Operation Manual

55
Foto’s
Raadpleeg dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van
foto’s – van het vastleggen en weergeven van foto’s tot het afdrukken
hiervan.
Foto’s maken
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Schakel de camcorder in.
/ U kunt kiezen welk
geheugen wordt gebruikt voor het
maken van foto’s ( 28).
3 Druk half in.
Zodra automatisch scherp is gesteld,
verandert in een groene kleur en
verschijnen er een of meer AF-
kaders.
4 Druk volledig in.
De ACCESS-indicator zal tijdens het
maken van de foto knipperen.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Als het onderwerp niet geschikt is voor
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan handmatig
scherp (
47).
De grootte en kwaliteit van foto’s
selecteren
Foto’s worden gemaakt als JPG-
bestanden. Als vuistregel geldt:
selecteer een grotere fotogrootte voor
een hogere kwaliteit.
Opties
In de volgende tabel ziet u de opties
voor de fotogroottes en bij benadering
het aantal foto’s dat kan worden
gemaakt op geheugenkaarten van
diverse grootte.
Elementaire opnamefuncties
( 21)
PHOTO
( 21)
PHOTO