㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
Belangrijke veiligheidsinstructies Installatie Elektrische aansluiting Hantering Onderhoud en inspecties Verbruiksartikelen Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies Voorzijde Achterzijde Binnenzijde Sleuf voor handmatige invoer Papierlade Bedieningspaneel Display Het scherm aanpassen Het display gebruiken Tekst invoeren Documenten plaatsen Papier plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer Enveloppen plaatsen Voorbedrukt papier plaatsen He
Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken 89 Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren 90 De ontvangstmodus selecteren 92 De telefoonlijn aansluiten 94 Faxen verzenden 96 Verzenden vanaf opgeslagen bestemmingen 101 Opgeven vanuit het adresboek 102 Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren 104 Bestemmingen opgeven met de sneltoetsen 106 Eerder gebruikte bestemmingen opgeven 108 Verschillende faxinstellingen 110 Resolutie aanpassen 111 Dichtheid aanpas
Toner besparen Meerdere documenten combineren en afdrukken De gewenste afdrukinstellingen configureren Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan De standaardinstellingen wijzigen AirPrint gebruiken Afdrukgegevens voor Apple-apparaten coderen met TLS Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten Sleutelparen genereren Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren De machine als scanner gebruiken He
Communicatie beperken door firewalls in te stellen IP-adressen opgeven voor firewallregels MAC-adressen opgeven voor firewallregels Poortnummers wijzigen Een proxy instellen De functies van de machine beperken Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties Een pincode instellen voor het adresboek Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen Faxen via de pc uitschakelen Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten Groeps
Het apparaat reinigen Behuizing Glasplaat Documentinvoer Fixeereenheid De binnenkant van het apparaat Tonercartridges vervangen Voordat u de tonercartridge vervangt Tonercartridges vervangen De machine verplaatsen Rapporten en lijsten afdrukken TX-resultaatrapport Communicatiebeheerrapport RX-resultaatrapport Adresboeklijst Lijst met gebruikersgegevens Aantal afdrukken weergeven Instellingen terugzetten op de standaardwaarden Menu initialiseren Het adresboek initialiseren Instellingen voor systeembeheer ini
Contact opnemen 479 㻣㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-000 Belangrijke veiligheidsinstructies De informatie in dit hoofdstuk is bedoeld om beschadiging van eigendommen te voorkomen, evenals lichamelijk letsel van gebruikers van het apparaat en anderen in de buurt van het apparaat. Lees deze informatie zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en volg de instructies om het apparaat op de juiste manier te gebruiken. U mag alleen handelingen uitvoeren die in deze handleiding worden beschreven.
0LY9-001 Installatie U kunt dit apparaat alleen veilig en prettig gebruiken als u de volgende voorschriften volgt en het apparaat op een geschikte locatie installeert. (In deze handleiding worden de aanduidingen "apparaat" en "machine" door elkaar gebruikt om naar het product te verwijzen.
Voorkom slecht geventileerde locaties Dit apparaat genereert bij normaal gebruik een hele kleine hoeveelheid ozon, enzovoort. Hoewel de gevoeligheid voor ozon, enzovoort kan variëren, zijn deze hoeveelheden niet schadelijk. De aanwezigheid van ozon, enzovoort kan beter merkbaar zijn bij langer gebruik of tijdens lange productieruns, met name in slecht geventileerde ruimtes.
0LY9-002 Elektrische aansluiting Dit apparaat kan worden gebruikt met een spanning tussen 220-240 V, en een elektrische frequentie van 50/60 Hz. Gebruik alleen een voeding die voldoet aan de aangegeven spanningsvereisten. Als u dat niet doet, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het apparaat is geleverd, om brand of een elektrische schok te voorkomen.
0LY9-003 Hantering Haal direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een erkend Canondealer als het apparaat vreemde geluiden maakt, rook of een vreemde geur verspreidt of extreem heet wordt. Als u het apparaat onder die omstandigheden blijft gebruiken, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of aan te passen.
Informatie over de laserdiode golflengte: 785-800 nm maximaal vermogen: 6 mW Bij het transporteren van het apparaat Voer de volgende stappen uit om te voorkomen dat het apparaat tijdens het vervoer wordt beschadigd. Verwijder de tonercartridges. Gebruik de originele doos met verpakkingsmaterialen om het apparaat goed in te pakken. Overige voorzorgsmaatregelen Volg de instructies die staan vermeld op het waarschuwingsetiket dat op het apparaat is bevestigd.
0LY9-004 Onderhoud en inspecties Reinig het apparaat regelmatig. Als er sprake is van stofvorming, werkt de machine mogelijk niet goed. Let op de volgende punten als u Problemen oplossen als er tijdens gebruik een probleem optreedt. Zie Wanneer een probleem de machine gaat reinigen. Zie niet kan worden opgelost als u het probleem niet kunt oplossen of wanneer u van mening bent dat de machine moet worden geïnspecteerd. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u gaat reinigen.
0LY9-005 Verbruiksartikelen Gooi lege tonercartridges niet in open vuur. Bewaar tonercartridges of papier niet op een plek die wordt blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner ontbranden, met brandwonden of brand als gevolg. Als u per ongeluk toner morst, veeg het tonerpoeder dan op met een zachte, vochtige doek zonder het in te ademen. Gebruik nooit een stofzuiger zonder bescherming tegen stofexplosies om de gemorste toner op te ruimen.
Verwijder de tonercartridge niet onnodig uit het apparaat of uit de verpakking. De tonercartridge is een magnetisch product. Houd de cartridge uit de buurt van floppy's, schijfstations en andere apparaten die kunnen worden aangetast door magnetische velden. Als u dat niet doet, bestaat de kans op gegevensverlies. Tonercartridge bewaren Bewaar tonercartridges onder de volgende omstandigheden om een veilige werking en een goed resultaat te garanderen.
0LY9-006 Basishandelingen In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier en de documenten. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
Opslaan in het adresboek In dit gedeelte wordt beschreven hoe u bestemmingen voor het versturen van faxen opslaat. Opslaan in het adresboek Het volume aanpassen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het volume van de verschillende systeemgeluiden kunt aanpassen, bijvoorbeeld van het geluid dat Het volume aanpassen u hoort als het verzenden van een fax is voltooid of als er een fout is opgetreden.
0LY9-007 Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte worden de onderdelen van de machine beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van de machine die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het plaatsen van documenten, het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
0LY9-008 Voorzijde Documentinvoerlade Open deze lade om een origineel in de aanvoer te plaatsen. Documenten plaatsen Documentinvoer Hiermee worden documenten automatisch in de machine gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer vellen in de invoer plaatst, worden deze achter elkaar gescand. Documenten plaatsen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat toetsen zoals de numerieke toetsen en de [Start]-toets, een display en statuslampjes.
0LY9-009 Achterzijde MF229dw / MF226dn MF217w / MF216n Etiket stroomverbruik Dit etiket vermeldt onder andere het serienummer. Dit nummer hebt u nodig als u vragen of problemen hebt. probleem niet kan worden opgelost Wanneer een Klep aan de achterzijde Open deze klep als u papierstoringen gaat verhelpen. Papierstoringen verhelpen USB-poort Hier kunt u een USB-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een computer. Raadpleeg "Aan de slag" voor verbindingsinstructies.
0LY9-00A Binnenzijde Bedieningspaneel Open dit paneel wanneer u de tonercartridges vervangt of papierstoringen verhelpt. Papierstoringen verhelpen vervangen Tonercartridges Tonerklep Open deze klep wanneer u de tonercartridges vervangt of papierstoringen verhelpt. Papierstoringen verhelpen vervangen Papieruitvoergeleider Open deze klep als u papierstoringen wilt verhelpen.
0LY9-00C Sleuf voor handmatige invoer Klep van sleuf voor handmatige invoer Open deze klep om papier in de sleuf voor handmatige invoer te plaatsen. Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd.
0LY9-00E Papierlade Stofklep Open deze klep om papier in de papierlade te plaatsen. Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de grootte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in het apparaat wordt gevoerd.
0LY9-00F Bedieningspaneel [HOME]-toets Druk hierop om het scherm weer te geven. Het scherm aanpassen Display Hierop wordt de voortgang van kopieer-, fax- en andere taken, en foutstatussen weergegeven. Het display is een aanraakscherm, wat inhoudt dat u instellingen kunt opgeven door het scherm aan te raken. Display Het display gebruiken [Reset]-toets Druk op deze toets om de wijzigingen te annuleren en de eerder opgegeven instellingen te herstellen.
[Fout]-lampje Dit lampje knippert of brandt als er sprake is van een fout, zoals een papierstoring. Wi-Fi-lampje (MF229dw / MF217w) Dit lampje brandt wanneer de machine is verbonden met een draadloos LAN. [Verwerken/gegevens]-lampje Dit lampje knippert tijdens bewerkingen zoals het verzenden van gegevens of afdrukken. Het lampje brandt continu als er documenten wachten op verwerking. [Start]-toets Druk hierop om documenten te scannen of kopiëren.
0LY9-00H Display Op het display verschijnen het scherm voor het starten van bewerkingen, en schermen voor het opgeven van instellingen. Hier kunt u ook berichten en de voortgang van taken zien. Raak het display aan om het te bedienen. Het scherm Het scherm wordt weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt door op het bedieningspaneel op scherm kunt u instellingen opgeven en functies registreren. te drukken.
Als u bestemmingen vooraf als kiescodes opslaat, kunnen ze snel worden weergegeven door eenvoudig een driecijferig nummer in te voeren. Opslaan in het adresboek Het scherm Wanneer u op drukt, verschijnt er een scherm waarmee u de status kunt controleren van documenten die worden afgedrukt, verzonden of ontvangen.
Netwerkinstellingen weergeven Er wordt een bericht weergegeven In bepaalde situaties, bijvoorbeeld wanneer de toner bijna op is of een klep niet is gesloten, worden boven aan het scherm berichten weergegeven. Het display toont dan afwisselend het gewone scherm en het bericht. Er wordt een foutbericht weergegeven Als of > wordt weergegeven Tik op om de melding te bekijken.
0LY9-00J Het scherm aanpassen U kunt de knoppen op het scherm in een andere volgorde weergeven al naar gelang uw toepassing of voorkeursindeling. De volgorde van de knoppen op het scherm Start wijzigen 1 Druk op en tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek . 2 3 4 5 6 Tik op .
4 Tik op . 5 Tik op .
0LY9-00K Het display gebruiken Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. Hard drukken Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) Aanraken met vochtige/vuile handen Het display gebruiken terwijl er een voorwerp op staat Tikken Raak het scherm zachtjes even aan. Deze handeling dient om items te selecteren of te bevestigen.
Teruggaan naar het vorige scherm Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm. Door het scherm bladeren De schuifbalk wordt op het scherm weergegeven als er nog niet-weergegeven informatie is. Als de schuifbalk wordt weergegeven, tikt / om door het scherm te bladeren. De pagina's verschijnen beurtelings op het scherm, en het paginanummer wordt in de u op schuifbalk weergegeven. Waarden en instellingen wijzigen Waarden wijzigen Tik op / om waarden in te voeren.
㻟㻠㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-00L Tekst invoeren Gebruik het display en numerieke toetsen om tekst en waarden in te voeren. Adresboek wijzigen via de UI op afstand Een ander type tekst kiezen Tik op om tijdens het invoeren van tekst om te schakelen naar een ander teksttype. Het geselecteerde type tekst wordt aangegeven met "aA", of "12" rechts boven het invoerveld. U kunt ook op drukken om het type tekst te wijzigen. Typen tekst die u kunt invoeren Voer tekst in met de numerieke toetsen en het display.
Als u invoerbare symbolen op het scherm wilt weergeven wanneer de invoermodus actief is, drukt u op . Tik op de symbolen die u wilt invoeren. of tikt u op Tekst wissen Telkens als u op drukt, wordt er één teken gewist. U kunt alle ingevoerde tekst wissen door langer ingedrukt te houden. De cursor verplaatsen (een spatie invoeren) Tik op of . tikt u op om de cursor te verplaatsen.
0LY9-00R Documenten plaatsen Leg documenten op de glasplaat of in de documentinvoer. Gebruik de glasplaat voor het scannen van dikke of ingebonden documenten, zoals boeken. U kunt twee of meer vellen van documenten in de documentinvoer plaatsen zodat deze continu kunnen worden gescand. Documenttype of Scangebied voor informatie over de soorten documenten die u op de glasplaat of in de Raadpleeg documentinvoer kunt plaatsen en voor informatie over het scanbare gebied van een document.
2 Leg het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. Leg het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Om transparante documenten (bijvoorbeeld calqueerpapier of transparanten) te scannen, bedekt u deze met een vel normaal, wit papier. 3 Sluit de documentinvoer voorzichtig. Het apparaat is gereed om het document te scannen. Als het scannen is voltooid, haalt u het document van de glasplaat. Documenten in de documentinvoer plaatsen 1 Open de documentinvoerlade.
4 Leg documenten met de afdrukzijde naar boven in de invoer. Zorg ervoor dat de stapel documenten niet hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen ( ). Plaats nooit papier van verschillende formaten tegelijk in het blad. Plaats maximaal 50 vellen * tegelijk. Als u meer vellen in de invoer legt, kan het scannen stoppen of kan het papier vastlopen. *Voor MF226dn / MF217w / MF216n bedraagt het maximum 35 vellen. 5 Schuif de documentgeleiders stevig tegen de randen van het document.
0LY9-00S Papier plaatsen U kunt het papier plaatsen in de papierlade of in de sleuf voor handmatige invoer. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst. Raadpleeg Papier voor beschikbare papierformaten.
Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen. Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen. Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of droogte of op een plaats met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid.
0LY9-00U Papier in de papierlade plaatsen Gebruik de papierlade voor het papier dat u het meest gebruikt. Wanneer u wilt afdrukken op papier dat niet beschikbaar is in de Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer papierlade, legt u het papier in de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het papier met de korte zijde naar voren U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Plaats het papier met de korte zijde naar voren. 1 Open de stofkap.
Zorg dat de stapel de markering voor het maximale aantal vellen niet overschrijdt bij het plaatsen van papier Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen ( kan dit papierstoringen veroorzaken. Zie 4 Enveloppen plaatsen of ). Als u te veel papier plaatst, Voorbedrukt papier plaatsen als u enveloppen gaat laden of papier met een logo. Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Stel de papiergeleiders in op de breedte van het papier.
Afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier (handmatig dubbelzijdig afdrukken) U kunt afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier. Strijk het bedrukte papier glad en leg het in de sleuf voor handmatige invoer ( Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer), met de bedrukte zijde naar beneden. Plaats één vel tegelijk per afdruk. U kunt alleen papier gebruiken dat met dit apparaat is bedrukt. U kunt niet afdrukken op de zijde die eerder is bedrukt.
0LY9-00W Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer Wanneer u wilt afdrukken op papier dat niet beschikbaar is in de papierlade, legt u het papier in de sleuf voor handmatige invoer. Papier in de papierlade plaatsen Gebruik de papierlade voor het papier dat u het meest gebruikt. Plaats het papier met de korte zijde naar voren U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Plaats het papier met de korte zijde naar voren. 1 Open de klep van de sleuf voor handmatige invoer.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. 5 Trek de papierstop uit.
0LY9-00X Enveloppen plaatsen Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven wijst. Voordat u enveloppen gaat laden Plaatsingsrichting In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u enveloppen in de gewenste richting laadt. Daarnaast worden de stappen besproken die u Papier in de papierlade plaatsen of Papier laden in de sleuf moet uitvoeren voordat u enveloppen gaat laden.
Plaatsingsrichting Plaats de enveloppen met de korte zijde naar voren en met de kant zonder lijm (de voorzijde) naar boven. De richting waarin u enveloppen plaatst, is hetzelfde voor de papierlade en de sleuf voor handmatige invoer. Plaats de enveloppen met de sluitklep aan de linkerkant.
0LY9-00Y Voorbedrukt papier plaatsen Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, let u bij het plaatsen op de invoerrichting van het papier. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op de juiste kant van het papier met een logo wordt afgedrukt.
Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend De instelling (MF229dw / MF226dn) Wanneer u afdrukt op voorbedrukt papier, moet u de afdrukzijde van het geladen papier wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig gaat afdrukken.
0LY9-010 Het type en formaat papier opgeven U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geladen. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier. Als de instellingen onjuist zijn, kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden. 1 Druk op 2 Tik op of . 3 Selecteer het formaat van het geplaatste papier. en tik op .
1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op of . 4 Schakel een veelgebruikt papierformaat in. Niet-ingeschakelde papierformaten worden weergeven op het scherm . 5 Tik op .
0LY9-011 Een aangepast papierformaat registreren Zowel voor de papierlade als voor de sleuf voor handmatige invoer kunt u één veelgebruikt aangepast papierformaat registreren. 1 Druk op 2 Tik op of . 3 Tik op . 4 Geef het papierformaat op. 1 en tik op . Geef de lengte van de zijde op (de korte zijde). Tik op . Geef de lengte van de zijde op met / , gebruik decimaalteken te verplaatsen, en tik op .
5 Selecteer het papiertype.
0LY9-012 Opslaan in het adresboek U kunt veelgebruikte bestemmingen opslaan in het adresboek en eenvoudig selecteren als u ze nodig hebt. U kunt maximaal 104 bestemmingen in het adresboek opslaan. U kunt bestemmingen alfabetisch zoeken, kiezen uit lijsten in het adresboek of invoeren via een code van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) ( Bestemmingen opslaan in het adresboek). Daarnaast kunt u de volgende functies gebruiken om bestemmingen snel op te geven.
0LY9-013 Bestemmingen opslaan in het adresboek U kunt maximaal 100 bestemmingen als codes voor verkort kiezen in het adresboek opslaan. U kunt bestemmingen die u hebt opgeslagen, bewerken of verwijderen. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek . 3 Selecteer .
Er wordt automatisch een code van drie cijfers toegewezen aan bestemming. Deze code kunt u achteraf aanpassen als u dat wilt. De inhoud van opgeslagen bestemmingen wijzigen U kunt de inhoud van een opgeslagen bestemming altijd wijzigen. Het gaat hierbij om gegevens zoals nummers, namen, typen en codes voor verkort kiezen. 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op . Selecteer met behulp van bestemming.
0LY9-014 Bestemmingen als sneltoetsen opslaan U kunt voor het gemak veelgebruikte bestemmingen als sneltoetsen opslaan. U kunt bestemmingen snel weergeven door op het scherm Start op sneltoetsen te tikken. U kunt bestemmingen die u hebt opgeslagen, bewerken of verwijderen ( Adresboek wijzigen via de UI op afstand). U kunt maximaal 4 bestemmingen als sneltoetsen opslaan. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
9 Tik op . De inhoud van als sneltoets opgeslagen bestemmingen bewerken U kunt wijzigingen aanbrengen in ingestelde gegevens. Zo kunt u bijvoorbeeld opgeslagen nummers of namen veranderen, of nummers die u als sneltoetsen hebt opgeslagen. 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op . Selecteer < > met / en tik op de bestemming die u wilt wijzigen. Tik op .
5 Tik op .
0LY9-015 Meerdere bestemmingen opslaan voor groepskiezen U kunt een aantal bestemmingen combineren in groepen. Als u een groep hebt opgeslagen, kunt u achteraf altijd bestemmingen toevoegen of verwijderen. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek . 3 Tik op .
De inhoud van opgeslagen groepen wijzigen U kunt de inhoud van een opgeslagen groep altijd wijzigen. Het gaat hierbij om gegevens zoals namen, bestemmingen en codes voor verkort kiezen. 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op . Selecteer < > met / en tik op de bestemming die u wilt wijzigen. Tik op .
0LY9-016 Het volume aanpassen De machine produceert in verschillende situaties geluidssignalen, bijvoorbeeld om aan te geven dat het versturen van een fax is voltooid of dat er papier is vastgelopen. U kunt het volume van deze geluiden afzonderlijk instellen. 1 2 3 4 Druk op en tik op
Geluid alleen bij fout uitschakelen Tik op .
0LY9-017 De stille modus inschakelen In de stille modus maakt het apparaat tijdens gebruik minder geluid. Druk bijvoorbeeld op op het bedieningspaneel wanneer u het apparaat's nachts gebruikt. Dit is alles wat u hoeft te doen om het apparaat stiller te laten werken. U kunt ook de tijd opgeven waarop het apparaat automatisch in de stille modus moet worden gezet. In de stille modus Het lampje brandt groen als de stille modus actief is.
De stille modus uitschakelen Druk op om de stille modus uit te schakelen.
0LY9-018 De slaapstand instellen In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende op bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op de machine, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op het bedieningspaneel te drukken. U kunt ook de instelling Automatische sluimertijd gebruiken om de machine automatisch in de slaapstand te zetten als deze gedurende de opgegeven tijd inactief is.
de handset van de haak neemt.
0LY9-019 Kopiëren In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan basisbewerkingen voor kopiëren en worden verschillende andere handige functies beschreven, zoals dubbelzijdig kopiëren en beide zijden van een identiteitsbewijs kopiëren op één pagina.
0LY9-01A Basisbewerkingen voor kopiëren 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op 3 Gebruik de numerieke toetsen om het gewenste aantal kopieën in te voeren. Documenten plaatsen en tik op . U kunt een waarde invoeren van 1 tot 99. Druk op 4 om het ingevoerde aantal te annuleren. Geef de gewenste kopieerinstellingen op. Selecteer de instellingen. 5 Druk op Verschillende kopieerinstellingen . Het kopiëren wordt gestart.
2 Leg het volgende document op de glasplaat en druk op . Herhaal deze stap totdat het volledige document is gescand. 3 Tik op . Wanneer het bericht wordt weergegeven. Er wordt een foutbericht weergegeven Als u documenten gaat kopiëren met tekst of afbeeldingen die doorlopen tot de randen van de pagina De kans bestaat dat de randen van het document niet worden gekopieerd. Zie scanmarges.
0LY9-01C Kopiëren annuleren Als u de kopieerbewerking wilt annuleren direct nadat u op hebt gedrukt, tikt u op op het scherm of drukt u op het bedieningspaneel. U kunt het kopiëren ook annuleren nadat u de kopieerstatus hebt gecontroleerd. Tik op op het scherm dat wordt weergegeven tijdens het kopiëren Druk op om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer u op hebt gedrukt De documenten zijn gescand en wachten om te worden afgedrukt.
KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren 㻣㻟㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-01E Verschillende kopieerinstellingen U kunt kiezen uit een groot aantal instellingen om zo op de gewenste manier kopieën te maken. Zo zijn er instellingen om papier te besparen maar ook om uw documenten beter leesbaar te maken. Vergroten of verkleinen Documenttype selecteren Dichtheid aanpassen Scherpte aanpassen Dubbelzijdig kopiëren (MF229dw / MF226dn) Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1) De knop
0LY9-01F Vergroten of verkleinen U kunt kopieën vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage te gebruiken zoals A4> of door in stappen van 1% een aangepast zoompercentage in te stellen. selecteer het zoompercentage Druk op / of de numerieke toetsen om het zoompercentage in te voeren en druk vervolgens op . U kunt in stappen van 1% een zoompercentage instellen tussen 25 en 400%.
0LY9-01H Documenttype selecteren U kunt de optische beeldkwaliteit voor de kopie selecteren op basis van het documenttype, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. selecteer het documenttype Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten met alleen tekst. Selecteer deze optie als u documenten gaat kopiëren die tekst en foto's bevatten.
0LY9-01J Dichtheid aanpassen U kunt de dichtheid van de kopie aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. U kunt ook automatisch een optimale dichtheid voor een document laten instellen. wijzig de dichtheid <-> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid. Er wordt automatisch een optimale dichtheid voor het document ingesteld. wordt automatisch ingesteld op .
0LY9-01K Scherpte aanpassen U kunt de scherpte van de gekopieerde afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. pas de scherpte aan <–> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
0LY9-01L Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van het papier kopiëren. U kunt ook een dubbelzijdig document op beide zijden van het papier kopiëren, of op twee afzonderlijke pagina's. <2-zijdig> is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar. Papier <2-zijdig> is niet beschikbaar als u of gebruikt. Met de toets
<1->2-zijdig> 2-Zijdig->2-Zijdig (MF229dw) Als u kopieën wilt maken met een ander type inbinding dan het origineel <2->2-zijdig> selecteer de afdrukrichting van het origineel selecteer het type binding van het origineel selecteer het type binding voor de kopie, een ander type dan bij het origineel 2-Zijdig->1-Zijdig (MF229dw) Met deze instelling kunt u de richting van het uitvoerpapier uitlijnen.
0LY9-01R Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1) U kunt twee of vier documenten verkleind kopiëren op één vel papier. Hierdoor neemt het aantal pagina's af en kunt u eenvoudig papier besparen. Als u <2 op 1>/<4 op 1> gebruikt, wordt de kopieerverhouding automatisch verkleind (de kopieerverhouding wordt drukt, maar de weergegeven op het scherm).
0LY9-01S De knop gebruiken Met <2 op 1>/<4 op 1> kunt u meerdere documenten op één vel kopiëren en met <2-zijdig> kunt u het document op beide zijden van een pagina kopiëren. De knop op het scherm Start combineert deze functies en maakt het eenvoudiger om papier te besparen dan bij afzonderlijk gebruik van de functies. De instelling voor dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier Papier beschikbaar. Als u
0LY9-01U Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren Gebruik om de voor- en achterzijde van een identiteitsbewijs op dezelfde zijde van een pagina te kopiëren. Deze functie is handig als u bijvoorbeeld een rijbewijs of paspoort gaat kopiëren. is beschikbaar met papier van het formaat A4/Letter of groter. wordt automatisch ingesteld op <100%>. is niet beschikbaar als u
0LY9-01W Kopieën sorteren per pagina Als u meerdere kopieën wilt gaan maken van documenten met meerdere pagina's, kunt u op zetten om de kopieën op volgorde te sorteren. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties. De kopieën worden per pagina gegroepeerd en worden niet gesorteerd.
0LY9-01X De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat kopiëren.
0LY9-01Y Faxen In dit hoofdstuk worden faxinstellingen, basishandelingen en verschillende andere nuttige functies beschreven, zoals Faxen via pc om documenten rechtstreeks vanaf computers te verzenden, en Adresboek om bestemmingen gemakkelijk op te geven. U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. faxfuncties Begininstellingen configureren voor U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken.
Eerder gebruikte bestemmingen opgeven Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending) Ontvangen faxen doorsturen Faxinformatiediensten ontvangen Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen Faxen versturen vanaf uw computer 㻤㻣㻌㻛㻌㻠㻣㻥 Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen)
0LY9-020 Begininstellingen configureren voor faxfuncties Volg stappen 1 - 4 hieronder om de faxinstellingen te configureren. Bepaal eerst welke ontvangstmodus het best aansluit bij uw situatie en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de bijbehorende instellingen te configureren. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan.
0LY9-021 Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken U kunt de faxinstellingen pas configureren als u hebt bepaald welke ontvangstmodus het best aansluit bij het beoogde gebruik.
0LY9-022 Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren Registreer het faxnummer en de naam van het apparaat. Deze gegevens worden afgedrukt aan het begin van pagina's die u verstuurt. 1 Druk op 2 Tik op 3 Tik op . en tik op
7 Voer de naam van het apparaat in (zoals een gebruikersnaam of bedrijfsnaam) ( . Gebruik een naam van maximaal 24 alfanumerieke tekens. Tik op om de gewenste invoermodus te selecteren.
0LY9-023 De ontvangstmodus selecteren Selecteer vooraf de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik ( gebruiken). Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt Als u eerder hebt geselecteerd in het faxconfiguratiescherm ( Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren), tikt u op om dat scherm weer te geven. 1 Tik op .
KOPPELINGEN Faxen ontvangen 㻥㻟㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-024 De telefoonlijn aansluiten Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. Als u eerder hebt geselecteerd in het faxconfiguratiescherm ( Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren), tikt u op om dat scherm weer te geven. 1 Tik op . Een van de onderstaande schermen wordt weergegeven nadat de ontvangstmodus is ingesteld ( selecteren). 2 De ontvangstmodus Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat.
Als u een externe telefoon met faxfuncties aansluit, moet u de telefoon instellen voor het handmatig ontvangen van faxen. 3 4 Tik op als u de telefoonlijn hebt aangesloten. Tik op . 5 Tik op . 6 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Als u de machine opnieuw opstart, wordt het type telefoonlijn automatisch ingesteld.
0LY9-025 Faxen verzenden Druk altijd eerst op om te voorkomen dat een fax verkeerd wordt verzonden. * Er zijn mogelijk nog bestemmingen die door de vorige gebruiker zijn ingesteld. U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. faxfuncties 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op 3 Geef een bestemming op. Begininstellingen configureren voor Documenten plaatsen en tik op .
2 Tik op . (pauze) wordt ingevoegd tussen cijfers. In dit geval wordt 012 eerst gedraaid en 4 seconden later wordt het volgende nummer gedraaid. Het invoeren van pauzes is niet verplicht, maar als u opeenvolgende nummers invoert zonder pauzes, bestaat de kans dat de nummers niet goed worden herkend. Pauzes kunnen continu worden ingevoegd. Eén pauze komt overeen met een wachttijd van 4 seconden. Deze tijd kunt u desgewenst aanpassen.
3 Selecteer een tabblad met / . Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen. De symbolen of pictogrammen naast bestemmingen worden hieronder toegelicht. < > Alleen bestemmingen voor snelkeuzenummers worden weergegeven. /<0-9>/ tot en met Druk hierop om bestemmingen weer te geven met namen van ontvangers waarvan de eerste tekens overeenkomen met de tekens op het geselecteerde tabblad. < > Druk hierop om bestemmingen voor faxen weer te geven.
4 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Selecteer een bestemming. Geef de gewenste scaninstellingen op. Selecteer de instellingen. 5 Druk op Verschillende faxinstellingen om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Als u het verzenden wilt annuleren: druk op tik op . Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst De faxen worden verzonden zodra het scannen is voltooid.
Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden: De standaardinstellingen wijzigen Als u een geluid wilt horen als de handset van de haak is: Alarm Handset van haak KOPPELINGEN Het verzenden van faxen annuleren Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren Opgeven vanuit het adresboek Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren Bestemmingen opgeven met de sneltoetsen 㻝㻜㻜㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-026 Verzenden vanaf opgeslagen bestemmingen U kunt bestemmingen opgeven door deze in het adresboek te selecteren of door codes voor verkort kiezen, sneltoetsen of numerieke toetsen te gebruiken. U kunt het adresboek, codes voor verkort kiezen en sneltoetsen alleen gebruiken als u vooraf bestemmingen hebt opgeslagen. U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opgeven.
0LY9-027 Opgeven vanuit het adresboek U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen. U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. Opslaan in het adresboek 1 Druk op 2 Druk op en tik op . / om een tabblad te selecteren. Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen.
5 Druk op om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Als u het verzenden wilt annuleren: druk op tik op . Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven.
0LY9-028 Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren U kunt de driecijferige code voor verkort kiezen voor een bestemming rechtstreeks invoeren om een fax te verzenden. U moet bestemmingen in de codes voor verkort kiezen opslaan voordat u deze functie kunt gebruiken. Bestemmingen opslaan in het adresboek 1 2 Druk op en tik op . Gebruik de numerieke toetsen om de code van drie cijfers (001 - 100) in te voeren en tik vervolgens op .
4 Druk op om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Als u het verzenden wilt annuleren: druk op tik op . Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven.
0LY9-029 Bestemmingen opgeven met de sneltoetsen Tik op sneltoetsen in het scherm Start om bestemmingen op te geven. U moet bestemmingen opslaan voordat u snelkeuzenummers kunt gebruiken. Bestemmingen opslaan in het adresboek 1 Druk op en tik op een van de sneltoetsen tot en met .
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 tik op . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven. Als u op tikt, ziet u hoeveel bestemmingen in de groep zijn opgeslagen. Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u bij stap 1 op tikt, kunt u op / drukken om te schakelen tussen de bestemmingen . die u hebt opgegeven.
0LY9-02A Eerder gebruikte bestemmingen opgeven U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken. bestemmingen blokkeren Eerder gebruikte Als u het apparaat uitschakelt of instelt op , worden de eerder gebruikte Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar.
5 Druk op om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Als u het verzenden wilt annuleren: druk op tik op . Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 . Tik op . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven.
0LY9-02C Verschillende faxinstellingen U kunt kiezen tussen verschillende nuttige instellingen, bijvoorbeeld als u de dichtheid wilt aanpassen of de helderheid van een afbeelding wilt verbeteren.
0LY9-02E Resolutie aanpassen U kunt de resolutie selecteren die het beste past bij uw documenttype. Hoe hoger de resolutie, des te scherper de afbeelding, maar des te langer het duurt om de fax te verzenden. selecteer de resolutie <200 x 100 dpi (Normaal)> Selecteer deze optie voor documenten met alleen tekst. <200 x 200 dpi (Fijn)> Selecteer deze optie voor documenten met kleine letters. <200 x 200 dpi (Foto)> Deze optie is geschikt voor documenten met foto's.
0LY9-02F Dichtheid aanpassen U kunt de dichtheid van de fax aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. De dichtheid aanpassen <–> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid.
0LY9-02H Scherpte aanpassen U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen voordat u deze verzendt. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. pas de scherpte aan <–> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
0LY9-02J Dubbelzijdige documenten scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van documenten in de invoer. U moet de documenten dan wel in de invoer leggen. Het apparaat kan de beide zijden van documenten namelijk niet automatisch scannen wanneer u de documenten op de glasplaat legt of wanneer Handmatig verzenden is ingeschakeld.
0LY9-02K De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat faxen.
0LY9-02L Het verzenden van faxen annuleren Als u het verzenden van faxen wilt annuleren direct nadat u op hebt gedrukt, tikt u op op het display of drukt u op . U kunt het verzenden van faxen ook annuleren nadat u de faxstatus hebt gecontroleerd. Tik op om te annuleren Druk op om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt als u op hebt gedrukt De documenten zijn gescand en wachten op verwerking. Selecteer het document dat u wilt annuleren.
KOPPELINGEN Faxen verzenden Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 㻝㻝㻣㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-02R Faxen ontvangen In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen Begininstellingen configureren voor faxfuncties gaat opgeven. Het apparaat kan ontvangen faxdocumenten afdrukken op papier van het formaat A4 of Letter.
Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand) De machine instellen voor het ontvangen van faxen 1 Druk op 2 Tik op . 3 Selecteer de ontvangstmethode. en tik op . Als u kiest Geef desgewenst de drie volgende instellingen op. Tik op als u klaar bent. Hier kunt u de periode opgeven waarin de machine bepaalt of een binnenkomende oproep een fax is of een telefoongesprek.
Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand) Wanneer u de telefoon opneemt en een faxsignaal hoort, hoeft u niet naar de machine te lopen om de fax te ontvangen. Gebruik de telefoon om een bepaalde code in te voeren (standaard is dit 25) en de fax wordt dan ontvangen. 1 2 Als u het signaal van een binnenkomende oproep hoort, neemt u de handset van de telefoon op. Als u een pieptoon hoort, voert u met de toetsen van de telefoon de code voor ontvangst op afstand in.
0LY9-02S Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Naast de standaardmethoden voor het verzenden en ontvangen van faxen, zijn er verschillende andere manieren die aansluiten bij de manier waarop u werkt.
0LY9-02U Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) U kunt faxen handmatig versturen aan het einde van een telefoongesprek. Wanneer u een pieptoon hoort over om de fax te verzenden. de telefoon, betekent dit dat de ontvanger probeert uw fax te ontvangen. Druk op OPMERKING U moet vooraf een telefoon of de optionele handset aansluiten op het apparaat. 1 Plaats één of meer documenten.
0LY9-02W Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending) U kunt faxen versturen naar maximaal 114 bestemmingen tegelijk. Gebruik de numerieke toetsen, het adresboek, sneltoetsen of codes voor verkort kiezen om bestemmingen op te geven. Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken. Groepsverzending blokkeren U moet bestemmingen opslaan in het adresboek of onder sneltoetsen om deze functie te kunnen gebruiken.
KOPPELINGEN Faxen verzenden Het verzenden van faxen annuleren Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 㻝㻞㻠㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-02X Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen) U kunt ontvangen faxen in het geheugen opslaan in plaats van direct na ontvangst af te drukken. De documenten in het geheugen kunnen op elk gewenst moment worden afgedrukt. Deze functie is handig als u vertrouwelijke documenten gaat afdrukken. U kunt de documenten dan afdrukken wanneer het u uitkomt en zo voorkomen dat onbevoegden de documenten zien wanneer deze onbeheerd bij het apparaat liggen.
afgedrukt.
KOPPELINGEN Faxen ontvangen Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 㻝㻞㻣㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-02Y Ontvangen faxen doorsturen U kunt ontvangen documenten doorsturen naar andere bestemmingen. U kunt een in het geheugen opgeslagen document selecteren en doorsturen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst de functie Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in voor ontvangst in het geheugen activeren. geheugen) Alleen bestemmingen in het adresboek kunnen worden gebruikt voor doorsturen.
Het document wordt doorgestuurd naar de opgegeven bestemming.
0LY9-030 Faxinformatiediensten ontvangen Via faxinformatiediensten kunt u op een eenvoudige manier in het bezit komen van nuttige informatie van bedrijven en organisaties. In dit gedeelte wordt een doorsnee procedure beschreven voor het ontvangen van deze diensten. Afhankelijk van de dienst, kunnen de procedures in werkelijkheid iets andere zijn. Volg de procedures voor de dienst die u gebruikt. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
6 Tik op . Als u de handset hebt opgenomen, legt u deze nu neer.
0LY9-031 Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren De statuswaarden en communicatielogboeken voor verzonden en ontvangen faxdocumenten kunt u afzonderlijk controleren voor verzonden en ontvangen faxen. U kunt gedetailleerde gegevens bekijken van de faxen, zoals bestemmingen en het aantal pagina's, en u kunt overbodige documenten verwijderen. Als is ingesteld op , kunt u de communicatielogboeken niet raadplegen.
2 Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren. / Hier ziet u een lijst met de documenten die zijn verzonden en ontvangen. geeft aan dat een document zonder problemen is verzonden of ontvangen, en betekent dat een document niet is verzonden of ontvangen omdat de bewerking is geannuleerd of omdat er een fout is opgetreden. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd.
0LY9-032 Adresboekgegevens importeren en exporteren met de bijgeleverde software U kunt adresboekgegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, naar een computer exporteren met het Address Book Import/Export Tool (hulpprogramma Adresboek importeren/exporteren) op de bijgeleverde dvd-rom. De gegevens kunnen opnieuw worden geïmporteerd, zodat u over een back-up beschikt voor het geval adresboekgegevens tijdens reparatie- of onderhoudsactiviteiten worden gewist.
㻝㻟㻡㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-033 Faxen versturen vanaf uw computer U kunt faxdocumenten die u op uw computerprogramma hebt gemaakt, rechtstreeks vanaf de computer faxen. U hoeft de documenten dan niet eerst af te drukken en u kunt zo toner en papier besparen.
0LY9-034 Faxen verzenden vanaf een computer Als op het apparaat is ingesteld op , kunt u geen faxen versturen vanaf een computer. Faxen via de pc uitschakelen 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van het programma dat u gebruikt. 2 Selecteer het faxstuurprogramma en klik op [Afdrukken]. Als u in Windows 8/8.
Op het tabblad [Bestemming invoeren] kunt u slechts één bestemming invoeren. Als u faxen naar verschillende bestemmingen tegelijk wilt verzenden, dient u het tabblad [Bestemming selecteren] te gebruiken. Verschillende bestemmingen opgeven 1 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren]. 2 Klik op [Bestemming toevoegen]. 3 Geef [Naam bestemming]/[Communicatiemodus]/[Faxnummer/URI]/[Faxnummer] (of [URI]) op. 4 Klik op [OK].
0LY9-035 Een voorblad toevoegen aan faxen die u verstuurt vanaf een pc U kunt een voorblad toevoegen aan het document dat u wilt versturen. Selecteer één van de drie kant-en-klare voorbladen in het faxstuurprogramma of maak zelf een voorblad. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen.
Tabblad [Bestemming] Selecteer de informatie die u wilt meesturen over de bestemming en geef deze informatie op. De namen van bestemmingen, het bedrijf en de afdeling, plus het faxnummer, die zijn opgegeven op het tabblad [Bestemming selecteren]/[Bestemming invoeren] ( Faxen verzenden vanaf een computer) worden opgenomen op het voorblad. Tabblad [Logo]/Tabblad [Handtekening] Geef elke instelling op. Hieronder ziet u een voorbeeld van een scherm met het tabblad [Logo] geselecteerd.
[Aantal te verzenden vellen vermelden] Schakel dit selectievakje in als u het aantal pagina's dat u gaat verzenden, wilt vermelden op het voorblad. Typ vervolgens het aantal pagina's bij [Aantal te verzenden vellen]. Het aantal te verzenden vellen wordt niet automatisch geteld. De waarde die u hier opgeeft, wordt op het voorblad vermeld. [Titel invoegen] Schakel dit selectievakje in als u een titel wilt toevoegen aan het voorblad. Typ vervolgens een titel bij [Titel].
0LY9-036 Het adresboek gebruiken voor faxverzending via de pc Nadat u veelgebruikte bestemmingen voor faxen die u vanaf de pc stuurt aan het adresboek hebt toegevoegd, kunt u deze bestemmingen eenvoudig opgeven wanneer u vanaf uw pc een fax gaat versturen. U kunt ook adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op het apparaat, zoals uit Microsoft Excel. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's.
0LY9-037 Bestemmingen opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen kunt opslaan in het adresboek die u wilt gebruiken als u faxen rechtstreeks vanaf uw computer gaat versturen. U kunt verschillende bestemmingen in het adresboek selecteren en deze opslaan als een groepsbestemming (groepskiezen). Dit is handig wanneer u een fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wilt sturen. Bestemmingen opslaan Meerdere bestemmingen opslaan als één bestemming (groepskiezen) In totaal kunnen er 6.
Als u opgeslagen bestemmingen wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u een bestemming bij [Adresboek] en klikt u op [Bewerken] of [Verwijderen]. 5 Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK]. Adres Voer de naam van de ontvanger, het bedrijf en de afdeling in. [Opmerkingen] Voer desgewenst opmerkingen in. [Faxnummer] Voer een of meer faxnummers in. Typ desgewenst een afbreekstreepje tussen nummers.
3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] 4 Klik op [Groep toevoegen]. [Adresboek bewerken]. Als u opgeslagen bestemmingen wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u een bestemming bij [Adresboek] en klikt u op [Bewerken] of [Verwijderen]. 5 Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK]. [Groepsnaam] Voer een groepsnaam in zoals "Verkoopafdeling 1".
[Alles] Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen. [Beschikbare bestemmingen] Selecteer de bestemmingen die u wilt opslaan voor groepskiezen en klik op [Toevoegen]. De geselecteerde bestemmingen worden weergegeven bij [Huidige groepsleden]. U selecteert meerdere bestemmingen door op de bestemmingen te klikken terwijl u de toets [Shift] of [Ctrl] ingedrukt houdt. Als u een bestemming wilt verwijderen uit [Huidige groepsleden], selecteert u een bestemming en klikt u op [Verwijderen].
0LY9-038 Opgeslagen bestemmingen gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opvraagt die in het adresboek zijn opgeslagen. Bestemmingen opslaan U kunt het adresboek niet gebruiken als u geen toegang hebt tot de map waarin het adresboek is opgeslagen. Meld u aan als een gebruiker met toegang tot de map of kies een andere opslaglocatie voor het adresboek. De locatie voor het opslaan van adresboekgegevens wijzigen 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
Herhaal stap 4 als u meerdere bestemmingen wilt opgeven. Met [Adreslijst] kunt u naar bestemmingen zoeken. Wanneer u op [Adresboek bewerken] klikt, kunt u het adresboek bewerken. 5 Klik op [Verzenden].
0LY9-039 Adresboekgegevens importeren en exporteren via het faxstuurprogramma U kunt adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op de machine, zoals uit Microsoft Excel. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's. De machine ondersteunt twee bestandsindelingen: CSV-bestanden (*.csv) en Canon Address Book-bestanden (*.abk).
5 Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Openen]. In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt. De bestemmingen die uit het bestand worden geïmporteerd, kunt u nu kiezen in [Adresboek]. Adresboekgegevens exporteren 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het faxapparaat en klik op [Printing preferences] (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] 4 Klik op [Exporteren]. [Adresboek bewerken]. Als u de [Beveiligen met een wachtwoord bij export van de adreslijst] hebt geselecteerd in het dialoogvenster dat verschijnt als u op het tabblad [Speciaal] op [Beveiligingsinstellingen] klikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van een wachtwoord als u op [Exporteren] klikt. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma.
5 Geef de locatie op voor het opslaan van het bestand, de bestandsnaam en de bestandsindeling. Klik vervolgens op [Opslaan]. In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt. De gegevens in het adresboek worden naar de opgegeven locatie geëxporteerd. De locatie voor het opslaan van adresboekgegevens wijzigen 1 2 3 Open de printermap.
4 Klik op [Een map opgeven]. 5 Geef de locatie op voor het opslaan van de adresboekgegevens en klik op [OK]. Sla de adresboekgegevens op in een map waarvoor u schrijfbevoegdheden hebt, zoals de map [My Documents] (Mijn documenten). 6 Als u een adresboek wilt maken, klikt u op [Nieuw]. Als u het bestaande adresboek naar de opgegeven map wilt kopiëren, klikt u op [Kopiëren]. Het adresboek wordt gemaakt of gekopieerd. Als de map uit stap 4 al een adresboek bevat, wordt het volgende bericht weergegeven.
0LY9-03A De machine als printer gebruiken Er zijn verschillende manieren om de machine als printer te gebruiken. U kunt documenten op uw computer afdrukken via het printerstuurprogramma, of afdrukken vanaf draagbare apparaten met AirPrint. Kies in elke situatie de afdrukfunctie die het best aansluit bij uw wensen. Afdrukken vanaf een computer Een document dat u op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma.
0LY9-03C Afdrukken vanaf een computer Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van de machine pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het printerstuurprogramma op uw computer.
0LY9-03E Een document afdrukken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van het programma dat u gebruikt. 2 Selecteer het printerstuurprogramma voor het apparaat en klik op [Preferences] (Voorkeuren) (of [Properties] (Eigenschappen)).
Klikbare UI Op de voorbeeldafbeelding kunt u gemakkelijk, op intuïtieve wijze, instellingen zoals de paginalay-out en inbindpositie opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma. 4 Klik op [Afdrukken] (of op [OK]). Het afdrukken wordt gestart. In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op [Annuleren] als het bovenstaande scherm wordt weergegeven.
0LY9-03F Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van de machine. Vanaf een computer Vanaf het bedieningspaneel Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad. 1 Dubbelklik op het printerpictogram.
Vanaf het bedieningspaneel Annuleer het afdrukken met Druk op of . om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer u op hebt gedrukt Tik op het document dat u wilt annuleren. Druk op om te annuleren selecteer het document op het scherm Het is mogelijk dat er nog enkele pagina's worden uitgevoerd nadat u het afdrukken hebt geannuleerd.
0LY9-03H De afdrukstatus controleren U kunt de huidige afdrukstatussen controleren. Handig in de volgende situaties Als het erg lang duurt voordat uw documenten worden afgedrukt, kunt u de wachtrij bekijken met de documenten die nog niet zijn afgedrukt. Als u de afdrukken niet kunt vinden die nu toch echt klaar hadden moeten zijn, kunt u controleren of er een fout is opgetreden. 1 2 3 Druk op . Tik op . Selecteer het document dat u wilt controleren.
0LY9-03J Verschillende afdrukinstellingen Er zijn verschillende afdrukinstellingen die u kunt kiezen, zoals vergroot/verkleind afdrukken en dubbelzijdig afdrukken.
0LY9-03K Vergroten of verkleinen U kunt afdrukken vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage voor afdrukken te selecteren, zoals A5 naar A4. U kunt ook zelf een aangepast zoompercentage kiezen, dat u kunt verhogen of verlagen in stappen van 1%.
De instellingen voor vergroten/verkleinen in bepaalde programma's hebben prioriteit boven de desbetreffende instellingen in het printerstuurprogramma.
0LY9-03L Schakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken Als u werkt met de MF229dw / MF226dn, kunt u enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardinstelling is [Dubbelzijdig afdrukken]. Pas de instelling desgewenst aan. Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar.
KOPPELINGEN Een document afdrukken Meerdere pagina's op één vel afdrukken Boekje afdrukken (MF229dw / MF226dn) 㻝㻢㻡㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-03R Afdrukken sorteren per pagina Als u afdrukken wilt maken van documenten met meerdere pagina's, selecteert u [Sorteren] om complete sets op volgorde af te drukken. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties. tabblad [Algemene instellingen] selecteer [Sorteren] of [Groeperen] bij [Afwerking] [OK] [Afwerking] Geef de sorteermethode van de afdrukken op wanneer u documenten met meerdere pagina's afdrukt.
0LY9-03S Meerdere pagina's op één vel afdrukken U kunt meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Zo kunt u vier of negen pagina's afdrukken op één vel door [4 op 1] of [9 op 1] te gebruiken. Gebruik deze functie als u papier wilt besparen of een document wilt bekijken als miniaturen. U kunt nog meer papier besparen door deze instelling te combineren met dubbelzijdig afdrukken.
0LY9-03U Posters afdrukken U kunt één pagina van een document verspreid over meerdere pagina's afdrukken. Als u een document met één pagina van het formaat A4 bijvoorbeeld negen keer zo groot maakt, hebt u een poster van 3x3 vellen A4formaat nadat u het document hebt afgedrukt en de vellen aan elkaar hebt geplakt.
0LY9-03W Boekje afdrukken U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van één vel papier afdrukken en dan de bedrukte pagina's dubbelvouwen om een boekje te maken. Het printerstuurprogramma regelt de afdrukvolgorde, zodat de paginanummers kloppen. Boekje afdrukken is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar. Zie Papier.
KOPPELINGEN Een document afdrukken 㻝㻣㻜㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-03X Randen afdrukken U kunt randen, zoals stippellijnen of dubbele ononderbroken lijnen, toevoegen aan de marges van afdrukken. tabblad [Pagina-instelling] klik op [Pagina opties] selecteer het type rand bij [Kader] [Kader] Selecteer hier het type rand. Voorbeeld Hier ziet u een voorbeeld met de geselecteerde rand.
0LY9-03Y Datums en paginanummers afdrukken U kunt de informatie zoals datums of paginanummers afdrukken. Daarnaast kunt u aangeven waar in het document u deze informatie wilt afdrukken (linksboven, rechtsonder, enzovoort). Tabblad [Pagina-instelling] het paginanummer [OK] klik op [Pagina opties] [OK] selecteer de afdrukpositie van de afdrukdatum, de gebruikersnaam of [Afdrukdatum] Geef de positie aan voor het afdrukken van de afdrukdatum.
0LY9-040 Afdrukken met watermerk U kunt een watermerk zoals "KOPIE" of "VERTROUWELIJK" afdrukken over het document. U kunt nieuwe watermerken maken of vooraf geregistreerde watermerken gebruiken. Tabblad [Pagina-instelling] [OK] schakel het selectievakje [Watermerk] in selecteer een watermerk in [Watermerknaam] [Watermerk]/[Watermerknaam] Schakel het selectievakje [Watermerk] in om de beschikbare watermerken weer te geven in de vervolgkeuzelijst [Watermerknaam]. Selecteer een watermerk in de lijst.
Een document afdrukken Randen afdrukken Datums en paginanummers afdrukken 㻝㻣㻠㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-041 Documenttype selecteren U kunt het type document opgeven om zo een optimale beeldkwaliteit te garanderen. Er zijn verschillende instellingen voor fotodocumenten, documenten met grafieken en tabellen, en documenten met CADtekeningen met zeer dunne lijntjes. tabblad [Kwaliteit] selecteer het type document bij [Doel] [OK] [Doel] Selecteer een optie die het best past bij het type document of het doel van de afdruk.
0LY9-042 Toner besparen U kunt in het printerstuurprogramma instellen dat documenten met minder toner worden afgedrukt. Als de tonerspaarstand is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
0LY9-043 Meerdere documenten combineren en afdrukken Met behulp van Canon PageComposer kunt u meerdere documenten samenvoegen tot één afdruktaak en de taak afdrukken met de opgegeven afdrukinstellingen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld documenten combineren die met verschillende programma's zijn gemaakt en alle pagina's op hetzelfde papierformaat afdrukken. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen.
5 Herhaal stappen 1 - 4 voor de documenten die u wilt combineren. De documenten worden toegevoegd aan Canon PageComposer. 6 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de documenten die u wilt combineren en klik op . U selecteert meerdere documenten door op de documenten te klikken terwijl u de toets [Shift] of [Ctrl] ingedrukt houdt. 7 Wijzig de instellingen desgewenst en klik op [Combineren]. De documenten die zijn geselecteerd in stap 6 worden gecombineerd.
Klik voor meer informatie op [Help] in Canon PageComposer. [Details] Hiermee geeft u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma weer. Er zijn minder instellingen beschikbaar dan bij gewoon afdrukken. 8 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de gecombineerde afdruktaak die u wilt afdrukken en klik op Het afdrukken wordt gestart. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor instructies voor het annuleren van het afdrukken. KOPPELINGEN Een document afdrukken 㻝㻣㻥㻌㻛㻌㻠㻣㻥 .
0LY9-044 De gewenste afdrukinstellingen configureren U kunt combinaties van instellingen opslaan als "profielen" om uw diverse afdrukdoelen te realiseren. U kunt de instellingen die u vaak gebruikt, ook opslaan als de standaardinstellingen. Wanneer de standaardinstellingen zijn opgeslagen, worden ze automatisch op het scherm van het printerstuurprogramma weergegeven, zodat u ze niet speciaal hoeft op te geven en meteen kunt beginnen met afdrukken.
0LY9-045 Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan Als u bij elke afdruktaak instellingen moet opgeven om bijvoorbeeld "enkelzijdig af te drukken op A4-papier in de afdrukstand Liggend, met de tonerspaarstand ingeschakeld", wordt dit tijdrovend en vervelend. Als u uw veelgebruikte combinaties van afdrukinstellingen echter opslaat als een "profiel", kunt u de gewenste afdrukinstellingen eenvoudig opgeven door het bijbehorende profiel te selecteren.
De instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen U kunt de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen. Desgewenst kunt u de gewijzigde instellingen opslaan als een ander profiel.
0LY9-046 De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven als u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma opent. U kunt deze instellingen wijzigen in de instellingen die u het meest gebruikt. Als u bijvoorbeeld altijd 2 documentpagina's per vel wilt afdrukken, geeft u [2 op 1] op als de standaardinstelling voor de paginalay-out.
0LY9-047 AirPrint gebruiken U hebt niet altijd een computer nodig voor het afdrukken van foto's, e-mails, webpagina's en andere documenten. Met AirPrint kunt u draadloos afdrukken vanaf Apple-apparaten zoals een iPad, iPhone, iPod touch en Macintosh zonder dat u het printerstuurprogramma hoeft te gebruiken.
5 Geef de gewenste afdrukinstellingen op. Aantal kopieën Tik op [+] of [-] rechts van [1 kopie] om het aantal kopieën in te stellen. [Double-sided] (Dubbelzijdig) (MF229dw / MF226dn) Tik op [ON] (Aan) rechts van [Double-sided] (Dubbelzijdig) om dubbelzijdig afdrukken op te geven. [Range] (Bereik) Tik op [Range] (Bereik) en [All Pages] (Alle pagina's) of geef het bereik op van de pagina's die u wilt afdrukken als u een document met meerdere pagina's afdrukt.
Afdrukken via AirPrint annuleren U kunt het afdrukken op twee manieren annuleren. U kunt het afdrukken annuleren vanaf het bedieningspaneel van de machine ( Afdrukken annuleren) of vanaf een Apple-apparaat. In het laatste geval volgt u deze procedure. Annuleren vanaf een iPad, iPhone of iPod touch 1 2 3 Druk tweemaal op de knop [Home]. Tik op [Print Center] (Afdrukcentrum) om de lijst weer te geven met de documenten die moeten worden afgedrukt.
4 Klik op [Bewerken...]. 5 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in om afdrukken via AirPrint mogelijk te maken. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te schakelen. [Printernaam]/[Locatie]/[Breedtegraad]/[Lengtegraad] Voer de naam en de installatielocatie in om dit apparaat eenvoudig te herkennen vanaf uw Apple-apparaat. Deze informatie is handig als u meerdere AirPrint-printers gebruikt. [AirPrint-prior.
U kunt niet afdrukken met AirPrint. Controleer of de machine is ingeschakeld. Als dat het geval is, start u de machine opnieuw op en kijkt u of het probleem is opgelost. Controleer of er papier in de machine is geladen en of er nog voldoende toner is. vervangen Papier plaatsen Tonercartridges Controleer of er geen foutberichten worden weergegeven op het display van de machine.
0LY9-048 Afdrukgegevens voor Apple-apparaten coderen met TLS Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, kunt u AirPrint op deze machine gebruiken om de communicatie tussen de machine en een Apple-apparaat te coderen met TLS (Transport Layer Security).
Details van een certificaat weergeven U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de juiste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren te klikken of op het pictogram van het certificaat. 6 Schakel TLS in voor de UI op afstand. 1 Klik op [Netwerkinstellingen] 2 Klik op [Bewerken...]. 3 Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in, geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [AirPrint-beveiligingsinstellingen].
KOPPELINGEN AirPrint gebruiken Sleutelparen genereren Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken 㻝㻥㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-049 Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten Om de communicatie te coderen met een extern apparaat, moet vooraf een coderingssleutel worden verzonden en ontvangen via een onbeveiligd netwerk. Dit probleem wordt opgelost door cryptografie met openbare sleutels.
0LY9-04A Sleutelparen genereren U kunt een sleutelpaar genereren met de machine als dit nodig is voor gecodeerde communicatie via TLS (Transport Layer Security). U kunt TLS gebruiken wanneer u de machine vanaf een Apple-apparaat oproept om AirPrint te gebruiken. U kunt maximaal drie Netwerkcommunicatiesleutel aanmaken Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek sleutelparen opslaan op de machine.
6 Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat. [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Beveiligingsinstellingen] 4 Klik op [Sleutel aanmaken...]. [Instellingen sleutel en certificaat]. Een sleutelpaar verwijderen Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. Bij een sleutelpaar dat op dat moment wordt gebruikt, wordt "TLS" weergegeven.
6 Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat. [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Als er een bevestigingsvenster wordt weergegeven, klikt u op [Opslaan] om het bestand op te slaan. 9 10 Klik op [Certificaat registreren...]. Klik op [Bestand kiezen], geef het bestand voor het certificaatondertekeningsverzoek op en klik op [Registreren].
0LY9-04C Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Zorg ervoor dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de vereisten van het apparaat ( Vereisten voor sleutels en certificaten). U kunt maximaal drie sleutelparen en drie CA-certificaten opslaan.
inschakelen, klikt u nogmaals op [Inschakelen] naast het certificaat. 5 Klik op [Installeren...]. Een sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK]. 6 Klik op [Bestand kiezen], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie]. Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat. 7 Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
KOPPELINGEN Sleutelparen genereren Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren Afdrukgegevens voor Apple-apparaten coderen met TLS 㻞㻜㻜㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-04E Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren Als u sleutelparen en CA-certificaten hebt geregistreerd, kunt u de gegevens van deze onderdelen bekijken of hun geldigheid en handtekening controleren. 1 2 3 4 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]. Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen sleutel en certificaat] (voor sleutelparen) of [Instellingen CA-certificaat] (voor CA-certificaten).
Het resultaat van het verifiëren van het certificaat wordt zoals hieronder weergegeven.
0LY9-04F De machine als scanner gebruiken U kunt originele documenten scannen door het bedieningspaneel van het apparaat of een programma op een computer te gebruiken. Welke manier u ook gebruikt, de gescande documenten worden geconverteerd naar elektronische bestandsindelingen zoals PDFbestanden. Gebruik de scanfunctie om omvangrijke papieren documenten te converteren naar bestanden zodat u deze gemakkelijk kunt ordenen.
0LY9-04H Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden Zorg ervoor dat het apparaat en uw computer met elkaar verbonden zijn en dat alle software is geïnstalleerd. Raadpleeg "Aan de slag" voor instructies ( Meegeleverde documentatie). Om verbinding te maken via een draadloze of bekabelde LAN, moet u dit apparaat registreren in MF Network Scan Utility (MF Netwerkscanprogramma). Registreer het apparaat volgens de onderstaande procedure.
0LY9-04J Scannen vanaf het apparaat De volgorde van het scannen van een document en het opslaan op een computer kan alleen worden uitgevoerd wanneer vanaf het apparaat wordt gescand. Voer de scan uit terwijl u opgeeft op welke computer de documenten worden opgeslagen, geef op of de documenten in kleur of in zwart-wit worden gescand, of de documenten worden opgeslagen als PDF- of JPEG-bestanden en geef de overige instellingen op. 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op 3 Tik op .
Kleur 300 dpi PDF (doorzoekbaar)*1/ Standaardcompressieniveau *1 Een PDF-indeling waarbij de tekens op het document als tekstgegevens worden gescand en waarbij naar de tekst kan worden gezocht met behulp van een computer. *2 Documenten worden alleen in zwart en wit gescand, dus zonder tussenliggende grijstinten. Instellingen wijzigen U kunt instellingen wijzigen vanaf MF Toolbox. 6 Druk op Scaninstellingen configureren in MF Toolbox . Het scannen wordt gestart.
Gemakkelijker scannen vanaf het apparaat Als u voorkeuren hebt die u regelmatig gebruikt, zoals scannen in kleur of in zwart-wit of een vooraf ingestelde computer waarop gescande documenten worden opgeslagen, kan het vervelend zijn als u deze instellingen telkens moet instellen als u scant. Sla deze instellingen op in een PC>-knop, zodat u met één druk op de knop kunt scannen. Er zijn twee PC>Scannen met de knop knoppen: PC1> en PC2>.
0LY9-04K Scannen met de knop PC> Plaats een document op het apparaat en druk op PC1> of PC2>. Het scannen wordt onmiddellijk gestart. Het type scan (kleur of zwart-wit), de doelmap voor de opslag van het document en andere instellingen kunnen in een knop worden opgeslagen en documenten kunnen worden gescand met deze instellingen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u instellingen kunt opslaan in een knop en hoe u met deze instellingen kunt scannen.
6 Selecteer de doelcomputer. Dit scherm wordt niet weergegeven als u selecteert in stap 5. 7 Selecteer type Scan.
1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op Documenten plaatsen en tik op de knop PC1> of PC2>. Raadpleeg De opgeslagen instellingen controleren om de instellingen die in de knop zijn opgeslagen, te controleren. Het scannen wordt gestart. Tik op om te annuleren. U kunt niet scannen als het instelscherm van MF Toolbox wordt weergegeven. Sluit het scherm voordat u gaat scannen.
KOPPELINGEN Scannen vanaf het apparaat 㻞㻝㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-04L Scannen vanaf een computer Er zijn twee manieren om te scannen vanaf een computer: met behulp van MF Toolbox en met behulp van een toepassing zoals een beeldbewerkings- of tekstverwerkingsprogramma. Scannen met MF Toolbox MF Toolbox is een programma dat bij het apparaat wordt geleverd en waarmee u documenten of afbeeldingen naar een computer kunt scannen. U kunt de gescande gegevens doorsturen naar een opgegeven programma of deze toevoegen aan een e-mailbericht.
0LY9-04R Scannen met MF Toolbox U kunt gescande documenten opslaan op een computer, ze doorsturen naar een opgegeven programma om ze te bewerken of ze toevoegen aan een e-mailbericht. MF Toolbox bevat voorinstellingen voor alle doeleinden, inclusief het converteren naar PDF en het scannen van kleurendocumenten. U kunt gemakkelijk scannen door een voorinstelling te selecteren. Als
Naar een andere scanner omschakelen Als er twee of meer apparaten geïnstalleerd zijn en u wilt overschakelen naar een ander apparaat, klikt u op [Instellingen] en selecteert u het apparaat. Instellingen voor MF Toolbox en de scanner configureren 4 Configureer de scaninstellingen. 5 Klik op [Starten]. Scaninstellingen configureren in MF Toolbox Het scannen wordt gestart. Klik op [Annuleren] om te annuleren.
selectievakje [Scannerstuurprogramma weergeven] in op het scherm in stap 6 en klik op [Starten] om ScanGear MF te starten. Scaninstellingen configureren in de eenvoudige modus Scaninstellingen configureren in de geavanceerde modus Gescande afbeeldingen eerst bekijken en dan pas een bestandsindeling en opslagbestemming opgeven U kunt een voorbeeld van de gescande afbeeldingen weergeven voordat u de bestandsindeling en de opslagbestemming opgeeft.
[Gescande afbeelding opslaan in] Geef een doelmap voor de opslag op. Als u het selectievakje [Afbeeldingen opslaan in een submap met de datum van vandaag] inschakelt, wordt in de opgegeven map een submap gemaakt met de scandatum als naam en worden de gegevens hierin opgeslagen. Als u [PDF (pagina toevoegen)] selecteert bij [Opslaan als type] ( ), wordt [Gescande afbeelding opslaan in] veranderd in [PDF-bestand maken op basis van].
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het gescande document opgeslagen in een map op de computer of Opslaginstellingen configureren Externe toepassingen opgeven voor doorgestuurd naar een programma. het doorsturen van gescande gegevens Als u documenten op de glasplaat legt Het onderstaande scherm wordt weergegeven. 1 Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op [Volgende]. Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
0LY9-04S Scaninstellingen configureren in MF Toolbox U kunt de voorinstellingen, zoals het type scan (kleur of zwart-wit), de bestandsindeling en de resolutie, wijzigen volgens het beoogde gebruik. U kunt ook een opslagbestemming voor het gescande document opgeven, een programma als doorstuurbestemming en andere instellingen opgeven. Niet alle Macintosh-gebruikers beschikken over dezelfde functies.
[Glasplaat] Selecteer deze optie als u documenten op de glasplaat legt. [ADF] Selecteer deze optie als u documenten in de documentinvoer plaatst. [Auto-modus] Als u documenten in de documentinvoer plaatst, worden ze gescand. Als u niets in de documentinvoer plaatst, worden de documenten gescand die op de glasplaat worden geplaatst. [Invoermethode] (MF229dw) Selecteer of u een enkelzijdig of dubbelzijdig document dat in de documentinvoer wordt geplaatst, wilt scannen.
[OCR] is geselecteerd voor het type scan. Opslaginstellingen configureren Geef instellingen op voor de gescande gegevens, zoals de bestandsnaam, de bestandsindeling (PDF, JPEG, enzovoort) en de opslagbestemming. [Bestandsnaam] Voer hier een naam in voor het gescande afbeeldingsbestand. Als op de opslagbestemming al een bestand met dezelfde naam bestaat, wordt er een uniek getal van vier opeenvolgende cijfers (bijvoorbeeld "0001") toegevoegd aan de bestandsnaam.
[Opslaan] * [PDF] [Kl.scan] [ZW-scan] [Aangep.1] * [Aangep.2] * * Niet beschikbaar als [Scanmodus] is ingesteld op [Zwart-wit] of [Zwart-wit (OCR)]. Scaninstellingen configureren Als er een bericht verschijnt om aan te geven dat het afbeeldingsformaat te groot is Verlaag de waarde van [Beeldkwaliteit].
[Verwijderen] Als u het gescande document niet wilt doorsturen naar een programma, zoals wanneer u het opslaat, klikt u op deze knop. [Instellen] Klik op deze knop en selecteer een programma. Of geef een programma op door het pictogram ervan hiernaartoe te slepen als dit geen e-mailprogramma is. Ondersteunde e-mailprogramma's Microsoft Outlook Express Microsoft Outlook Microsoft Exchange EUDORA Netscape Messenger Windows Mail Becky! Ver.
0LY9-04U Scannen vanuit een programma Scan het document door een programma te gebruiken. U kunt Adobe Photoshop, Microsoft Office Word of andere beeldbewerkings- en tekstverwerkingsprogramma's gebruiken. De gescande afbeelding wordt rechtstreeks in het programma geladen waardoor u de afbeelding onmiddellijk kunt bewerken of verwerken. De volgende procedure verschilt afhankelijk van het programma. Het programma moet compatibel zijn met TWAIN of WIA * .
0LY9-04W Scaninstellingen configureren in ScanGear MF ScanGear MF is een scannerstuurprogramma dat bij het apparaat wordt geleverd. U kunt ScanGear MF als volgt gebruiken. Starten vanuit MF Toolbox Als u scant vanuit MF Toolbox, kunt u ScanGear MF oproepen en geavanceerde scaninstellingen configureren. Schakel het Scannen selectievakje [Scannerstuurprogramma weergeven] in en klik op [Starten] in MF Toolbox om ScanGear MF te starten.
0LY9-04X Scaninstellingen configureren in de eenvoudige modus Eenvoudige modus is een verzameling van basisscaninstellingen in ScanGear MF die zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening. Dit betekent dat Eenvoudige modus een gecomprimeerde versie is van ScanGear MF. Configureer instellingen in de volgorde die is tot en met op het scherm en klik op [Scannen]. Hierdoor kunt u de basisinstellingen configureren en het scannen opgegeven van starten.
[Doc. (grijswrden) ADF] Het document wordt gescand als een afbeelding met grijswaarden. [Doel selecteren] Selecteer een instelling op basis van het beoogde gebruik van de gescande afbeelding. [Afdrukken (300 dpi)] Selecteer deze optie als u de gescande afbeelding afdrukt. [Afbeeldingsweergave (150 dpi)] Selecteer deze optie als u de gescande afbeelding wilt weergeven op een computer.
0LY9-04Y Scaninstellingen configureren in de geavanceerde modus Als u op het tabblad [Geavanceerde modus] op het ScanGear MF-scherm klikt, kunt u meer geavanceerde aanpassingen in de beeldkwaliteit maken dan mogelijk is in de Eenvoudige modus. U kunt aangepaste instellingen ook opslaan als favoriete instellingen. Klik naast het onderwerp voor meer details.
op de vergrote afbeelding om uit te zoomen. Als u een gedeelte van de afbeelding wilt vergroten om details te bekijken, gebruikt u [Zoomen] ( ). (Naar links draaien)/ (Naar rechts draaien) Hiermee draait u de voorbeeldafbeelding 90 graden naar links of naar rechts. (Informatie) Hiermee geeft u de huidige instellingen van de gescande afbeelding weer, zoals de kleurenmodus en de grootte van het scangebied. (Automatisch bijsnijden) Stelt het bijsnijdkader dat op het gescande document past, automatisch in.
[Kleurenmodus] Selecteer het type afbeelding om documenten te scannen. [Zwart-wit] Het document wordt gescand als een zwart-wit afbeelding (alleen in zwart en wit, dus zonder tussenliggende grijstinten). U kunt de drempel die tekst scheidt in het document wijzigen of de afbeelding wijzigen naar zwart-wit met [Drempel] ( Helderheid en kleur aanpassen).
Selecteer [Aanpasbaar] om het uitvoerformaat en de verhouding tussen de breedte en de hoogte te wijzigen. Sleep het gebied dat u wilt scannen op de voorbeeldafbeelding of voer waarden voor de breedte en de hoogte in. Als u het vergrotingspercentage opgeeft in het [%]-invoerveld aan de rechterkant van de invoervelden voor de breedte en de hoogte, wordt het document vergroot of verkleind voor het scannen.
geselecteerd, kunt u deze instellingen niet configureren. (Helderheid/contrast) Past de helderheid en het contrast (het verschil tussen de lichte en donkere delen) van de afbeelding aan. Klik op de rechterbovenhoek van het scherm om de aanpassing uit te voeren terwijl u deze op een grafiek controleert. in [Kanaal] Als u [Kleur] selecteert bij [Kleurenmodus], kunt u de kleurkanalen [Rood], [Groen] en [Blauw] afzonderlijk aanpassen. Selecteer [Model] om alle drie de kleuren tegelijk aan te passen.
(Tintcurve-instellingen) De tintcurve is een gebogen lijn die de niveaus van helderheid en contrast van de afbeelding aangeeft vóór en na correctie. Selecteer een opgeslagen tintcurve om de helderheid en het contrast van de afbeelding aan te passen. [Kanaal] Als u [Kleur] selecteert bij [Kleurenmodus], kunt u de kleurkanalen [Rood], [Groen] en [Blauw] afzonderlijk aanpassen. Selecteer [Model] om alle drie de kleuren tegelijk aan te passen.
Overige instellingen opgeven Klik op [Voorkeuren] om verschillende instellingen te configureren, zoals de bediening tijdens het scannen. Het tabblad [Voorbeeld] Configureer de bewerkingen voor het voorbeeld en automatisch bijsnijden. [Voorbeeld bij starten van ScanGear] Selecteer de voorbeeldbewerking wanneer u ScanGear MF start. [Voorbeeld automatisch uitvoeren] Het scannen van de voorbeeldafbeelding wordt automatisch gestart bij het starten van ScanGear MF.
[Kleurenmodus (tekst en tabel)] Als in het programma is opgegeven dat documenten in kleur moeten worden gescand, worden deze instellingen vervangen en worden documenten gescand met de kleurenmodus van ScanGear MF ingesteld op [Kleurenmodus (tekst en tabel)]. [Tekstverbetering] Als in het programma is opgegeven dat documenten in zwart-wit moeten worden gescand, worden deze instellingen vervangen en worden documenten gescand met de kleurenmodus van ScanGear MF ingesteld op [Tekstverbetering].
[Muziek afspelen tijdens scannen] Het opgegeven geluidsbestand wordt afgespeeld tijdens het scannen. [Geluidssignaal na voltooiing scan] Het opgegeven geluidsbestand wordt afgespeeld wanneer het scannen is voltooid. [Scanner testen] U kunt testen of de scanfunctie van het apparaat goed werkt. Klik op [Starten] als het scherm [Scannerdiagnose] wordt geopend.
Opgeslagen favoriete instellingen oproepen Geef een voorbeeldweergave weer en selecteer de opgeslagen instelling in de vervolgkeuzelijst. De helderheid of kleurinstelling opslaan Als u alleen de helderheid, het contrast, het histogram, de kleurtint of de drempelinstelling wilt opslaan, volgt u de onderstaande procedure. 1 2 Plaats één of meer documenten en klik op [Voorbeeld]. Pas de helderheid of de kleur aan. Helderheid en kleur aanpassen Selecteer indien nodig de instellingen die u wilt opslaan.
KOPPELINGEN Scaninstellingen configureren in de eenvoudige modus Scannen met MF Toolbox Scannen vanuit een programma 㻞㻟㻣㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-050 Netwerk De machine is ontworpen voor flexibel gebruik binnen verschillende omgevingen. Dit betekent dat de machine naast verschillende standaardfuncties voor netwerkgebruik, ook geavanceerde technologieën ondersteunt. Gelukkig hoeft u geen netwerkexpert te zijn om deze functies te kunnen gebruiken, bij het ontwerpen van de machine is immers ook rekening is gehouden met het gebruiksgemak.
0LY9-051 Verbinding maken met een netwerk Als u het apparaat verbindt met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bedraad" of "draadloos", afhankelijk van de communicatieomgeving en netwerkapparatuur. Raadpleeg "Aan de slag" ( Meegeleverde documentatie) voor stappen om het apparaat te verbinden en een IP-adres in te stellen.
Stel zo nodig het IP-adres in. Deze stap is vereist wanneer u een specifiek IP-adres wilt toewijzen aan het apparaat of niet de standaardinstelling DHCP wilt gebruiken voor het dynamisch toewijzen van IP-adressen.
0LY9-052 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren Als u een beslissing hebt genomen ten aanzien van een bekabelde of draadloze verbinding tussen het apparaat en de computer, selecteert u Bedraad LAN of Draadloos LAN op het bedieningspaneel. Raadpleeg "Aan de slag" ( Meegeleverde documentatie) voor verbindingsinstructies en informatie over het opgeven van instellingen voor een bedraad/draadloos LAN.
0LY9-053 Verbinding maken met een bekabeld LAN Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. 1 Sluit een LAN-kabel aan. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. U hoort een klik als de connector van de kabel op zijn plaats klikt. 2 Wacht ongeveer twee minuten. Dit is de tijd die nodig is om het IP-adres automatisch in te stellen. U kunt het IP-adres ook handmatig instellen.
0LY9-054 Verbinding maken met een draadloos LAN Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
Als de draadloze router is ingesteld voor WEP-verificatie, kunt u mogelijk geen verbinding instellen via WPS. Verbinding handmatig instellen Als u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, kunt u een draadloze router selecteren of zelf de benodigde gegevens invoeren. Ongeacht de methode, moet u beschikken over de benodigde gegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren).
0LY9-055 De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. 1 2 Tik op
Als de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten totdat de instellingen voor het IP-adres van de machine zijn voltooid. Signaalsterkte Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal. De signaalsterkte wordt gemeten met behulp van RSSI (Received Signal Strength Indication).
0LY9-056 De verbinding instellen met behulp van de WPS PIN-modus Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. Vanaf een computer 1 Ga in een browser naar de instellingen van de draadloze router en geef het scherm weer voor het invoeren van een WPS PIN-code.
9 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. Het Wi-Fi-lampje brandt knippert als er een draadloze router is gedetecteerd. Als de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten totdat de instellingen voor het IP-adres van de machine zijn voltooid.
0LY9-057 De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of TKIP. Controleer en noteer de benodigde configuratiegegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren) voordat u een draadloze router selecteert.
8 Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven. Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen en tik op . Tekst invoeren WEP 9 WPA-PSK of WPA2-PSK Tik op . Als er een foutbericht verschijnt tijdens het instellen Tik op , controleer of de netwerksleutel juist is en ga terug naar stap 5. 10 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. Het Wi-Fi-lampje brandt knippert als er een draadloze router is gedetecteerd.
Verbinding maken met een draadloos LAN (MF229dw / MF217w) 㻞㻡㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-058 De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
3 4 Selecteer de WEP-sleutel (1 t/m 4) die u wilt wijzigen. U kunt maximaal vier WEP-sleutels opslaan. 5 Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven. Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen en tik op . 6 Tik op . 7 Tik op de WEP-sleutel die u hebt gewijzigd. Tekst invoeren WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken 1 Tik op . 2 Selecteer een encryptiemethode.
Als er een foutbericht verschijnt tijdens het instellen Tik op , controleer of de opgegeven instellingen juist zijn en ga terug naar stap 5. 9 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. Het Wi-Fi-lampje brandt knippert als er een draadloze router is gedetecteerd. Als de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden.
0LY9-059 De SSID en de netwerksleutel controleren Wanneer u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, moet u de SSID en netwerksleutel van de draadloze router opgeven. De SSID en de netwerksleutel worden mogelijk aangegeven op de router. Controleer het apparaat en noteer de benodigde gegevens voordat u de verbinding gaat instellen. Meer informatie over uw netwerkapparatuur kunt u lezen in de handleidingen of opvragen bij de fabrikant.
4 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Yes] (Ja) om akkoord te gaan. 5 Controleer de gegevens die worden weergegeven voor de draadloze router. Noteer de benodigde gegevens. Als u niet weet welke gegevens u nodig hebt, noteert u alle weergegeven gegevens. Als er geen draadloze routers worden gevonden Klik op [Refresh] (Vernieuwen). Als er niets gebeurt, controleert u of de instellingen goed zijn geconfigureerd op de computer en op de draadloze router.
0LY9-05A IP-adressen instellen Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4adresinstellingen op de juiste manier configureren.
0LY9-05C IPv4-adres instellen Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bekabeld LAN). U kunt de netwerkverbinding indien nodig testen. IPv4-adres instellen De netwerkverbinding testen IPv4-adres instellen 1 2 Tik op
4 Tik op . IP-adressen die worden toegewezen via DHCP/BOOTP/RARP vervangen het adres dat is verkregen via Auto IP. Handmatig een IP-adres invoeren 1 Controleer of is ingesteld op . Als wordt weergegeven, tikt u op en stelt u zowel als in op . 2 Tik op . 3 Geef het IP-adres, het subnetmasker en het gateway-adres (of de standaardgateway).
0LY9-05E IPv6-adres instellen De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de UI op afstand. Controleer voordat u IPv6-adressen gaat instellen de instellingen van het IPv4-adres ( IPv4-instellingen weergeven). U moet de juiste IPv4-instellingen opgeven om te kunnen werken met IPv6-adressen. De scanfunctie die gebruikmaakt van het scannerstuurprogramma of MF Toolbox is niet beschikbaar in een IPv6-omgeving.
5 Schakel het selectievakje [Gebruik IPv6] in en configureer de vereiste instellingen. [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Stateless adres] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
Controleer of het scherm UI op afstand kan worden weergegeven op uw computer door het IPv6-adres van het apparaat te De UI op afstand starten gebruiken. Het bedieningspaneel gebruiken De IPv6-instellingen zijn ook bereikbaar via
0LY9-05F Netwerkinstellingen weergeven IPv4-instellingen weergeven IPv6-instellingen weergeven Het MAC-adres weergeven Instellingen en informatie weergeven voor het draadloze LAN Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0". Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IPadres goed is geconfigureerd.
Instellingen en informatie weergeven voor het draadloze LAN (MF229dw / MF217w) 1 2 Tik op
0LY9-05H De machine configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer Als u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter of om faxen te versturen vanaf een computer, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een printserver instellen voor het apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd, zoals het installeren van het printerstuurprogramma (MF Driver Installation Guide).
0LY9-05J Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. De ondersteunde protocollen zijn LPD, RAW en WSD (Web Services on Devices). Om de poortnummers van protocollen te wijzigen, raadpleegt u 1 2 Poortnummers wijzigen. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie].
[Gebruik LPD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via LPD. Als u niet afdrukt via LPD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik RAW-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via RAW. Als u RAW niet gebruikt om af te drukken, schakelt u het selectievakje uit. 3 Klik op [OK]. WSD configureren 1 Klik op [Bewerken...] in [WSD-instellingen]. 2 Configureer de instellingen. [Gebruik WSD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD.
het netwerk. 3 5 Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via
0LY9-05K Printerpoorten configureren Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine.
3 Klik op [Auto Detect] (Autom. detectie), selecteer het apparaat als dit is gevonden en klik op [Next] (Volgende). Als het apparaat niet wordt gevonden Klik op [Refresh] (Vernieuwen). Als het probleem blijft optreden, klikt u op [IP address] (IP-adres) of [MAC address] (MAC-adres), voert u het IP-adres of MAC-adres van het apparaat Netwerkinstellingen weergeven in en klikt u op [Next] (Volgende). 4 Klik op [Add] (Toevoegen) 5 Klik op [Close] (Sluiten). [Finish] (Voltooien).
KOPPELINGEN Een printserver instellen 㻞㻣㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-05L Een printserver instellen Het installeren van een printserver (afdrukserver) betekent dat u de computer kunt ontlasten die u gebruikt om af te drukken. Een ander voordeel is dat de computers de MF-stuurprogramma's via het netwerk kunnen installeren en dat u dit dus niet per computer hoeft te doen vanaf de dvd-rom. Als u een computer in het netwerk wilt instellen als een printserver, moet u de instellingen voor het delen van de printer configureren.
Als [Change sharing options] (Opties voor delen wijzigen) wordt weergegeven Klik op [Change sharing options] (Opties voor delen wijzigen). Als het dialoogvenster [User Account Control] (Gebruikersaccountbeheer) verschijnt, klikt u op [Yes] (Ja) of [Continue] (Doorgaan). 4 Installeer eventueel aanvullende stuurprogramma's. Deze bewerking is noodzakelijk als u via de printserver MF-stuurprogramma's wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur.
MF-stuurprogramma's via de printserver installeren op een computer 1 2 3 Zoek de gedeelde printer op de printserver. Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver Dubbelklik op de gedeelde printer. Volg de instructies op het scherm om de stuurprogramma's te installeren.
0LY9-05R De machine configureren voor uw netwerkomgeving De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Geef de juiste instellingen voor uw netwerkomgeving op.
0LY9-05S Ethernet-instellingen configureren Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus (Half duplex/Full duplex) en het type Ethernet (10BASE-T/100BASE-TX) instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( Instellingen Ethernet-stuurprogramma), maar u kunt de instellingen wijzigen om deze beter af te stemmen op uw netwerkomgeving.
0LY9-05U De maximale verzendeenheid wijzigen In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder. 1 2 Tik op
0LY9-05W Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
0LY9-05X DNS configureren DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Configureer de DNS-instellingen. [TCP/IP-instellingen].
[DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar. [Hostnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNSserver. [Domeinnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de naam van het domein waarvan het apparaat deel uitmaakt, zoals "voorbeeld.com".
2 Configureer de DNS-instellingen van IPv6. Het selectievakje [Gebruik IPv6] moet zijn ingeschakeld om de instellingen te configureren. IPv6-adres instellen [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. U kunt geen adressen invoeren die beginnen met "ff" (multicast-adressen). [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar. U kunt geen adressen invoeren die beginnen met "ff" (multicast-adressen).
Het bedieningspaneel gebruiken De DNS-instellingen zijn ook bereikbaar via
0LY9-05Y De machine bewaken en bedienen met SNMP SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). Het apparaat ondersteunt SNMPv1. U kunt de status van de machine controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt. Het apparaat biedt geen ondersteuning voor de functie van SNMP voor het versturen van trap-meldingen.
5 Geef instellingen voor SNMPv1 op. [Gebruik SNMPv1] Schakel dit selectievakje in om SNMPv1 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv1 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruik community-naam 1]/[Gebruik community-naam 2] Schakel het selectievakje in om een Community-naam op te geven. Als u geen Community-naam hoeft op te geven, schakelt u het selectievakje uit. [Community-naam] Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam van de community.
SNMPv1 uitschakelen Schakel het selectievakje [Gebruik SNMPv1] uit. 6 Geef instellingen op voor het verkrijgen van informatie voor het beheren van printers. Met SNMP kunt u gegevens voor het beheren van printers, zoals afdrukprotocollen en printerpoorten, controleren en periodiek opvragen bij een computer in het netwerk. [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host] Schakel het selectievakje in om via SNMP de gegevens voor printerbeheer van het apparaat te bewaken.
0LY9-060 Beveiliging De realiteit is dat overal en altijd vertrouwelijke gegevens worden verwerkt door informatieapparaten, waaronder computers en printers. Het vervelende is dat elk van deze apparaten het doelwit kan worden van kwaadwillende derden. Aanvallers kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot uw apparaten of indirect voordeel halen uit slordigheid. Hoe het ook zij, u kunt geconfronteerd worden met onverwachte verliezen als uw vertrouwelijke gegevens worden onderschept.
0LY9-061 De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang Voorkom dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine en deze kunnen gebruiken. U kunt verschillende beveiligingsmaatregelen treffen, zoals het instellen van firewalls en het aanpassen van poortnummers.
0LY9-062 De pincode van de systeembeheerder instellen Stel een pincode in die uitsluitend voor systeembeheerders is bedoeld. U hebt alleen toegang tot , enzovoort u wanneer de pincode correct hebt ingevoerd. Alleen beheerders dienen op de hoogte te zijn van de pincode. 1 2 3 4 Tik op
㻞㻤㻥㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-063 Communicatie beperken door firewalls in te stellen Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten. Op deze manier wordt de communicatie beperkt tot apparaten met bepaalde IP-adressen of MAC-adressen.
0LY9-064 IP-adressen opgeven voor firewallregels U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen of apparaten met specifieke IP-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen. U kunt maximaal 4 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6. De hier beschreven pakketfilters besturen de communicatie over TCP, UDP en ICMP.
[IPv6-adres: Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door IPv6-adressen op te geven. 5 Geef de instellingen voor pakketfiltering op. [Geblokkeerde adressen] Registreer te blokkeren adressen en controleer of verwijder geregistreerde geblokkeerde adressen. [Toegestane adressen] Registreer adressen die moeten worden toegestaan, en controleer of verwijder geregistreerde toegestane adressen. 1 Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in.
IPv4: Een bereik van adressen opgeven 192.168.0.10192.168.0.20 Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen. IPv6: fe80::10-fe80::20 Een bereik van adressen opgeven met een voorvoegsel (alleen IPv6) Typ het adres, gevolgd door een schuine streep en een getal dat de lengte van het voorvoegsel aangeeft. fe80::1234/64 Een IP-adres verwijderen uit de uitzonderingen Selecteer een IP-adres en klik op [Verwijderen]. 3 Klik op [OK].
0LY9-065 MAC-adressen opgeven voor firewallregels U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt maximaal 10 MAC-adressen opgeven. Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie].
1 Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in. Schakel het selectievakje in om de communicatie te beperken. Schakel het selectievakje uit om de beperking op te heffen. 2 Geef het adres op. Typ het MAC-adres in het vak [Te registreren adres] en klik op [Toevoegen]. Staat alleen communicatie (inkomend) toe met apparaten met een geregistreerd MAC-adres, en blokkeert de communicatie met apparaten met andere MACadressen. U hoeft geen afbreekstreepjes of dubbelepunten te gebruiken in het adres.
0LY9-066 Poortnummers wijzigen Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
0LY9-067 Een proxy instellen Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
[Gebruik proxy] Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTP-server. [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer. Voer een nummer in tussen 1 en 65535. [Gebruik proxy binnen zelfde domein] Schakel dit selectievakje in om gebruik te maken van een proxyserver die in hetzelfde domein is opgegeven.
0LY9-068 De functies van de machine beperken De kans bestaat dat sommige functies van de machine bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van de machine beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen.
0LY9-069 Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties Bepaalde vormen van informatielekkage kunt u voorkomen door de beschikbare bestemmingen voor faxen en e-mails te beperken tot de bestemmingen in het adresboek. Een andere manier is om een pincode in te stellen voor het adresboek, zodat onbevoegde gebruikers het adresboek niet kunnen aanpassen.
0LY9-06A Een pincode instellen voor het adresboek U kunt instellen dat gebruikers een pincode moeten invoeren om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of bestaande vermeldingen aan te passen. Als u een pincode instelt voor het adresboek, wordt de kans kleiner dat documenten worden verstuurd naar verkeerde ontvangers omdat het adresboek alleen nog kan worden gewijzigd door gebruikers die de pincode weten. 1 2 Tik op
0LY9-06C Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen Door te zorgen dat bij het verzenden van documenten alleen faxnummers kunnen worden opgegeven die al zijn opgeslagen als snelkeuzenummers en codes voor verkort kiezen, verkleint u de kans op onjuiste bestemmingen en op het lekken van informatie door gebruikers. Als deze functie is ingeschakeld, kunnen gebruikers geen bestemmingen invoeren met de numerieke toetsen.
0LY9-06E Faxen via de pc uitschakelen U kunt instellen dat gebruikers geen faxen kunnen versturen vanaf een computer. 1 2 3 Tik op
0LY9-06F Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren U kunt verhinderen dat eerder gebruikte bestemmingen en instellingen uit de transmissierapporten voor faxen worden geselecteerd. 1 2 Tik op
0LY9-06H Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten Door het faxnummer twee keer in te voeren verkleint u de kans dat een document door onjuiste invoer naar een verkeerd nummer wordt gestuurd. Gebruik functies die in dit gedeelte worden beschreven als u vertrouwelijke documenten verzendt.
Selecteer deze optie om de details van het geselecteerde/ingevoerde snelkeuzenummer of de geselecteerde/ingevoerde code voor verkort kiezen niet weer te geven. Selecteer deze optie om de details van het geselecteerde/ingevoerde snelkeuzenummer of de geselecteerde/ingevoerde code voor verkort kiezen weer te geven.
0LY9-06J Groepsverzending blokkeren Groepsverzending is een functie waarmee u achter elkaar faxen naar verschillende ontvangers kunt sturen. Deze functie kunt u desgewenst uitschakelen. 1 2 Tik op
0LY9-06K HTTP-communicatie uitschakelen HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen. Als u HTTP uitschakelt, zijn bepaalde netwerkfuncties niet meer beschikbaar, zoals de UI op afstand en afdrukken via WSD.
0LY9-06L De UI op afstand uitschakelen De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor de machine kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als de machine via het netwerk is verbonden met een computer. Als u de UI op afstand niet nodig hebt, kunt u de interface uitschakelen om het risico te verkleinen dat de machine door kwaadwillende gebruikers op afstand wordt bediend via het netwerk. 1 2 Tik op
0LY9-06R De UI op afstand gebruiken Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook enkele instellingen uitvoeren, zoals het opslaan van het adresboek. U hoeft uw bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren.
0LY9-06S De UI op afstand starten Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven). Als u vragen hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. 1 2 Start de webbrowser. Typ "http://(het IP-adres van de machine)/" in het adresveld en druk op [Enter].
㻟㻝㻞㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-06U Schermen van de UI op afstand In dit gedeelte worden de belangrijkste schermen van de UI op afstand beschreven. Portaalpagina (hoofdpagina) Pagina [Statusmonitor/annuleren] Pagina [Instellingen/registratie] Pagina [Adresboek] Portaalpagina (hoofdpagina) [Afmelden] Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands. De aanmeldingspagina wordt vervolgens weergegeven.
Pagina [Statusmonitor/annuleren] [Naar portal] Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina). Menu Klik op een item en de inhoud wordt weergegeven op de rechterpagina. controleren Documenten beheren en de status van de machine Navigatiepad De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven. Pictogram Vernieuwen Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina.
Als u zich hebt aangemeld in de eindgebruikersmodus, wordt alleen de optie [Systeembeheer] weergegeven. Pagina [Adresboek] [Naar portal] Geeft de portaalpagina (hoofdpagina) weer. [Sneltoets] Hiermee geeft u de Sneltoets-lijst weer. Opslaan in het adresboek [Kiescode] Hiermee geeft u de lijst met codes voor verkort kiezen weer. Opslaan in het adresboek Navigatiepad De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven.
