Operation Manual

37Opslaan van informatieHoofdstuk 3
Opslaan van
informatie
4 Selecteer met of de optie
TOESTEL #
.
5 Druk op OK.
6 Gebruik de numerieke toetsen om uw
fax/telefoonnummer in te voeren
(max. 20 cijfers, inclusief spaties).
Als u een spatie wilt invoeren,
drukt u op Functie en vervolgens
op Spatie. Spaties zijn optioneel,
maar maken het nummer wel beter
leesbaar.
Als u voor het nummer een
plusteken (+) wilt plaatsen, drukt u
op #.
Als u een vergissing maakt, drukt u
op Wissen en voert u het nummer
opnieuw in.
7 Druk tweemaal op OK.
8 Gebruik de numerieke toetsen om uw
naam of de naam van de onderneming
in te voeren (max. 24 tekens, inclusief
spaties).
Als u niet weet hoe u tekens
invoert, raadpleegt u p. 32.
Als u een vergissing maakt, drukt u
op Wissen en voert u de naam
opnieuw in.
9 Druk op OK.
10 Druk op Stop om terug te keren naar de
standby mode.
Om te controleren welke informatie over de afzender in uw FAX is opgeslagen, kunt u de
GEBRUIKERS GEGEVENS LIJST afdrukken ( p. 142).
TOESTEL #
TEL=
Vb.:
TEL= 123 4567
Vb.:
DATA INVOER OK
TOESTEL NAAM
_:A
Vb.:
CANON_:A
Vb.:
DATA INVOER OK
TX TERMINAL ID
15:00 Fax
Vb.: