niet in de lijst staat, selecteer dan . • Door de Gebruikers gegevenslijst af te drukken, kunt u controleren welke instellingen na het selecteren van het land zijn ingesteld. (Zie Hoofdstuk 12 in de Faxhandleiding.) • U kunt de displaytaal of de landinstelling wijzigen met het menu Standaard instellingen en het menu Systeeminstellingen van het menu Faxinstellingen. (Zie “Standaard instellingen” op pag. 5-5, of Hoofdstuk 11 in de Faxhandleiding.
Aan de slag 2 HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft enkele belangrijke instellingen die u dient aan te geven voordat u de machine gebruikt. Onderdelen en functies van het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2 Snelkiespanelen gesloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2 Snelkiespanelen geopend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderdelen en functies van het bedieningspaneel Deze paragraaf geeft een overzicht van de namen en functies van de toetsen op het bedieningspaneel en beschrijft alle onderdelen van het bedieningspaneel. Aan de slag 2 Snelkiespanelen gesloten \ On Line Job Alarm Menu PRT.Message Item Go Value Shift Enter / Cancel Ultra Fine Super Fine Fine Standard Resolution Darker Standard Lighter Text Direct TX Text/Photo 123 Contrast Document Type Fax / Internet Fax OK Monitor Delete File 1 @.
b 123 (Controle tellerstand) Druk op deze toets om de tellerinformatie te controleren. c Direct TX Met deze toets zet u de machine in de mode voor directe verzending, zodat u een document kunt verzenden vóór de andere documenten die in het geheugen zijn opgeslagen. Bij directe verzending wordt een document gescand en direct verzonden. Het document wordt niet in het geheugen opgeslagen. d Fax/Internetfax Druk op deze toets als u een fax via internet wilt verzenden.
q Numerieke toetsen Met de numerieke toetsen kunt u tijdens het kiezen telefoonnummers invoeren. De toetsen worden ook gebruikt voor het invoeren van tekst, nummers en symbolen tijdens het vastleggen van namen en nummers. Aan de slag 2 r (Haak) Met deze toets kunt u een nummer kiezen, zelfs als de handset nog in de houder ligt. s (Verkort kiezen) Druk op [Coded Dial] en voer een driecijferige code in om het voor verkort kiezen geprogrammeerde telefoonnummer te kiezen.
Snelkiespanelen geopend \ q w e Data Registration Delayed Transmission Advanced Communication Memory Reception Transfer Memory Reference r !9 2 R Tone t y u i Return + o Space Delete !8 ID !7 Stamp (Option) !6 Pause TTI Selector Aan de slag Report !5 Subaddress Password !4 !3 a Data Registration Start gegevensregistratie voor snelkiezen, informatie over de afzender en andere belangrijke instellingen voor verzenden en ontvangen.
i + Druk op [+] om een plusteken in een faxnummer in te voeren. j Verwijderen Verwijdert een nummer of letter alleen tijdens het vastleggen of invoeren van een nummer, behalve bij handmatige verzending. Aan de slag 2 k Return Druk op deze toets om een alineascheiding aan te brengen tijdens het invoeren van een e-mailtekst. l Space Voert op het LCD-display tijdens het vastleggen van gegevens en kiezen van een nummer een spatie tussen letters en nummers in.
Gebruik van de menu's en de toetsen van het bedieningspaneel Hieronder wordt kort beschreven hoe u met de toetsen van het bedieningspaneel menu's opent, keuzes maakt en gegevens registreert. 2 Aan de slag Algemene richtlijnen voor het vastleggen van informatie Houd tijdens het gebruik van de menu's altijd rekening met: • Als u pauzeert en gedurende 120 seconden niet op een toets drukt, keert de machine automatisch terug naar de standby mode.
3 OK Druk op [▼] of [▲] om de naam van de gewenste menutitel weer te geven. Voor Gegevensregistratie zijn er acht menu-items met extra functies. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. ➞ REGISTRATIE 8.LIJSTEN AFDRUKKEN Opmerking • Door op [▼] of [▲] te drukken, worden menunamen afwisselend weergegeven. Als u op [▼] drukt terwijl de naam van het laatste menu wordt weergegeven, toont het display de naam van het eerste menu.
Terug naar de standby mode Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode. Opmerking • Als u gedurende 120 seconden niet op een toets drukt, keert de machine automatisch terug naar de standby mode.
Invoeren van vast te leggen namen Volg de onderstaande procedure wanneer u een naam dient in te voeren van het vastleggen van gegevens. Als u een naam dient in te voeren, toont de letter of het cijfer in de rechter bovenhoek van het LCD-display in welke invoermode de machine staat. :A _ 2 Aan de slag 1 Druk op [ ] om een andere invoermode te kiezen. Display Invoermode Functie :A Hoofdletter In deze mode kunt u hoofdletters invoeren. U kunt ook op [#] drukken om een symbool in te voeren.
3 Voer de volgende letter in, indien nodig. Als de volgende letter zich onder dezelfde toets bevindt die u zojuist heeft ingedrukt, drukt dan op [ ] om de cursor één spatie naar rechts te verplaatsen. Druk vervolgens herhaaldelijk op de toets tot de gewenste letter verschijnt. Bevindt de volgende letter zich onder een andere toets, dan hoeft u alleen op die toets te drukken om de cursor naar rechts te verplaatsen en de eerste letter van die groep in te voeren.
Overzicht toetsen bedieningspaneel Wanneer u in een stap een nummer of naam dient in te voeren — in deze paragraaf of in elk ander deel van deze handleiding en de Faxhandleiding — kunt u het onderstaande overzicht raadplegen. Het kan nodig zijn de drie snelkiespanelen te openen als u enkele van de hieronder beschreven toetsen wilt zien. ■ Toetsen voor het vastleggen van informatie Toets 2 ▲▼ Omschrijving De zoektoetsen tonen het volgende of vorige menu-item.
# Druk op [#] om een symbool in te voeren. U kunt symbolen alleen in de invoermode voor tekst invoeren. Druk herhaaldelijk op [#] tot het gewenste symbool wordt weergegeven. U kunt de volgende symbolen invoeren: - . ∗ # ! " , ; : ^ `_ = / | ’ ? $ @ % & + \ ~ ( ) [ ] { } < > Space Voert een spatie in achter de letter op de positie van de cursor of tussen cijfers op de positie van de cursor. U kunt spaties invoeren in telefoonnummers – zij hebben geen invloed op het kiezen.
Instellen van papierformaat voor de papiercassettes In dit gedeelte kunt u lezen hoe u het formaat van het papier dat u in de papiercassettes plaatst kunt instellen. Zodra u papier met een ander formaat in de papiercassettes plaatst, dient u ook de formaatinstelling in het menu CASSETTE van het menu PAPIERINST. aan te passen. Aan de slag 2 Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. OK 3 Druk op [▼] of [▲] tot <1.PAPIERINST.
Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode.
Gebruik van het MP-BLAD Het MP (Multi-Purpose) blad is geschikt voor standaard A- of B-serie papier of inch-formaat papier, papier met afwijkende formaten, enveloppen, etiketvellen of transparanten en heeft capaciteit voor circa 100 vellen papier (80 g/m2). Voor informatie over de diverse soorten papier die u op het MP-blad kunt plaatsen, kunt u “Beschikbare papiersoorten” op pag. 2-27 raadplegen.
• Verwijder etikettenvellen direct na het afdrukken uit het opvangblad om te voorkomen dat zij aan elkaar plakken. • De volgende etikettenvellen mogen niet op het MP-blad worden geplaatst: - Etiketten die loslaten van het achterblad of etikettenvellen die al zijn gebruikt - Gecoate etiketten die gemakkelijk loslaten van het achterblad - Etikettenvellen waarvan de lijmlaag zichtbaar is • Stel de papiergeleiders niet zo strak in dat het papier bol ligt.
• Plaats het papier niet onder een hoek op het blad. • Plaats geen uitgewaaierd papier. Zorg dat de randen van het papier op één lijn liggen wanneer u het papier plaatst. Aan de slag 2 Opmerking • Als een bedrukte pagina omgekruld uit de machine komt, kunt u dit oplossen door de papierstapel op het MP-blad om te draaien zodat het onderste vel bovenop ligt. • Als de voorste rand van het papier omkrult, strijk het dan zoveel mogelijk glad voordat u het op het blad plaatst.
1 Open het MP-blad. 2 Trek het hulpblad aan de middengreep a naar buiten en klap het opvangblad b open. 2 1 3 Klop de randen van het papier tegen een hard oppervlak zodat de voorste rand en zijkanten van het papier gelijk liggen voordat u het papier op het MP-blad plaatst.
Opmerking • Het MP-blad heeft een capaciteit van circa 100 vellen papier. 4 Schuif de papierstapel zover mogelijk in de machine met de te bedrukken zijde omhoog en de voorste rand van het papier eerst. Aan de slag 2 5 2-20 Stel de papiergeleiders in op het formaat van het papier.
Belangrijk • Schuif de voorste rand van het papier zover mogelijk op het MP-blad naar binnen en zorg dat de rand zich onder de invoerrol bevindt. Gezien vanaf de voorzijde van de machine bevindt de papiersensor voor het MP-blad zich aan de rechterzijde van de invoerrol.
- Zorg dat de voorste rand van het papier tegen de papiersensor ligt. Papiersensor Aan de slag 2 Goed Fout • Om schade aan het MP-blad te voorkomen, dient u het blad te sluiten wanneer u deze niet gebruikt. Verwijder het eventueel resterende afdrukmateriaal en sla het op. Klap het opvangblad naar binnen en druk het hulpblad voorzichtig naar binnen voordat u het MPblad sluit. ● Plaatsen van enveloppen op het MP-blad: ❏ Neem vijf enveloppen, waaier ze los zoals is afgebeeld en maak er een stapeltje van.
Belangrijk • Let er goed op dat u de enveloppen plaatst in de richting waarin zij worden ingevoerd. ❏ Druk de hoeken van de enveloppen stevig omlaag zoals in de afbeelding is aangegeven, zodat zij en het afgesloten of gelijmde deel plat blijven. Klep Aan de slag 2 Belangrijk • Druk niet af op de onderzijde van de enveloppen (de kant met de flap). • Als er lucht in de enveloppen komt, druk de enveloppen dan met de hand plat voordat u ze op het MP-blad plaatst.
Belangrijk • Afhankelijk van de papiersoort of de staat van de enveloppen kan de afdrukkwaliteit afnemen of een papierstoring optreden. Mocht zich dat voordoen, dan raden wij aan een ander type envelop te gebruiken.
Het MP-blad in-/uitschakelen en instellen van het Papierformaat Als u het MP-blad als een van de invoerbladen wilt gebruiken, dient u in het menu bij MP-BLAD de keuzemogelijkheid 'GEBRUIK' te selecteren. Volg de onderstaande procedure om bij MP-BLAD de mogelijkheid ‘GEBRUIK’ of ‘NIET GEBRUIKEN’ te selecteren en het papierformaat in te stellen. Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. 2 Aan de slag Data Registration 1 REGISTRATIE 1.PAPIERINST.
7 Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode. Instellen van het type papier voor het MP-blad Zodra u bij MP-BLAD 'GEBRUIK' heeft ingesteld, kunt u aangeven welk type papier u op het MP-blad plaatst. Aan de slag 2 1 Open de drie snelkiespanelen ➞ druk op [Data Registration] ➞ [▼] of [▲] tot <1.PAPIERINST.> verschijnt ➞ druk op [OK]. Raadpleeg indien nodig ook de stappen 1 - 3 bij “Het MP-blad in-/uitschakelen en instellen van het Papierformaat” op pag. 2-25.
Beschikbare papiersoorten Hieronder treft u een overzicht aan van de papiersoorten die geschikt zijn voor deze machine. *1 Beschikbare bijvullocatie Papiercassette MP-blad ✔ ✔ Dik*2 ✔ ✔ Gerecycled*1 ✔ ✔ Kleur ✔ ✔ Bond ✔ ✔ Dun – ✔ Transparanten – ✔ Envelop – ✔ Etiketten – ✔ Normaal 2 Aan de slag TYPE PAPIER * 1 * 64 - 90 g/m2 2 90 - 128 g/m2 ✓ : beschikbaar – : niet beschikbaar Belangrijk • Wij raden u aan de achterzijde van voorbedrukt papier niet te gebruiken.
Beschikbare bijvullocatie Papiercassette (500 vellen) MP-blad 297 mm x 210 mm ✔ ✔ ✔ 210 mm x 148 mm ✔ – ✔ Lengte x Breedte A4 A5 2 Aan de slag Papiercassette (250 vellen) papierformaat B5 257 mm x 182 mm ✔ – ✔ EXECUTIVE 267 mm x 184 mm ✔ – ✔ LGL 356 mm x 216 mm ✔ – ✔ LTR 279 mm x 216 mm ✔ ✔ ✔ ISO-C5 229 mm x 162 mm – – ✔ ISO-B5 250 mm x 176 mm – – ✔ COM10 241,3 mm x 104,7 mm – – ✔ DL 220 mm x 110 mm – – ✔ Envelop Monarch Vrij formaat 190,5 mm x 98,4 m
Gebruik van het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog Om het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog te openen, pakt u het uitsteeksel van het blad vast en trekt u het blad a omlaag. Pak het uiteinde van het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog vast en trek het blad naar buiten tot het vastklikt b.
Gebruik van de energiebesparing mode U kunt de fax instellen voor het inschakelen van de energiebesparing mode als de fax gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Hierdoor verbruikt de machine minder stroom wanneer deze niet wordt gebruikt. Aan de slag 2 Inschakelen van de energiebesparingfunctie Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. OK 3 Druk op [▼] of [▲] tot <5. TIJDKLOKINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK].
1 2 3 4 5 6 7 8 9 6 Voer met de numerieke toetsen de gewenste tijd in (van 03 - 30 minuten) waarna u wilt dat de energiebesparing mode automatisch wordt ingesteld ➞ druk op [OK]. U kunt ook op [▼] of [▲] drukken om de tijd in te stellen. 0 ENERGIEBESP.TIJD ➞ TIJDKLOKINSTEL. 03MIN. 4.DAG.TIJDKLOKINST. 7 Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode. 2 Nadat de energiebesparing mode is ingeschakeld, licht alleen de energiebesparingindicator op het bedieningspaneel groen op.
In de volgende situaties gaat de machine niet naar de energiebesparing mode: • Als er documenten in het geheugen zijn opgeslagen. • Als er een document- of papierstoring is opgetreden, het papier in de papiercassettes op is of als de toner in de tonercartridge op is. • Als een document in de ADF (Automatische Documenten Aanvoer) is ingevoerd. • Als u de machine instelt voor het afdrukken van een activiteitenoverzicht op een bepaald tijdstip.
Druk op [▼] of [▲] om de dag van de week te selecteren waarvoor u de tijdklok wilt instellen ➞ druk op [OK]. DAG.TIJDKLOKINST. 6.VRI 1 2 3 4 5 6 7 8 9 4 ➞ VRI _ : Voer met de numerieke toetsen de tijd in volgens het 24-uur systeem (1:00 uur 's-middags = 13:00) ➞ druk op [OK]. VRI 19:00 0 ➞ VRI GEGEVENS INVOER OK 2 Opmerking OK • Als u de ingestelde tijd wilt wissen, drukt u in deze stap op C (Wissen) ➞ druk op OK (OK).
2 OK Druk op [▼] of [▲] tot <2. AUTOM. RESET> verschijnt ➞ druk op [OK]. TIJDKLOKINSTEL. 2.AUTOM. RESET 3 OK ➞ AUTOM. RESET AAN Druk op [▼] of [▲] om of te selecteren ➞ druk op [OK]. Als u de automatische resetfunctie wilt gebruiken, selecteert u en gaat u verder met stap 4. 2 Aan de slag Als u de automatische resetfunctie niet wilt gebruiken, selecteert u en gaat u verder met stap 5. AUTOM. RESET AAN 4 ➞ AUTOM. RESETTIJD 2MIN.
Controleren/annuleren van een opdracht 3 HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft diverse methodes voor het bevestigen en annuleren van fax- en kopieeropdrachten. Controleren van handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controleren van faxopdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controleren van kopieeropdrachten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Controleren van handelingen Als u op [Monitor] drukt, verschijnt het opdrachtstatusscherm. U kunt de status van faxopdrachten of kopieeropdrachten op het LCD-display controleren. Controleren van faxopdrachten 3 Monitor 1 Druk op [Monitor] ➞ [OK]. Controleren/annuleren van een opdracht FAX MONITOR 1. FAX ➞ FAX MONITOR 1.RX/TX STATUS OK ● Controleren van de faxstatus: ❏ Druk op [OK]. OK 18:09 5003 RX P.001 0311111111 18:19 0003 TX P.
❏ Druk op [OK]. Druk op [▼] of [▲] om door de lijst met opdrachten te bladeren. OK 18:09 5003 RX OK 0311111111 --:-- 0003 TX VERZ. 123 4567 De faxopdrachten worden op het LCD-display weergegeven. Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode. 3 Controleren van kopieeropdrachten Monitor 1 Druk op [Monitor] ➞ [▼] of [▲] om <2.KOPIEREN> weer te geven. FAX MONITOR 1. FAX FAX MONITOR ➞ 2. KOPIEREN OK OK 2 Druk op [OK]. Druk op [▼] of [▲] om door de lijst met opdrachten te bladeren.
Annuleren van een opdracht U kunt een opdracht op twee manieren annuleren. Annuleren met de Stop-toets 1 3 Druk op (Stop). Controleren/annuleren van een opdracht ● Als u tijdens het scannen op (Stop) drukt: OP STOP GEDRUKT DRUK OP OK TOETS OK ❏ Druk op [OK]. Het scannen stopt en de opdracht wordt geannuleerd. ● Als slechts één opdracht wordt verwerkt: ❏ Druk op [ ]. Als u de opdracht niet wilt annuleren, drukt u op ANN. TIJDENS TX/RX? JA=( ) NEE=(#) (#).
Opmerking • Als de prompt verschijnt, druk dan op [▼] of [▲] om een opdracht te selecteren ➞ druk op [OK]. SEL. TE ANNUL. OPDR. ➞ KOPIËREN ANNULEREN? 0005 02:05 01×99 JA=( ) NEE=(#) ❏ Druk op [ ] om de opdracht te annuleren. Als u de opdracht niet wilt annuleren, drukt u op De geselecteerde opdracht wordt geannuleerd. (#). Opmerking • U kunt niet meerdere opdrachten selecteren en deze tegelijk annuleren.
Controleren/annuleren van een opdracht 3 3-6 Annuleren van een opdracht
Gebruik van de machine beperken 4 HOOFDSTUK In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u de machine kunt beveiligen tegen toegang door onbevoegden. Enkele van deze functies stellen u in staat de faxtransacties en het aantal kopieën (afdrukken) bij te houden op basis van afdelingsnummers die u aan personen of afdelingen in uw bedrijf kunt toewijzen. Met de geheugenslotfunctie kunt u de machine ook alle documenten in het geheugen laten ontvangen en daarin opslaan.
Instellen en gebruik van systeembeheerderscode en wachtwoord De systeembeheerderscode en wachtwoord beveiligen alle instellingen in het menu SYSTEEMINSTELLINGEN. Het instellen van een systeemwachtwoord is optioneel. Als u het systeemwachtwoord instelt, dient u dit wachtwoord elke keer in te voeren wanneer u het menu SYSTEEMINSTELLINGEN opent.
4 OK Druk op [▼] of [▲] tot <1. SYST. ADMIN. INFO> verschijnt ➞ druk op [OK]. SYSTEEMINSTELLINGEN SYST. ADMIN. INFO 1.SYST. ADMIN. INFO ➞ 1.SYST. ADMIN. ID 5 OK Druk op [▼] of [▲] tot <1. SYST. ADMIN. ID> verschijnt ➞ druk op [OK]. SYST. ADMIN. INFO 1.SYST. ADMIN. ID 1 2 3 4 5 6 7 8 9 6 Voer met de numerieke toetsen een systeembeheerderscode van max. zeven cijfers in (van 1 - 9999999) ➞ druk op [OK]. SYST. ADMIN. ID 1234567 0 ➞ SYST. ADMIN. ID ➞ SYST. ADMIN. INFO 2.
Opmerking • Het instellen van een systeemwachtwoord is optioneel. Als u het systeemwachtwoord instelt, dient u dit wachtwoord elke keer in te voeren wanneer u het menu SYSTEEMINSTELLINGEN opent. U kunt de systeembeheerderscode en wachtwoord ook gebruiken in plaats van de afdelingscode en wachtwoord wanneer u wordt gevraagd om de afdelingscode en wachtwoord in te voeren om de machine te kunnen gebruiken.
5 OK Druk op [▼] of [▲] tot <1. SYST. ADMIN. INFO> verschijnt ➞ druk op [OK]. SYSTEEMINSTELLINGEN SYST. ADMIN. INFO 1.SYST. ADMIN. INFO ➞ 1.SYST. ADMIN. ID 6 OK Druk op [OK] en C (Wissen) om de systeembeheerderscode te annuleren of te wijzigen. U kunt ook ‘0’ invoeren om de systeembeheerderscode te wissen. SYST. ADMIN. ID 1234567 C ➞ SYST. ADMIN. ID Opmerking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 7 Voer met de numerieke toetsen een nieuwe systeembeheerderscode en systeemwachtwoord van max.
Gebruik van de machine beperken (afdelingscodebeheer) Hieronder kunt u lezen hoe u het gebruik van de machine kunt beperken. Eerst vertellen we u hoe u de afdelingscode en het wachtwoord instelt om verzend- en kopieerhandelingen te beperken. Vervolgens vertellen we hoe u de beperkingen tijdelijk kunt in- of uitschakelen, hoe u het gebruik van de telefoon kunt beperken en hoe u de machine gebruikt wanneer beperkingen zijn ingeschakeld. En tenslotte kunt u lezen op hoe u de tellerinformatie kunt benutten.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 4 0 Als de prompt op het display verschijnt, voert u met de numerieke toetsen het systeemwachtwoord in ➞ druk op [OK]. SYSTEEMINSTELLINGEN PASSWORD ➞ SYSTEEMINSTELLINGEN 1.SYST. ADMIN. INFO OK Druk op [▼] of [▲] tot <2.AFD. ID BEHEER> verschijnt ➞ druk op [OK]. SYSTEEMINSTELLINGEN 2.AFD. ID BEHEER 6 ➞ AFD. ID BEHEER UIT Druk op [▼] of [▲] om weer te geven ➞ druk op [OK]. OK AFD. ID BEHEER AAN 7 OK 8 2 3 4 5 6 7 8 9 0 OK 9 ➞ AFD.
10 OK Druk op [▼] of [▲] tot <1. PASSWORD> verschijnt ➞ druk op [OK]. INST. AFD. CODE 1.PASSWORD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 PASSWORD 1234567 ➞ INST. AFD. CODE 2.KOPIEERLIMIETEN Opmerking • Als u geen wachtwoord wilt invoeren zodat u alleen de afdelingscode voor transacties kunt gebruiken, druk dan op OK (OK) ➞ ga verder met de volgende stap. • Als u alleen de afdelingscode instelt, hoeft u alleen de afdelingscode in te voeren wanneer u de machine gebruikt.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 15 Voer met de numerieke toetsen het maximale aantal pagina's dat de vastgelegde afdeling kan verzenden in ➞ druk op [OK]. TX LIMIETEN 100000 0 OK ➞ INST. AFD. CODE 4.SELECTEER AFZ. Opmerking • U kunt een verzendlimiet instellen van 0 - 999999. • Als u de verzendlimiet instelt op 0, kan de afdeling geen documenten verzenden. 16 Als u aan de afdeling een afzendernaam wilt toewijzen, drukt u op [▼] of [▲] tot <4. SELECTEER AFZ.> verschijnt ➞ druk op [OK]. INST. AFD. CODE 4.
Beperkingen uit- of inschakelen Volg deze procedure om de afdruk-, kopieer- en verzendbeperkingen tijdelijk uit of in te schakelen zonder de instellingen van afdelingscodebeheer te wijzigen. Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 3 Gebruik van de machine beperken 4 OK Druk op [▼] of [▲] tot <6.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 6.SYSTEEMINSTEL.
7 OK Druk op [▼] of [▲] tot <3. BEPERKINGEN> verschijnt ➞ druk op [OK]. AFD. ID BEHEER 3.BEPERKINGEN 8 ➞ BEPERKINGEN 1.BEPERKT AFDRUKKEN Selecteer de functie die u wilt uit- of inschakelen. ● Beperkt afdrukken uit- of inschakelen: ❏ Druk op [▼] of [▲] tot <1. BEPERKT AFDRUKKEN> verschijnt ➞ druk op [OK]. OK BEPERKINGEN ➞ BEPERKT AFDRUKKEN 1.BEPERKT AFDRUKKEN UIT ❏ Druk op [▼] of [▲] om of weer te geven ➞ druk op [OK]. BEPERKT AFDRUKKEN UIT ➞ BEPERKINGEN 2.
Gebruik van de telefoon beperken Hieronder kunt u lezen hoe u het gebruik van de telefoon kunt beperken. Wanneer de telefoonbeperking is ingeschakeld, werken de handset en (Haak) niet. Als u op (Haak) drukt, hoort u geen kiestoon. Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 3 Gebruik van de machine beperken 4 OK Druk op [▼] of [▲] tot <6.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 6.SYSTEEMINSTEL.
7 Druk op (Stop) om terug te gaan naar de standby mode. Opmerking • Om de beperking opnieuw uit te schakelen, herhaalt u deze procedure vanaf stap 1 en selecteert u ‘UIT’. Gebruiken van de machine met ingeschakelde beperkingen Hieronder kunt u lezen hoe u de machine met ingeschakelde beperkingen kunt gebruiken. 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 Als u in de standby mode de melding ziet, is de beperking ingeschakeld. Voer met de numerieke toetsen de afdelingscode in ➞ druk op [OK].
Controleren en wissen van de tellerinformatie Hieronder kunt u lezen hoe u de tellerinformatie voor elke afdeling kunt controleren en wissen. Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 3 Gebruik van de machine beperken 4 OK Druk op [▼] of [▲] tot <6.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 6.SYSTEEMINSTEL.
OK 7 Druk op [▼] of [▲] tot <2.TELLERBEHEER> verschijnt ➞ druk op [OK]. AFD. ID BEHEER 2.TELLERBEHEER OK 8 ➞ TELLERBEHEER 1.TELLERINFORMATIE Om de tellerinformatie te zien, drukt u op [▼] of [▲] tot <1.TELLERINFORMATIE> verschijnt ➞ druk op [OK]. TELLERBEHEER 1.TELLERINFORMATIE ➞ TELLERINFORMATIE 1.AFDR. TELLER ● Controleren van de afdrukteller: ❏ Druk op [▼] of [▲] tot <1.AFDR. TELLER> verschijnt ➞ druk op [OK]. Afdelingscode OK ➞ 4 AFDR.
❏ Druk op [▼] of [▲] om door de afdelingscodes te bladeren. OK OK 9 Om de teller op nul te zetten, drukt u twee keer op [Data Registration] ➞ drukt u op [▼] of [▲] tot <2.TELLER RESET> verschijnt ➞ druk op [OK]. TELLERBEHEER 2.TELLER RESET OK 10 ➞ TELLER RESET 1.AAN Druk op [▼] of [▲] om <1.AAN> of <2.UIT> weer te geven ➞ druk op [OK]. Selecteer <1.AAN> om de teller op nul te zetten. Als u de teller niet op nul wilt zetten, selecteert u <2.UIT>. TELLER RESET 1.
Gebruik van geheugenslot Gewoonlijk wordt een document afgedrukt zodra u het ontvangt. Soms kan het handig zijn de machine alle documenten in het geheugen op te laten slaan totdat u ze wilt afdrukken. Het 'vergrendelen' van de machine om alle documenten in het geheugen te ontvangen en op te slaan, wordt “geheugenslot” genoemd. Instellen van een tijd en wachtwoord voor geheugenslot Zodra u het geheugenslot heeft ingeschakeld, wordt het geheugenslot automatisch op de ingestelde tijden in- en uitgeschakeld.
OK 4 Druk op [▼] of [▲] tot <7.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. FAXINSTELLINGEN 7.SYSTEEMINSTEL. ➞ SYSTEEMINSTELLINGEN 1.RX GEH. BEVEIL. Als de prompt verschijnt, voert u met de numerieke toetsen het systeemwachtwoord in ➞ druk op OK (OK). 5 OK Druk op [▼] of [▲] tot <1.RX GEH. BEVEIL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. SYSTEEMINSTELLINGEN 1.RX GEH. BEVEIL. OK Gebruik van de machine beperken 4 6 Als u selecteert, drukt u op mode.
Instelling Omschrijving Stelt de machine in voor het afdrukken van rapporten. Deze instelling is uitsluitend van toepassing op rapporten die automatisch worden afgedrukt, zoals activiteitenrapporten voor verzenden en ontvangen, en activiteitenoverzichten. NIET AFDRUKKEN* In de geheugenslot mode worden geen rapporten afgedrukt. WEL AFDRUKKEN In de geheugenslot mode worden rapporten wel afgedrukt. 3. TIJDINSTELLING Hiermee stelt u in op welk tijdstip de geheugenslot mode wordt in- en uitgeschakeld.
Inschakelen van het geheugenslot Volg deze procedure om de geheugenslot mode in te schakelen als de geheugenslottijdklok niet is ingesteld, of als u de geheugenslot mode wilt inschakelen voordat deze door de tijdklok wordt ingeschakeld. Opmerking • Als de tijdklok voor de geheugenslot mode is ingeschakeld, wordt het geheugenslot automatisch inen uitgeschakeld op de ingestelde tijdstippen. (Zie “Instellen van een tijd en wachtwoord voor geheugenslot” op pag. 4-17.
Uitschakelen van het geheugenslot en documenten afdrukken Volg deze procedure om het geheugenslot uit te schakelen en de documenten die in het geheugen zijn ontvangen af te drukken. Opmerking • Als de tijdklok voor de geheugenslot mode is ingeschakeld, wordt het geheugenslot automatisch inen uitgeschakeld op de ingestelde tijdstippen. (Zie “Instellen van een tijd en wachtwoord voor geheugenslot” op pag. 4-17.) Wanneer de geheugenslot mode is ingeschakeld, verschijnt de melding
Gebruik van de machine beperken 4 4-22 Gebruik van geheugenslot
Overzicht van belangrijke instellingen 5 HOOFDSTUK Dit hoofdstuk bevat een uitgebreid overzicht van alle instellingen die u kunt uitvoeren met de menu's PAPIERINST., STANDAARD INSTEL., TIJDKLOKINSTEL. en SYSTEEMINSTELLINGEN. Openen van het menu REGISTRATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2 Papierinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3 Instelprocedure . . . . . .
Openen van het menu REGISTRATIE Volg deze procedure om het menu REGISTRATIE te openen. Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 5 Overzicht van belangrijke instellingen OK 3 4 OK Druk op [▼] of [▲] tot het menu dat u wilt instellen of wijzigen verschijnt ➞ druk op [OK] om het volgende menu weer te geven. Druk op [▼] of [▲] om het item dat u wilt instellen of wijzigen weer te geven ➞ druk op [OK].
Papierinstellingen Volg deze procedure om de papierinstellingen te wijzigen. Instelprocedure Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 3 Druk op [▼] of [▲] tot <1. PAPIERINST.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. OK 4 Overzicht van belangrijke instellingen OK 5 ➞ PAPIERINST. 1.MP-BLAD Druk op [▼] of [▲] om het item dat u wilt instellen of wijzigen weer te geven ➞ druk op [OK].
Instellingen Instellen 1. MP-BLAD Omschrijving Selecteer hier of u het MP-blad wel of niet wilt gebruiken. NIET GEBRUIKEN* Het MP-blad kan niet worden gebruikt. GEBRUIK Het MP-blad kan worden gebruikt als papierbron voor fax-, kopieer-, rapportage- en printerfuncties. MP BLADFORMAAT Selecteer het formaat van het papier dat u op het MP-blad plaatst. U kunt de volgende formaten selecteren: LTR, LGL, EXECUTIV, COM10, MONARCH, DL, ISO-B5, ISO-C5, A4*, B5, A5 2.
Standaard instellingen Volg deze procedure om de standaard instellingen in te stellen. Instelprocedure Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. OK 3 5 Druk op [▼] of [▲] tot <2.STANDAARD INST.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE PAPIERINST. 2.STANDAARD INSTEL. ➞ 1.RESOLUTIEREGELING OK 4 Druk op [▼] of [▲] om het item dat u wilt instellen of wijzigen weer te geven ➞ druk op [OK].
Instellingen Instellen 1. RESOLUTIEREGELING 1. LICHT 2. STANDAARD 3. DONKER 2. VOLUMEREGELING Wijzig het scancontrast van 1-7 voor ‘DK’ (donker) (3 is standaard), 2-8 voor ‘STD’ (standaard) (5 is standaard) en 3-9 voor ‘LT’ (licht) (7 is standaard). Wijzigt het volume van de machine. 1. NUM.TOETS VOLUME AAN* UIT Wijzigt het volume van de toon die wordt weergegeven wanneer u op toetsen van het bedieningspaneel drukt. 1 - 3; 1* 2.
Instellen 4. DISPLAYTAAL Omschrijving Selecteer een taal voor prompts, meldingen, menu's en afgedrukte rapporten. ENGELS* FRANS SPAANS DUITS ITALIAANS NEDERLANDS FINS PORTUGEES NOORS ZWEEDS DEENS SLOVEENS TSJECHISCH HONGAARS RUSSISCH Een sterretje (*) geeft de standaard instelling aan.
Tijdklokinstellingen Volg deze procedure om de tijdklokinstellingen in te stellen. Instelprocedure Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. Overzicht van belangrijke instellingen 5 OK 3 Druk op [▼] of [▲] tot <5.TIJDKLOKINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 5.TIJDKLOKINSTEL. 4 OK ➞ TIJDKLOKINSTEL. 1.DATUM & TIJD Druk op [▼] of [▲] om het item dat u wilt instellen of wijzigen weer te geven ➞ druk op [OK].
Instellingen Instellen Omschrijving 1. DATUM & TIJD Programmeer de huidige datum en tijd volgens het 24-uur systeem. (Zie Hoofdstuk 1 in de Faxhandleiding.) 2. AUTOM. RESET Wanneer de machine gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, keert het display terug naar de standby mode. Deze functie wordt automatische reset genoemd. Selecteer of u de automatisch resetfunctie wilt gebruiken en na welke tijd u de automatische reset wilt uitvoeren.
Systeeminstellingen Volg deze procedure om de systeeminstellingen in te stellen. Instelprocedure Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. Overzicht van belangrijke instellingen 5 OK 3 Druk op [▼] of [▲] tot <6.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt ➞ druk op [OK]. Als de prompt op het display verschijnt, voert u met de numerieke toetsen het systeemwachtwoord in ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 6.SYSTEEMINSTEL.
Instellingen Instellingen Omschrijving PASSWORD SYSTEEMINSTELLINGEN Voer het systeemwachtwoord in waarmee de systeeminstellingen zijn beveiligd. (U hoeft dit niet te doen als de systeeminstellingen niet met een wachtwoord zijn beveiligd.) (Zie Hoofdstuk 4 “Gebruik van de machine beperken.”) 1. SYST. ADMIN. INFO Stel de systeembeheerderscode en het systeemwachtwoord in om de systeeminstellingen te beveiligen. Een systeembeheerderscode van 0 kan niet worden ingesteld.
Instellingen Omschrijving 3. BEPERKINGEN Overzicht van belangrijke instellingen 5 1. BEPERKT AFDRUKKEN UIT* AAN Schakelt de afdruklimieten in of uit. Als BEPERKT AFDRUKKEN is ingeschakeld, worden de afdrukfuncties, zoals handmatig afgedrukte rapporten of documenten die in het geheugen zijn opgeslagen, meegeteld bij de functie KOPIEERLIMIETEN. 2. BEPERKTE TX UIT* AAN Schakelt de verzendbeperking in of uit. Als BEPERKTE TX is ingeschakeld, worden de verzendingen meegeteld bij de functie TX LIMIETEN.
Onderhoud 6 HOOFDSTUK In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u papier opslaat, de tonercartridge vervangt en periodieke reiniging uitvoert. Opslaan van afdrukpapier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 Aanbevolen papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 Opslaan van het papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opslaan van afdrukpapier Gebruik uitsluitend door Canon aanbevolen of gelijkwaardig papier en sla dit papier zorgvuldig op. Voor informatie over het plaatsen van papier kunt u “Papier plaatsen in de papiercassettes” op pag. 1-41 en “Papier plaatsen op het MP-blad” op pag. 2-16 raadplegen. Aanbevolen papier Wij adviseren voor deze machine papier van Canon te gebruiken. Gebruik normaal schrijfmachine papier zonder krullen, vouwen of ruwe randen.
Vervangen van de tonercartridge Wanneer de toner in de tonercartridge bijna op is, verschijnt de volgende melding: VERVANG CARTRIDGE Opmerking • U kunt de machine instellen om verder te gaan met afdrukken of om de rest van het ontvangen document in het geheugen op te slaan. (Zie Hoofdstuk 11 in de Faxhandleiding.) • U kunt de gebruiksduur van de tonercartridge mogelijk verlengen door deze uit de machine te nemen en vijf of zes keer rond te draaien om de toner in de cartridge te herverdelen.
2 Open het printerdeksel, verwijder de oude cartridge en gooi deze weg. Waarschuwing • Gooi lege tonercartridges niet in een allesbrander. Rondvliegend tonerpoeder is zeer ontvlambaar. • Gooi lege tonercartridges niet in vuur en verbrand ze niet. De resterende toner kan ontsteken en daardoor brandwonden of brand veroorzaken. Let op • Bewaar toner en andere verbruiksmaterialen buiten bereik van kleine kinderen. Als deze materialen zijn ingeslikt, neem dan direct contact op met een arts.
4 5 Houd de cartridge bij de uiteinden vast en schud de cartridge voorzichtig vijf of zes keer heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. Plaats de cartridge op een stabiel, plat en schoon oppervlak en breek het uitsteeksel aan de zijkant af om het los te maken van de cartridge. \ 6 Onderhoud 6 Houd de cartridge met een hand goed vast en trek met uw andere hand het uitsteeksel recht van de cartridge weg om de plastic tape te verwijderen.
7 Plaats de cartridge in de door de pijl aangegeven richting met het FX7 toneretiket op de cartridge naar boven. Schuif de tonercartridge voorzichtig geheel in de machine. Controleer goed of de cartridge zich volledig en vlak in de machine bevindt. Let op • Houd de cartridge vast zoals hieronder is afgebeeld om te voorkomen dat uw vingers klemraken tussen de tonercartridge en de machine. \ Onderhoud 6 Houd de opening van de drum vrij van stof en andere voorwerpen.
• Let er tijdens het plaatsen van de tonercartridge op dat het kunststof nokje a op de zijkant van de cartridge verticaal in de geleidesleuf b van de machine schuift. 8 Sluit het printerdeksel. Onderhoud 6 Belangrijk • Als het printerdeksel niet volledig sluit, mag u het niet met kracht omlaag drukken. Verwijder de tonercartridge en plaats de cartridge opnieuw. • Om te voorkomen dat de lichtgevoelige drum aan licht wordt blootgesteld, raden wij u aan het printerdeksel nooit open te laten staan.
Opslaan van tonercartridges Houdt u bij het gebruiken en opslaan van tonercartridges aan de onderstaande eenvoudige richtlijnen. Behandeling van cartridges Plaats de tonercartridge altijd met het FX7 toneretiket op de cartridge naar boven. Behandel de tonercartridge voorzichtig. Belangrijk • Stel de tonercartridge niet bloot aan schokken of trillingen. • Bewaar de tonercartridge in de beschermende verpakking totdat u de cartridge gaat installeren. • Bewaar de verpakking.
Periodieke reiniging Volg de onderstaande procedures om de machine schoon en in goede staat te houden. Druk alle ontvangen documenten in het geheugen af voordat u de machine gaat reinigen. Reinigen van de machine 2 Trek het netsnoer uit de wandcontactdoos voordat u de machine gaat reinigen. Reinig de machine met een zachte, licht vochtige doek en een geringe hoeveelheid neutraal schoonmaakmiddel.
Reinigen van het overdrachtsgedeelte 1 2 3 Trek het netsnoer van de machine uit de wandcontactdoos. Til het documenteninvoerblad en het documentenopvangblad op. Open het printerdeksel en verwijder de tonercartridge. Onderhoud 6 Belangrijk • Bewaar de tonercartridge in de originele beschermende verpakking om de cartridge tegen licht te beschermen. • Zorg dat het printerdeksel volledig is geopend.
4 Veeg het zilveren metalen plaatje van de overdrachtsgeleider schoon met een droge en niet-pluizende doek. Overdrachtsgeleider Houd de groene hendel vast en klap de overdrachtsgeleider over zijn gehele lengte omhoog. Veeg de rand van de overdrachtsgeleider schoon met een zachte en droge doek om toner en papierstof aan beide zijden van de overdrachtsgeleider te verwijderen.
6 Veeg de zilveren metalen strip a schoon met een zachte en droge doek. Zet de overdrachtsgeleider b vervolgens voorzichtig terug in de oorspronkelijke stand. 2 1 Zilveren metalen strip Overdrachtsrol Belangrijk • Raak de overdrachtsrol tijdens het reinigen van de metalen strip niet aan. Als u dat wel doet, kan de afdrukkwaliteit afnemen. 6 Onderhoud 7 8 6-12 Plaats de tonercartridge terug in de machine. Sluit het printerdeksel en laat het documentenopvangblad en het documenteninvoerblad zakken.
Reinigen van het scangedeelte Controleer regelmatig het scanglas, de witte scanbalk en de rollen. Als de onderzijde van het deksel van de ADF (Automatische Documenten Aanvoer) of het scanglas verontreinigd zijn, kunnen er ook op uw verzonden documenten strepen en vlekken verschijnen. Controleer wanneer u het origineel scant met de ADF of er op de afdruk lijnen staan die zich niet op het origineel bevinden. Als u dergelijke strepen ziet, kan het scangedeelte vuil zijn.
2 Open voorzichtig de bovenste helft van het deksel van de ADF zoals in de onderstaande illustratie is afgebeeld. Bovenste unit Goed Fout Onderste unit 6 Onderhoud Onderste unit niet opgetild. Onderste unit opgetild. Let op • Open het ADF-deksel niet zover dat ook de onderste helft omhoog komt (zie afbeelding rechts). De onderste helft kan omlaagvallen wanneer u het ADF-deksel in stap 3 ontgrendelt.
4 Ontgrendel de bovenste helft van het ADF-deksel door met uw vinger of een potlood tegen de haak aan de binnenzijde te drukken. Open de bovenste helft van het ADF-deksel en reinig alle rollen. Reinig de onderzijde van het deksel van de ADF en de rollen met een droge doek.
5 Sluit voorzichtig het bovenste deel van het deksel van de ADF tot u klik hoort. Let op • Zorg dat de bovenste helft van het deksel van de ADF is vergrendeld voordat u verder gaat met stap 6. 6 Open het documenteninvoerblad en open voorzichtig het deksel van de ADF tot het stopt. Houd daarbij zowel het invoerblad als het deksel van de ADF tegelijk vast.
8 Terwijl u het deksel van de ADF met één hand openhoudt, drukt u met een vinger van de andere hand tegen het zwarte plastic rondje zodat het deksel vrijkomt van de machine. Open het deksel van de ADF voorzichtig tot de uiterste stand.
9 Veeg met een zachte, droge doek de glasplaat, de witte strip boven, de rollen en de omgeving van de glasplaat schoon. Gebruik een zachte doek zodat u geen krassen op het scanglas veroorzaakt om de onderzijde van het deksel van de ADF te reinigen en om papierstof rond de rollen te verwijderen. Witte strip Scanglas Stempel (optie) Rollen 6 • Als u de optionele stempelkit heeft geïnstalleerd, raak dan nooit het inktreservoir aan wanneer u het scangedeelte reinigt.
11 Plaats het uiteinde van de plastic ring over het uiteinde van de stift zodat het op zijn plaats blijft. hoort. Sluit daarna het invoerblad. Belangrijk • Controleer goed of de zwarte ring zich op zijn plaats bevindt voordat u het deksel van de ADF sluit. 13 Sluit vervolgens het netsnoer van de machine aan op de wandcontactdoos.
Reinigen van de rol Wanneer u zwarte strepen op de afdrukken ziet, kan de fixeerrol in de machine zijn verontreinigd. In dit geval dient u de rol te reinigen. Plaats papier met A4-formaat op het MP-blad om de rol te reinigen. Belangrijk • Voor het reinigen van de rol kan alleen papier met A4-formaat worden gebruikt. Opmerking • Het reinigen van de rol duurt ca. 130 seconden. 1 Open het MP-blad. Onderhoud 6 2 Trek het hulpblad aan de middengreep a naar buiten en klap het opvangblad b open.
Data Registration 3 Plaats een vel papier met A4-formaat op het MP-blad. 4 Open de drie snelkiespanelen. 5 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. 6 Druk op [▼] of [▲] tot <7.AANP./REINIGEN> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 7.AANP./REINIGEN OK 7 ➞ AANP./REINIGEN 1.ROLREINIGING Druk op [▼] of [▲] tot <1.ROLREINIGING> verschijnt ➞ druk op [OK]. AANP./REINIGEN 1.ROLREINIGING 6 Het reinigen van de rol wordt gestart.
Bijvullen van de stempelinkt (optie) Als u de optionele stempelfunctie gebruikt, kunt u deze procedure volgen om de stempelinkt bij te vullen. Neem contact op met uw Canon dealer wanneer de inkt op is. 1 2 Trek het netsnoer van de machine uit de wandcontactdoos. Open het documenteninvoerblad en open voorzichtig het deksel van de ADF tot het stopt. Houd daarbij zowel het invoerblad als het deksel van de ADF tegelijk vast.
4 Terwijl u het deksel van de ADF met één hand openhoudt, drukt u met een vinger van de andere hand tegen het zwarte plastic rondje zodat het deksel vrijkomt van de machine. Open het deksel van de ADF voorzichtig tot de uiterste stand.
5 Zoek het stempelkussen en laat slechts één druppel inkt in het inktreservoir vallen. On Line PR T.M Su Fine Stan dard Utra Fine per Fine Res olut ion Lig Con tra st Do cu Tran sa essa Jo b Ala rm ge Go Da rk Stan er da hter rd Men u Ite m Shi ft Te xt Te xt/P ho men t Ty pe En ter / to Dire ct Va lue Ca nc el TX Co Ch unte ec r k Let op • Laat slechts één druppel inkt in het inktreservoir vallen om te voorkomen dat u inkt morst.
7 Sluit het deksel van de ADF tot de zwarte plastic ring in lijn ligt met de stift op de machine. Plaats het uiteinde van de plastic ring over het uiteinde van de stift zodat het op zijn plaats blijft.
8 Sluit het deksel van de ADF en druk er voorzichtig op tot u klik hoort. Sluit daarna het invoerblad. Belangrijk • Controleer goed of de zwarte ring zich op zijn plaats bevindt voordat u het deksel van de ADF sluit. 9 Sluit vervolgens het netsnoer van de machine aan op de wandcontactdoos.
Oplossen van problemen 7 HOOFDSTUK In dit hoofdstuk kunt u lezen wat u moet doen bij een papierstoring in de machine, een foutcode of een foutmelding op het display. Verwijderen van vastgelopen documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-2 Initialiseren van de Automatische Documenten Aanvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-4 Verhelpen van papierstoringen in het printerinvoergedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verwijderen van vastgelopen documenten Om papierstoringen tijdens het scannen van documenten te voorkomen, adviseren wij u de pagina’s altijd te controleren voordat u ze in de machine plaatst. (Zie Hoofdstuk 3 in de Faxhandleiding.) Is het document omgekruld of gevouwen, maak dan een kopie van het origineel en scan de kopie.
3 Trek het document in een rechte lijn naar buiten. Opmerking • Open altijd het deksel van de ADF voordat u probeert een vastgelopen document te verwijderen. 4 Sluit het deksel van de ADF en druk er voorzichtig op tot u klik hoort.
Initialiseren van de Automatische Documenten Aanvoer Als het document niet goed in de Automatische Documenten Aanvoer kan worden ingevoerd, volg dan de onderstaande procedure om de ADF te initialiseren. Data Registration 1 Open de drie snelkiespanelen. 2 Druk op [Data Registration]. REGISTRATIE 1.PAPIERINST. OK 3 Druk op [▼] of [▲] tot <7.AANP./REINIGEN> verschijnt ➞ druk op [OK]. REGISTRATIE 7.AANP./REINIGEN Oplossen van problemen 7 OK 4 ➞ AANP./REINIGEN 1.
Verhelpen van papierstoringen in het printerinvoergedeelte Houdt u zich aan de volgende richtlijnen wanneer u de machine controleert op papierstoringen in het printerinvoergedeelte: • Als de papierstoring is veroorzaakt door een stroomstoring, zet de machine dan opnieuw aan voordat u de onderstaande procedure volgt. • Controleer alle hieronder genoemde delen omdat papierstoringen op verschillende plaatsen kunnen optreden. • Volg de onderstaande stappen in de aangegeven volgorde.
Een papierstoring opsporen Een papierstoring kan op elk van de onderstaand aangegeven locaties optreden. Controleer elke locatie op vastgelopen papier en verwijder het papier dat daar eventueel is vastgelopen. Bij een papierstoring in de onderstaande locaties kunt u met de tabel snel de juiste informatie vinden om het vastgelopen papier te verwijderen. 3. Beeldverwerkingsge deelte 2. Gedeelte bij opvangblad 1. Gedeelte bij opvangblad met beeldzijde omhoog 4. Gedeelte bij MPblad 6. Duplexgedeelte 5.
Gedeelte bij opvangblad met beeldzijde omhoog Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar buiten. Belangrijk • Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, gebruik dan geen kracht. Dit is mogelijk als de achterrand van het papier zich nog in het invoergedeelte bevindt. Volg de procedure vanaf stap 2 op pag. 7-8 (“Gedeelte bij opvangblad”) om het vastgelopen papier te verwijderen. • De druk van de drukrol moet worden weggenomen voordat u het papier kunt verwijderen.
Gedeelte bij opvangblad 1 2 Open het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog. Houd het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde iets omhoog a om de borgpen b c, die zich aan de rechterkant van het blad bevindt, te ontgrendelen.
Opmerking • Wanneer u de borgpen van het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog ontgrendelt, dient u het opvangblad goed vast te houden en langzaam te laten zakken. Verwijder het vastgelopen papier. ● Als u de rand van het papier kunt zien: ❏ Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig.
● Als u de rand van het papier niet kunt zien: ❏ Gebruik beide handen om het papier omhoog te trekken. ❏ Nadat de papierrand naar voren is gekomen, kunt u het papier voorzichtig verder naar voren trekken. Oplossen van problemen 7 Belangrijk • Als u het papier niet kunt zien, controleer dan het beeldverwerkingsgedeelte. (Zie “Beeldverwerkingsgedeelte” op pag. 7-11.) • De druk van de drukrol moet worden weggenomen voordat u het papier kunt verwijderen. Om dit te doen, volgt u de stappen 1 - 4 op pag.
4 Sluit het opvangblad voor uitvoer met beeldzijde omhoog. De borgpennen vallen automatisch in de haken. Beeldverwerkingsgedeelte 1 Til het documenteninvoerblad en het documentenopvangblad op. 2 Oplossen van problemen 7 Open het printerdeksel en verwijder de tonercartridge.
Belangrijk • Bewaar de tonercartridge in de originele beschermende verpakking om de cartridge tegen licht te beschermen. • Zorg dat het printerdeksel volledig is geopend. 3 4 Als u de rand van het vastgelopen papier in het beeldverwerkingsgedeelte ziet, verwijder het papier dan door dit er langzaam uit te trekken. Als u de rand van het papier niet ziet, klap de overdrachtsgeleider a dan omhoog door deze aan de groene hendel vast te houden en verwijder het vastgelopen papier b.
Gedeelte bij MP-blad 1 Als in het gedeelte bij het MP-blad een papierstoring optreedt, volg dan de procedure voor het verwijderen van het vastgelopen papier in het beeldverwerkingsgedeelte. Zie “Beeldverwerkingsgedeelte” op pag. 7-11. voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier in het beeldverwerkingsgedeelte. Als u het papier niet gemakkelijk kunt bereiken, trek het dan voorzichtig via de voorzijde naar buiten.
Gedeelte bij papiercassette 1 Verwijder de papiercassette. ● Als u de rand van het papier kunt zien: ❏ Kijk waar het papier in de machine is vastgelopen en trek het voorzichtig uit de machine. 7 Opmerking Oplossen van problemen • Als het papier niet eenvoudig naar buiten kan worden getrokken of u de rand van het papier niet gemakkelijk kunt vastpakken, gebruik dan geen kracht. Ga naar stap 2. ● Als u de rand van het papier niet kunt zien: ❏ Ga naar stap 2.
Houd de groene hendel vast en kantel de overdrachtsgeleider a omhoog en het trek papier daarna voorzichtig vanaf de onderzijde b naar buiten. Groen etiket 1 Overdrachtsgeleider Overdrachtsrol 2 Let op • De fixeereenheid en de omgeving hiervan in de machine kunnen tijdens gebruik heet worden. Wanneer u vastgelopen papier verwijdert of de binnenzijde van de machine controleert, dient u te voorkomen dat u de fixeereenheid en naastgelegen delen aanraakt.
Duplexgedeelte 1 2 7 Verwijder de bovenste papiercassette. Trek aan de groene hendel (linksvoor op de machine) om de onderzijde van de duplex te openen.
3 Pak het vastgelopen papier vast en trek het uit het duplexgedeelte. Duplex Druk de onderzijde van de duplex omhoog tot u klik hoort.
5 Plaats de papiercassette terug in de machine. Opmerking • Om de printer te resetten en verder te gaan met afdrukken, dient u het deksel van de printer volledig te openen en opnieuw te sluiten. Als de storingsindicator blijft knipperen, is er nog meer papier in de machine vastgelopen. Controleer de andere gedeelten van de machine om al het vastgelopen papier te verwijderen.
Servicemelding Bij een storing in de machine verschijnt een servicemelding op het LCD-display. Waarschuwing • Pak het netsnoer nooit met vochtige handen vast. U voorkomt hiermee de kans op een elektrische schok. Let op • Pak altijd de steker zelf vast en trek nooit aan het netsnoer om het snoer los te koppelen. Door aan het netsnoer te trekken, kunt u de bedrading breken of beschadigen, of het netsnoer op andere wijze beschadigen. Als het netsnoer is beschadigd, kan er stroom lekken.
1 2 Ontkoppel het netsnoer, wacht tenminste 10 seconden, en sluit het netsnoer opnieuw aan. Is het probleem hierdoor niet opgelost, ontkoppel het netsnoer dan opnieuw en neem contact op met uw Canon dealer.
Storingscodetabel (op nummer) Storingen in rapporten worden aangegeven met nummers, omdat er onvoldoende ruimte is om een uitgebreide omschrijving van de storing in het rapport af te drukken. Wanneer er een storingscode in een rapport staat, noteer het nummer dan en zoek het nummer in de onderstaande tabel op voor meer informatie over de oorzaak en de oplossing. Probeer het probleem op te lossen met de onder "Oplossing" beschreven procedure.
##0322 - ##0330 Oorzaak Er is een ernstige storing opgetreden. Oplossing Neem contact op met de Canon dealer waar u het product heeft gekocht.
Overzicht van meldingen op het display Hieronder staat een lijst met meldingen die op het display verschijnen zodra er in de machine een probleem optreedt. CONTROLEER DOCUMENT Oorzaak Een pagina van het document is vastgelopen of niet goed in de ADF (Automatische Documenten Aanvoer) ingevoerd. Oplossing 1 Verwijder het vastgelopen papier en plaats het document opnieuw. (Zie “Verwijderen van vastgelopen documenten” op pag. 7-2.) Oplossing 2 Wordt het document niet goed ingevoerd, reinig dan de rollen.
VOER AFD. CODE IN Oorzaak Het gebruik van afdelingscodes is ingesteld. Oplossing U dient een afdelingscode en wachtwoord (indien ingesteld) in te voeren om de machine te kunnen gebruiken. OPHANGEN Oorzaak De transactie is voltooid, maar de handset ligt niet goed op de houder. Oplossing Leg de handset goed op de houder. PAP.FORMAAT VERKEERD Oorzaak Het in het menu PAPIERINST.
AFDRUKPAPIER STORING Oorzaak Het papier is vastgelopen in een papiercassette of in de printer. Oplossing Verwijder het vastgelopen papier. zie “Verhelpen van papierstoringen in het printerinvoergedeelte” op pag. 7-5. VERVANG CARTRIDGE Oorzaak De toner in de tonercartridge is op. Oplossing Vervang de tonercartridge. (Zie “Vervangen van de tonercartridge” op pag. 6-3.) PAPIER BIJVULLEN Oorzaak Het papier in de machine is op. Oplossing Vul papier bij in de papiercassettes.
Bij problemen Doet zich tijdens het gebruik van de machine een probleem voor of merkt u iets vreemds, controleer dan de volgende punten. Kopiëren van documenten U kunt geen kopieën maken. Oorzaak De toner in de tonercartridge is op. Oplossing Controleer de tonercartridge. Is de toner op, plaats dan een nieuwe cartridge. (Zie “Vervangen van de tonercartridge” op pag. 6-3.) De gekopieerde documenten worden bij de marges afgesneden.
Bijlage 8 HOOFDSTUK In dit hoofdstuk vindt u de technische gegevens van de machine alsmede de trefwoordenlijst. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden. Algemeen Item Bijlage 8 8-2 Specificatie Formaat vel Max. breedte 279 mm Min. breedte 148 mm Capaciteit ADF (Automatische Documenten Aanvoer) 50 letter- A4-formaat pagina's 20 legal- of 11" x 17"-formaat pagina's 20 B4-formaat pagina's Effectief scanformaat Breedte: (A4) 208 mm Formaat afdrukpapier Breedte: (A4) 210 mm Papiercapaciteit MP (Multi-Purpose) blad: Ca.
Item Specificatie Datacompressie MH (Modified Huffman), MR (Modified READ), MMR (Modified Modified READ) en JBIG*2 (Joint Bi-level Image experts Group) Zendsnelheid G3 mode: V.34 + JBIG: Ca. 3 seconden*3/pagina*1 ECM - MMR: Ca. 6 seconden/pagina*1 MR standaard mode: Ca. 12 seconden/pagina*1 MH standaard mode: Ca. 15 seconden/pagina*1 Oplossend vermogen G3 mode: Standaard: Fijn: Superfijn: Ultrafijn: tonercartridge 8 dots/mm x 3.85 lijnen/mm 8 dots/mm x 7.7 lijnen/mm 8 dots/mm x 15.
Gewicht Item Specificatie FAX-L2000 Ca. 24 kg FAX-L2000IP Ca.
Afdrukvlak De machine kan niet helemaal van rand tot rand afdrukken. Er is een marge rond het papier en het formaat van de marge is afhankelijk van het papierformaat. 5 mm max. A4 9,9 mm max. legal 10,5 mm max. 7,6 mm max. 8 Bijlage 5,5 mm max.
Bijlage Trefwoordenlijst A Contrast ......................................................... 2-4 cursortoetsen ................................................. 2-3 aansluiting extra telefoon .................... 1-28, 1-49 aansluiting telefoonsnoer .................... 1-28, 1-50 aansluitspanning .......................................... 1-13 Aanvoer .............................................. 1-23, 1-27 achterste papiergeleider ..............................
H Haak .............................................................. 2-4 handset (optie) .................................... 1-27, 1-29 aansluiten ................................................. 1-47 handsethouder ............................................. 1-47 houder handsethouder ................................. 1-47 hulpblad ....................................................... 1-27 I In gebruik/Geheugen-indicator ............. 1-27, 2-3 Installeren van de machine ..........................
O OK .................................................................. 2-3 onderdelen van de machine ........................ 1-26 ondersteuning ................................................ 1-8 oplossen van problemen ....................... 7-1, 7-26 kopiëren van documenten ........................ 7-26 overige problemen .................................... 7-26 optionele apparatuur ............................. 1-7, 1-25 opvangblad .................................................. 1-27 Overdracht ...
beschermende verpakking ......................... 6-4 installeren ................................................. 1-36 opslaan ....................................................... 6-8 veranderen ................................................. 6-3 transportmateriaal ........................................ 1-30 TTI Selector ................................................... 2-6 type document ............................................... 2-4 Z zoektoetsen ...........................................
Bijlage 8 8-10 Trefwoordenlijst