0LY9-06W Documenten beheren en de status van de machine controleren De huidige status van afdruktaken controleren Logboeken voor faxverzending controleren Foutgegevens controleren Verbruiksartikelen controleren De maximale afdruksnelheid controleren Gegevens van systeembeheerder controleren Totaal aantal afdrukken controleren De bestandsnaam van het document geeft slechts 255 tekens weer. De afgedrukte toepassingsnaam kan aan de bestandsnaam worden toegevoegd.
Foutgegevens controleren Als er een fout optreedt, kunt u deze pagina weergeven door op de portaalpagina (hoofdpagina) op het bericht te klikken onder Portaalpagina (hoofdpagina) [Foutgegevens]. Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten) [Statusmonitor/annuleren] [Foutgegevens] Verbruiksartikelen controleren U kunt een scherm met het papierformaat en papiertype voor de papierbron, het serienummer van de tonercartridge, en andere informatie weergeven.
De maximale afdruksnelheid controleren U kunt de maximale afdruksnelheid weergeven. Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten) [Statusmonitor/annuleren] [Apparaatfuncties] Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. Deze informatie is ingesteld bij [Systeembeheer] op de pagina Instellingen Systeembeheer [Instellingen/registratie].
KOPPELINGEN Schermen van de UI op afstand 㻟㻝㻥㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-06X Menuopties instellen via de UI op afstand U kunt verschillende instellingen van de machine wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van de machine worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand. U kunt de instellingen alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus. 1 2 3 Start de UI op afstand. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie].
Systeembeheer Instellingen Systeembeheer Netwerkinstellingen Netwerk Beveiligingsinstellingen Beveiliging Importeren/Exporteren Het adresboek opslaan of laden via de UI op afstand Instellingsgegevens initialiseren Menu initialiseren KOPPELINGEN Schermen van de UI op afstand 㻟㻞㻝㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-06Y Het adresboek opslaan of laden via de UI op afstand Adresboekgegevens in het apparaat kunnen op uw computer worden opgeslagen (exporteren). Omgekeerd kan ook. Gegevens die zijn opgeslagen op uw computer kunnen worden overgebracht naar het apparaat (importeren). U kunt de bestemmingen in het adresboek gemakkelijk kopiëren naar meerdere apparaten.* Om deze functies te gebruiken, moet u aangemeld zijn in de systeembeheerdersmodus.
5 Volg de aanwijzingen op het scherm om de locatie op te geven voor het geëxporteerde adresboek. Het adresboek wordt opgeslagen. Bedien het apparaat niet totdat het proces is voltooid. Het scherm blijft hetzelfde tijdens de exportbewerking. Gebruik de UI op afstand pas weer als onder aan het scherm het bericht [The (file name) download has completed.] (Het downloaden van (bestandsnaam) is voltooid.) wordt weergegeven.
Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, voert u de [Pincode] in en klikt u op [OK]. instellen voor het adresboek 4 Een pincode Geef aan welk adresboekbestand u wilt importeren en klik op [Start importeren]. U kunt aangeven welk bestand u wilt importeren door op [Bladeren...] te klikken en het bestand te selecteren. U kunt ook bij [Bestandspad] de locatie van het bestand opgeven, samen met de bestandsnaam. 5 Klik op [OK].
0LY9-070 Adresboek wijzigen via de UI op afstand U kunt het adresboek van het apparaat opslaan of bewerken via de computer. U kunt de instellingen alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus. 1 2 Start de UI op afstand. De UI op afstand starten Klik op [Adresboek]. Als de pagina voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven Het adresboek is beveiligd met een pincode. Voer de juiste waarde in bij [Pincode] en klik op [OK]. 3 Klik op [Kiescode].
U kunt een geregistreerd item verwijderen door op de bijbehorende knop [Verwijderen] te klikken. 5 Selecteer [Type bestemming om te registreren] en klik op [OK]. 6 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK].
0LY9-071 Overzicht van menuopties Er zijn verschillende instellingen in dit apparaat. U kunt alle opties uitgebreid aanpassen. Tik in het scherm Start op
0LY9-072 Netwerkinstellingen Alle instellingen voor het netwerk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Als een scherm voor het invoeren van een pincode wordt weergegeven Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . De pincode van de systeembeheerder instellen Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar voor de MF229dw / MF217w.
lijst. U moet handmatig een netwerksleutel invoeren, zoals een WEP-sleutel of een PSK. draadloze router te selecteren De verbinding instellen door een Handmatig invoeren Selecteer deze optie om een draadloze verbinding te configureren door handmatig een SSID in te voeren. Als u deze methode De verbinding instellen door gedetailleerde gebruikt, kunt u gedetailleerde instellingen opgeven voor verificatie en codering. instellingen op te geven Beveiligingsinstell.
Aan Handmatig verkrijgen IP-adres: 0.0.0.0 Subnetmasker: 0.0.0.0 Gateway-adres: 0.0.0.0 Controleer instellingen Automatisch verkrijgen IP-adres Subnetmasker Gateway-adres PING-opdracht Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer. testen De netwerkverbinding DNS-instellingen Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van DNS configureren hostnamen in IP-adressen.
Hiermee kunt u het stateful adres in- of uitschakelen dat wordt verkregen via DHCPv6. IPv6-adres instellen Uit Aan Controleer instellingen Stateful adres Prefixlengte DNS-instellingen Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van DNS configureren hostnamen in IP-adressen. Instellingen DNS-hostnaam/domeinnaam Gebr.
Instellingen WSD-scannen Gebruik WSD-scannen Uit Aan Gebruik Scan n. comp. Uit Aan Gebruik Multicast Discovery Uit Aan Gebruik HTTP Hiermee kunt u HTTP in- of uitschakelen. HTTP is een protocol dat vereist is voor communicatie met een computer, bijvoorbeeld HTTP-communicatie uitschakelen wanneer u de UI op afstand gaat gebruiken of gaat afdrukken via WSD. Uit Aan Instellingen poortnummer Kies deze optie om de standaardpoortnummers voor protocollen te wijzigen voor uw netwerkomgeving.
Uit Communicatiemodus Half-duplex Full-duplex Type Ethernet 10BASE-T 100BASE-TX Aan MAC-adres Controleer het MAC-adres van het apparaat. Dit is een nummer dat uniek is voor elk communicatieapparaat. weergeven Het MAC-adres Initialiseer Netwerkinstellingen Selecteer deze optie om de standaardwaarden van de netwerkinstellingen te herstellen.
0LY9-073 Voorkeuren Alle instellingen voor het geluidsvolume en de display worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Als een scherm voor het invoeren van een pincode wordt weergegeven Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . De pincode van de systeembeheerder instellen Sterretjes (* ) Opties die met een sterretje (*) zijn gemarkeerd, hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen.
Scan gereed signaal Geef aan of de machine een geluidssignaal moet produceren als het scannen van faxdocumenten is voltooid. U kunt ook het volume van het geluid aanpassen. 0 t/m 1 t/m 5 Alleen bij fout Uit Aan Invoersignaal Geef aan of de machine een geluidssignaal moet produceren als een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. Uit Aan Signaal invoerfout Geef aan of de machine een geluidssignaal moet produceren als een ongeldige waarde wordt ingevoerd voor een optie.
Start Kopiëren Fax Scannen
Automatisch Handmatig
selecteer of Taal * Kies deze optie om de taal te selecteren voor het bedieningspaneel, rapporten en lijsten.0LY9-074 Tijdklokinstellingen Alle instellingen voor de timer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties die met een sterretje (*) zijn gemarkeerd, hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen. Tijd stille modus Instellingen Datum en tijd Automat.
Tijdnotatie Selecteer de 12- of 24-uurs tijdnotatie. 12 uur (AM/PM) 24 uur
selecteer de weergave-instelling Huidige datum/tijd instellen Hiermee stelt u de huidige datum en tijd in. Druk op geven of om te schakelen tussen /. en tijd in / om de cursor te verplaatsen en op niet geactiveerd als het instellingenmenu wordt weergegeven. Gebruik de standaardinstellingen om zo veel mogelijk stroom te besparen. De slaapstand instellen 5 t/m 30 (min.) Automatische resettijd Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven. Geef het interval op waarop automatisch resetten wordt uitgevoerd.
0 (de machine blijft online) 1 t/m 5 t/m 60 (min.)
0LY9-075 Algemene instellingen Alle instellingen voor de bediening van de papierlade en de papierinvoermethode worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Invoermethode papier schakelen Geef deze instelling op wanneer u een document gaat afdrukken op papier met logo's. Als u gaat afdrukken op papier met logo's, moet u voor enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken het papier in de papierbron anders laden.
0LY9-076 Kopieerinstellingen Alle instellingen voor het kopiëren worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met een sterretje (*1) zijn alleen beschikbaar voor de MF229dw / MF226dn. Opties gemarkeerd met een sterretje (*2) zijn alleen beschikbaar voor de MF229dw. Wijzig standaardinstellingen Densiteit corrigeren Wijzig standaardinstellingen U kunt de standaardinstellingen voor kopiëren wijzigen.
Densiteit corrigeren Hiermee kunt u een basisinstelling voor de kopieerdichtheid opgeven. U kunt de kopieerdichtheid ook tijdelijk wijzigen.
0LY9-077 Faxinstellingen Alle instellingen voor het faxen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Als een scherm voor het invoeren van een pincode wordt weergegeven Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . De pincode van de systeembeheerder instellen Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen.
Alarm Handset van haak Geef aan of de machine een waarschuwingssignaal moet produceren wanneer de handset van de telefoon of de optionele handset niet goed in de houder ligt. U kunt ook het volume van het signaal instellen.
- selecteer of voer het nummer voor het kiezen van een instelling> buitenlijn in als u selecteert Selecteer het type telefooncentrale dat u gebruikt. Als u selecteert, voert u de code voor het prefix op het volgende scherm in.
Gebruik de numerieke toetsen om de code voor het prefix in te voeren, tik op en tik vervolgens op .
ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat. Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn. Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
aantal in te voeren en tik vervolgens op . Geef het interval op voor nummerherhaling. Druk op het interval en tik vervolgens op . / of de numerieke toetsen om een waarde in te voeren voor U kunt aangeven of het nummer opnieuw moet worden gekozen als er een transmissiefout is opgetreden. Selecteer of .
Hiermee kunt u het faxen vanaf een computer in- of uitschakelen. Faxen via de pc uitschakelen Uit Aan Bevestig ingevoerd faxnummer U kunt instellen dat een faxnummer dat is ingevoerd met de numerieke toetsen ter bevestiging nogmaals moet worden ingevoerd. Scherm weergeven voor het bevestigen van faxnummers Uit Aan Instell. RX-functie Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het ontvangen van faxen. ECM RX Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen.
RX op afstand *1 Kies deze optie om instellingen op te geven voor het ontvangen van een fax via een telefoon die is verbonden met de (ontvangst op afstand). Als er een fax naar de machine wordt verstuurd, kunt u deze ontvangen door op de handset van de telefoon een bepaalde code in te voeren. Op deze manier bespaart u tijd en moeite doordat u niet helemaal naar de machine hoeft te lopen.
RX afdrukinstellingen Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het afdrukken van ontvangen faxen. Afdrukken op beide zijden *3 Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen faxen. Uit Aan
Verklein RX-formaat Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het verkleinen van een ontvangen document.Kies deze optie om aan te geven of u aan de onderkant van ontvangen faxen bepaalde informatie wilt afdrukken, zoals de datum en tijd van ontvangst en paginanummers. Uit Aan
Doorgaan m. afdr. als cartr. bijna op is Als u faxberichten ontvangt wanneer de toner bijna op is, bewaart het apparaat deze in het geheugen in plaats van deze af te drukken. Als deze functie echter is ingeschakeld, gaat het apparaat verder met afdrukken.0LY9-078 Scaninstellingen Alle instellingen voor het scannen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sneltoetsinstellingen U kunt scaninstellingen voor de knoppen PC1> en PC2> opslaan. De instellingen bestaan uit de computer waarop gescande afbeeldingen worden opgeslagen, het type scan (kleur of zwart-wit) en de bestandsindeling (PDF of JPEG).
0LY9-079 Printerinstellingen Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Actie wanneer papierfmt niet overeenkomt Halftonen mobiel afdrukken AirPrint-prior. snelheid/beeldkwaliteit Actie wanneer papierfmt niet overeenkomt Hiermee kunt u aangeven of het afdrukken moet doorgaan als het papierformaat dat is geselecteerd, afwijkt van het papier in de papierbron.
-
0LY9-07A Aanpassing/onderhoud Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Tonerbesparing Speciale verwerking Fixeereenheid reinigen Tonerbesparing Selecteer deze optie om de hoeveelheid toner die voor kopiëren en faxen wordt gebruikt, te verminderen.
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het type papier (vooral lichtgewicht papier) en de afdrukomgeving (vooral hoge luchtvochtigheid). Speciale modus V Wijzig deze instelling als gekrulde of gekreukelde afdrukken worden uitgevoerd. Uit Modus 1 Modus 2 Modus 3
selecteer de modus De instelling activeren Deze instelling wordt in de volgende omstandigheden geactiveerd.Nadat de instelling is gewijzigd Als u of opgeeft, krijgt u mogelijk afdrukken met strepen. of kan resulteren in vage contouren, of afbeeldingen die er wat korrelig uitzien. geeft de donkerste afdrukdichtheid, de lichtste. Na het afdrukken vanaf een smartphone of tablet Als er strepen op afdrukken zichtbaar zijn, wijzigt u de instelling met .
Kopiëren Uit Aan Afdrukken Uit Aan
of selecteer Nadat de instelling is geactiveerd Als is opgegeven, heeft deze instelling prioriteit ten opzichte van de instelling voor . Deze modus heeft een sterker effect dan , maar de afdruksnelheid is lager.Afdrukken zijn minder scherp. Bij gebruik van een nieuwe tonercartridge komt er toner op niet-bedrukbare gebieden terecht. Toner raakt sneller op. Speciale modus K Als toner niet goed hecht en afdrukken flets zijn, selecteert u . Uit Aan Als is ingesteld De afdruksnelheid is lager. Fixeereenheid reinigen Reinig de fixeereenheid nadat een tonercartridge is vervangen of als afdrukken zwarte strepen bevatten.
0LY9-07C Instellingen Systeembeheer Alle instellingen voor systeembeheerinstellingen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Als een scherm voor het invoeren van een pincode wordt weergegeven Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . De pincode van de systeembeheerder instellen Sterretjes (* ) Opties die met een sterretje (* ) zijn gemarkeerd, hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen.
Typ maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam en de installatielocatie om de machine te identificeren. Apparaatnaam Locatie
selecteer of voer of in ( Tekst invoeren) Beveiligingsinstellingen Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten op IP- of MAC-adressen.Uit Aan
selecteer of Selecteer land/regio * Geef het land of de regio op waarin de machine wordt gebruikt. De standaardinstelling kan verschillen, aangezien deze wordt bepaald op het moment dat de machine de eerste keer wordt ingeschakeld. Beperk TX-functie Hiermee kunt u beperkingen opgeven ten aanzien van het faxen of mailen naar geselecteerde bestemmingen. Pincode adresboek Kies deze optie om een pincode in te stellen die moet worden ingevoerd om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of Een pincode instellen voor het adresboek om bestaande vermeldingen te wijzigen.
Gebruik als USB-apparaat Hiermee kunt u de USB-poort in- of uitschakelen waarmee de machine kan worden verbonden met een computer. Uit Aan
de machine opnieuw op selecteer of start Product Extended Survey Program inschak. Hiermee kunt u Product Extended Survey Program in- of uitschakelen (een programma voor het verzamelen van gebruiksgegevens van de machine).Kopen weergeven>. Adresboek importeren/exporteren U kunt een adresboek van een computer importeren of van de machine exporteren. met de bijgeleverde software Adresboekgegevens importeren en exporteren PDL-selectie (Plug and Play) Selecteer een paginabeschrijvingstaal (PDL), zodat de machine wordt gedetecteerd als een printer die compatibel is met die taal wanneer de machine via Plug and Play wordt aangesloten op een computer.
