Operation Manual

21
Bedieningsmodi
De bedieningsmodus van de camcorder
wordt bepaald door de stand van de
-toets en de stand van het
programmakeuzewiel. In deze
handleiding betekent dat u de
functie in de getoonde bedieningsmodus
kunt gebruiken en betekent dat de
functie niet beschikbaar is. Bekijk de
volgende tabel voor een overzicht van de
bedieningsmodi.
Opnemen: Dubbele opname (Dual Shot) en
flexibele camcorder-instellingen (Flexible
recording)
Voor het maken van films en video’s
heeft de camcorder twee
standaardmodi: Dubbele opname
(Dual Shot) ( -modus) voor
beginners of wanneer u geen zin hebt
de camera-instellingen te wijzigen, en
flexibel opnemen waarmee u de
camcorder-instellingen naar eigen
voorkeur kunt aanpassen.
Zet het programmakeuzewiel op om
de -modus in te schakelen. U hoeft
zich geen zorgen meer te maken over de
instellingen en kunt video-opnamen
maken door eenvoudigweg te
gebruiken of foto’s te maken door
eenvoudigweg te gebruiken. U
kunt ook gebruik maken van de
zoomregelaar, Quick Start ( 33) en
Video Snapshot ( 43).
Voor het aanpassen van de instellingen
van de camera, moet u het
programmakeuzewiel voor films zetten
op en voor foto’s op . U hebt
Basisbediening van de
camcorder
Bedieningsmod
us
Weergegeven
pictogram
Functie
Films of foto’s opnemen met het geheugen (Dual Shot) 21
(groen)
Films opnemen met het geheugen 30
(blauw)
Foto’s opnemen met het geheugen 55
(groen)
Film uit het geheugen afspelen (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de modus of
staat)
34
(blauw)
Foto’s uit het geheugen bekijken (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de modus staat)
57
Start/Stop
PHOTO