GP-E2 INSTRUCTION MANUAL

De afgelegde route vastleggen in een logboek
20
Gegevens van locaties langs de afgelegde route worden met
regelmatige tussenpozen vastgelegd op de ontvanger. Zie
onderstaande tabel. Er wordt een dagelijks logboek (p. 28) op de
ontvanger zelf opgeslagen. Het aantal dagen waarvoor u logboeken
kunt opslaan, is afhankelijk van het positioneringsinterval dat u opgeeft
bij [Timing positie-update] (p. 21). U kunt logboekbestanden opslaan
of verwijderen met Map Utility (GP-E2-software, p. 29).
Als het interne geheugen van de ontvanger vol raakt, worden de oudste
logboekbestanden één voor één overschreven met nieuwe gegevens.
Capaciteit logboekbestand per positioneringsinterval
*Capaciteit als u acht uur per dag gegevens vastlegt
Logboeken met locatiegegevens
Timing positie-
update
Logboekbestanden
(ong.)
Timing positie-
update
Logboekbestanden
(ong.)
Elke seconde 4,5 dagen Elke 30 sec. 128 dagen
Elke 5 sec. 23 dagen Elke minuut 128 dagen
Elke 10 sec. 45 dagen Elke 2 min. 128 dagen
Elke 15 sec. 68 dagen Elke 5 min. 128 dagen
Zorg ervoor dat de ontvanger omhoog gericht is en dat u er niets bovenop
plaatst als u deze tijdens uw reis in een tas of koffer meeneemt.
Stel de datum en tijd van de camera zo nauwkeurig mogelijk in. Gebruik
bovendien de juiste instellingen voor de opnamelocatie als u een camera
hebt die tijdzones en zomertijd ondersteunt.
Map Utility (GP-E2-software, p. 29) voorziet beelden van geotags door
de datum- en tijdtags van de beelden te vergelijken met de datum- en
tijdgegevens die zijn vastgelegd in het logboek. Een onjuiste datum- en
tijdinstelling kan de nauwkeurige toevoeging van geotags verhinderen.
Met de vastgelegde gegevens in het logboek kunt u later geotags
toevoegen aan JPEG- en RAW-beelden (bestandsextensie: CR2) die
zijn gemaakt met een EOS DIGITAL-camera.
U kunt op een later tijdstip op deze manier ook geotags aan
filmbestanden toevoegen als het menu van de camera de optie
[Instellingen GPS-systeem] bevat.