Bepaal aan de hand van de omgeving waarin de machine wordt gebruikt hoe u de update van de firmware wilt installeren. Selecteer deze optie om de firmware-update op de website van Canon zelf handmatig te installeren. Raadpleeg de handleiding op de website voor installatie-instructies. Als het apparaat een draadloze LAN gebruikt, werkt u deze bij met onderaan of gebruikt u een USB-kabel om verbinding te maken.
0LY9-07E Menu initialiseren Selecteer deze optie om voor de onderstaande instellingen de standaardwaarden te herstellen. U kunt Menu initialiseren alle instellingen in één keer herstellen of alleen bepaalde instellingen. Als een scherm voor het invoeren van een pincode wordt weergegeven Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . De pincode van de systeembeheerder instellen Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar voor de MF229dw / MF217w.
0LY9-07F Problemen oplossen Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. Papierstoringen Als een document of papier vastloopt, raadpleegt u Papierstoringen verhelpen om het vastgelopen papier te verwijderen. Er wordt een bericht of foutcode weergegeven Als het scherm een bericht of foutcode (drie cijfers) weergeeft, raadpleegt u de volgende gedeeltes.
0LY9-07H Papierstoringen verhelpen Als het papier is vastgelopen, wordt weergegeven op het scherm. Druk op om eenvoudige oplossingen weer te geven. Als u de procedures op het scherm niet goed begrijpt, raadpleegt u de volgende gedeeltes om storingen te verhelpen. MF229dw Vastgelopen documenten in de documentinvoer
Vastgelopen documenten in de documentinvoer (MF229dw) Als er documenten in de documentinvoer zijn geplaatst, verwijdert u deze eerst. Volg daarna de onderstaande procedure. 1 2 Verwijder het vastgelopen document uit de klep van de documentinvoer. 1 Open de klep van de documentinvoer. 2 Zet de hendel in de ontgrendelstand. 3 Trek het document voorzichtig uit de invoer. Verwijder het vastgelopen document uit de binnenste klep van de invoer. 1 Houd de groene knop vast en open de binnenste klep.
3 Duw de hendel in de vergrendelstand en sluit de klep van de documentinvoer. Vastgelopen documenten in de documentinvoer (MF226dn / MF217w / MF216n) Als er documenten in de documentinvoer zijn geplaatst, verwijdert u deze eerst. Volg daarna de onderstaande procedure. 1 Open de klep van de documentinvoer. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de klep van de documentinvoer. Papier loopt vast in het apparaat 1 Verwijder de tonercartridge. 1 Zet het bedieningspaneel omhoog.
forceert, kan het beschadigd raken. 2 Open de tonerklep met de handgreep aan de rechtervoorzijde van de klep. 3 Verwijder de tonercartridge. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Controleer of er papier in de documentuitvoerklep vastzit. 4 1 Trek naar u toe terwijl u de knop ( 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de uitvoerklep. ) ingedrukt houdt om de uitvoerklep te openen. Controleer of er papier in het apparaat vastzit.
het papier ziet. 2 5 Zodra de rand van het papier zichtbaar is, trekt u het langzaam uit het apparaat. Controleer of er papier vastzit in de sleuf voor handmatige invoer of de papierlade. 1 Trek vastgelopen papier uit de sleuf voor handmatige invoer. 2 Open de papierklep en verwijder eventueel papier. 3 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 4 Plaats papier en sluit de papierklep. Ga voor MF217w / MF216n verder met stap 7. 6 Controleer of er papier in de achterklep vastzit.
7 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de achterklep. Installeer de tonercartridge. Plaats de nokken aan de rechter- en linkerkant ( apparaat. 8 ) in de geulen voor de tonercartridge, en duw de cartridge volledig in het Sluit de tonerklep en laat het bedieningspaneel zakken. Als u de tonerklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercartridge goed is ingebracht. Als u de klep forceert, kan deze beschadigd raken.
0LY9-07J Er wordt een foutbericht weergegeven Als u geen fax kunt verzenden, het geheugen vol is of als er bedieningsproblemen zijn, verschijnt er een bericht op het scherm. In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht. Authenticatie met gedeelde sleutel mislukt. Controleer de WEP-instellingen. De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op de machine.
De verbinding met de pc is verbroken. Controleer de verbinding. De verbinding met de computer is verbroken tijdens het scannen. Controleer de verbinding tussen de machine en de computer. Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden De WEP-sleutel is niet correct ingesteld. Controleer de WEP-instellingen. De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op de machine.
Het type en formaat papier opgeven Er is geen papier geladen waarop ontvangen documenten kunnen worden afgedrukt. Ontvangen documenten kunnen worden afgedrukt op papier van het formaat A4 of Letter. Laad papier van het formaat A4 of Letter en stel dit formaat in. Stel het type papier in op , , of , afhankelijk van het papier dat is geladen.
Het opgeven en registreren van nieuwe bestemmingen is beperkt. Alleen bestemmingen die zijn opgeslagen in het adresboek kunnen worden geselecteerd voor het versturen van een fax of een e-mail. Als u een nieuwe bestemming wilt invoeren met het bedieningspaneel, of wilt toevoegen of bewerken in het adresboek, moet u instellen op . Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder. Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen Kan de fax niet ontvangen.
is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk. Problemen met installatie/instellingen Kan geen verbinding maken via draadloos LAN. Zet de hoofdschakelaar UIT en AAN en configureer de instellingen opnieuw. De verbinding is mislukt vanwege een fout tijdens het instellen van de draadloze LAN-verbinding. Start de machine opnieuw op en geef de instellingen nogmaals op.
Kan niet verzenden omdat meer dan één bestemming is opgegeven. Er zijn beperkingen ingesteld voor het verzenden van faxen naar meerdere bestemmingen. Als u meerdere bestemmingen wilt opgeven, moet u instellen op of . Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder. Groepsverzending blokkeren Kan toegangspunt niet vinden. Tijdens het automatisch instellen met WPS, is binnen de ingestelde periode geen draadloze router gevonden.
De tonercartridge is niet goed geïnstalleerd of er is een probleem met de tonercartridge. Verwijder de tonercartridge en plaats deze opnieuw. Als het bericht aanhoudt nadat u dit een paar keer hebt gedaan, is de tonercartridge mogelijk defect. Neem contact op met de winkel waar u de machine hebt gekocht, of met de klantenservice van Canon. Tonercartridges vervangen De gebruikte cartridge is misschien geen originele Canon-tonercartridge.
0LY9-07K Er wordt een foutcode weergegeven Als het afdrukken mislukt, u een fax of gescand document niet kunt verzenden of ontvangen of als er een andere fout optreedt, wordt die fout als een foutcode van drie cijfers weergegeven in een rapport of een bericht op het scherm . Raadpleeg de volgende informatie om voor een foutcode mogelijke oorzaken en oplossingen weer te geven. Als u een foutrapport wilt afdrukken, leest Rapporten en lijsten afdrukken.
#018 Het verzenden van een fax is mislukt omdat de machine van de ontvanger niet heeft gereageerd vanwege een bezette lijn of andere oorzaken. Als het apparaat van de ontvanger is uitgeschakeld of als de lijn bezet is, kan een fax mogelijk niet worden verzonden. Vraag de ontvanger de status van het apparaat te controleren. Als u een fax naar het buitenland stuurt, voeg dan pauzes toe aan het faxnummer. Faxen verzenden #022 Het versturen van een fax vanaf een computer is niet toegestaan.
0LY9-07L Veelvoorkomende problemen Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
0LY9-07R Problemen met installatie/instellingen Zie ook Veelvoorkomende problemen. Pictogrammen in de beschrijving Probleem met de draadloze LAN-verbinding Probleem met de bekabelde LAN-verbinding Probleem met de USB-verbinding De machine kan niet tegelijkertijd via een draadloos LAN, een bekabeld LAN en een USB-kabel met een computer worden verbonden. Het is niet mogelijk om de drie verschillende verbindingstypen tegelijkertijd te gebruiken.
Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk. Als het apparaat geen verbinding kan maken met het draadloos LAN (MF229dw / MF217w) De machine belt in naar een onbedoelde bestemming (als er een inbelrouter is aangesloten op het netwerk). Als een inbelrouter geen broadcast-pakketten hoeft door te geven, stelt u de router zo in dat deze pakketten niet worden doorgegeven.
Als u de instellingen van de draadloze router moet wijzigen Als de draadloze router is ingesteld zoals hieronder beschreven, wijzigt u de instellingen van de router. Het filteren van gegevenspakketten op MAC-adres is ingesteld. Als alleen IEEE 802.11n wordt gebruikt voor de draadloze communicatie, wordt WEP geselecteerd of de WPA/WPA2encryptiemethode wordt ingesteld op TKIP.
0LY9-07S Problemen bij het kopiëren Zie ook Veelvoorkomende problemen. Het afdrukresultaat is niet goed. Het papier is gekreukeld of krult om.
0LY9-07U Problemen bij het afdrukken Zie ook Veelvoorkomende problemen. Het afdrukresultaat is niet goed. Het papier is gekreukeld of krult om. Als u niet goed kunt afdrukken U kunt niet afdrukken. Is er een printerstuurprogramma op uw computer geïnstalleerd en werkt dit programma goed? MF Driver Installation Guide Het afdrukken gaat langzaam. * Maak ruimte vrij door gegevens in het geheugen af te drukken of te verwijderen.
0LY9-07W Problemen bij het faxen of met de telefoon Zie ook Veelvoorkomende problemen. Problemen bij het verzenden Een fax wordt niet verzonden. Is de externe telefoonlijn bezet? Wacht tot de lijn vrij is. Is er een fout opgetreden? Druk het communicatiebeheerrapport af en bekijk de inhoud. Communicatiebeheerrapport Is de telefoonlijn goed ingesteld? De telefoonlijn aansluiten Als u een fax naar het buitenland stuurt, voeg dan pauzes toe aan het faxnummer.
0LY9-07X Als u niet goed kunt afdrukken Probeer de volgende oplossingen als het afdrukresultaat te wensen overlaat, of als het papier gekreukeld is of omkrult. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
0LY9-07Y Het afdrukresultaat is niet goed Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig. Het apparaat reinigen Vlekken aan de rand van afdrukken Drukt u gegevens af zonder marges? Dit symptoom doet zich voor als een marge is ingesteld op Geen in het printerstuurprogramma. Marges van 5 mm of minder rond de rand van het papier of 10 mm of minder rond de rand van enveloppen vallen buiten het bedrukbare gebied van het apparaat.
Is de toner bijna op? Controleer hoeveel toner er nog is en vervang zo nodig een of meer van de tonercartridges. Tonercartridges vervangen Vlekken en spetters Gebruikt u geschikt papier? Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier Papier plaatsen Controleer de instelling voor . Speciale verwerking Is de toner bijna op? Controleer hoeveel toner er nog is en vervang zo nodig een of meer van de tonercartridges.
Afdrukken vertonen witte stippen Gebruikt u geschikt papier? Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier Papier plaatsen Is de drum in de tonercartridge niet meer goed? Vervang de tonercartridge door een nieuwe. Tonercartridges vervangen Drukt u een document hoog contrast af? Wijzig de instelling voor [Modus Speciaal afdrukken] in het printerstuurprogramma. [Speciale instellingen 2] geeft een lichtere afdrukdichtheid dan [Uit] of [Speciale instellingen 1].
De afdrukken zijn grijsachtig Is bij te donker ingesteld? Wijzig de instelling zodat de dichtheid lichter is. Overzicht van menuopties Staat de printer bloot aan direct zonlicht of een sterke lichtbron? Installeer de printer op een geschikte locatie. Installatie De machine verplaatsen Is de tonercartridge lange tijd blootgesteld aan direct zonlicht? Bewaar de tonercartridge twee à drie uur op een geschikte locatie en probeer opnieuw af te drukken.
0LY9-080 Het papier krult om of is gekreukeld Gekreukeld papier Is het papier goed geladen? Als de stapel papier hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen of schuin in de lade ligt, kunnen er kreukels of vouwen ontstaan. Papier plaatsen Gebruikt u papier dat vochtig is geweest? Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier plaatsen Gebruikt u geschikt papier? Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
0LY9-081 Papier wordt niet goed ingevoerd Afdrukken zijn scheef Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier? Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, zijn de afdrukken scheef. Papier plaatsen Wordt het papier ingevoerd via de sleuf voor handmatige invoer? Plaats het papier in de papierlade. Papier in de papierlade plaatsen Drukt u af op omgekrulde enveloppen? Strijk de enveloppen glad en druk opnieuw af.
0LY9-082 Wanneer een probleem niet kan worden opgelost Als u door het raadplegen van de informatie in dit hoofdstuk een probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of te repareren Als u dat wel doet, bestaat de kans dat de garantie vervalt.
0LY9-083 Onderhoud In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de machine beschreven, inclusief het reinigen van de machine en het initialiseren van instellingen.
0LY9-084 Het apparaat reinigen Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen Onderhoud en inspecties gebruiken. Lees eerst de veiligheidsinstructies door voordat u aan de slag gaat.
0LY9-085 Behuizing Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden. Alleen de MF229dw / MF226dn zijn uitgerust met ventilatieopeningen. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0LY9-086 Glasplaat Verwijder regelmatig stof van de glasplaat en de onderzijde van de invoer om vlekken op documenten of afdrukken te voorkomen. Als u een bericht wilt weergeven wanneer de glasplaat vuil is, stelt u in op . 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0LY9-087 Documentinvoer Er kan zich stof en grafietpoeder verzamelen op de rol in de invoer, met vlekken op de afdrukken als gevolg. Voer de onderstaande procedure uit om de invoer te reinigen. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0LY9-088 Fixeereenheid Er kan zich vuil verzamelen op de fixeereenheid in het apparaat, met zwarte strepen op afdrukken als gevolg. Voer de onderstaande procedure uit om de fixeereenheid te reinigen. U kunt de fixeereenheid niet reinigen als de wachtrij van het apparaat documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt. Voor het reinigen van de fixeereenheid hebt u papier nodig dat groter is dan normaal A4- of Letterformaat.
0LY9-089 De binnenkant van het apparaat Reinig de binnenkant van het apparaat regelmatig, zodat zich geen tonerpoeder of papierstof in het apparaat ophoopt. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
7 Sluit de tonerklep en laat het bedieningspaneel zakken. Als u de tonerklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercartridge goed is ingebracht. Als u de klep forceert, kan deze beschadigd raken. 8 Steek de stekker weer in het stopcontact en schakel het apparaat in.
0LY9-08A Tonercartridges vervangen U ziet een bericht op het display van de machine als een tonercartridge bijna leeg is. De afdrukkwaliteit neemt flink af als u dan gewoon blijft afdrukken zonder actie te ondernemen. U kunt het resterende tonerniveau controleren op het display. Er wordt een bericht weergegeven Afdrukken zijn van slechte kwaliteit Het tonerniveau controleren Er wordt een bericht weergegeven Het bericht dat wordt weergegeven, is afhankelijk van de resterende hoeveelheid toner.
Vlekken en spetters Witruimte op het origineel is grijs op de afdruk Het tonerniveau controleren U kunt het resterende tonerniveau op ieder gewenst moment als volgt controleren. Het is raadzaam dit altijd te doen voordat u een grote taak wilt gaan afdrukken. controleer het tonerniveau Tonerniveau Hiermee wordt de resterende hoeveelheid toner aangegeven.
0LY9-08C Voordat u de tonercartridge vervangt Voer de volgende procedure uit voordat u de tonercartridge vervangt. Misschien wordt het bericht hierna niet meer weergegeven of is de Onderhoud en afdrukkwaliteit beter. Lees vóór u begint de instructies en waarschuwingen voor het hanteren van de tonercartridge. Verbruiksartikelen inspecties 1 Zet het bedieningspaneel omhoog. Als u het bedieningspaneel niet omhoog kunt zetten Zorg ervoor dat de documentinvoer of glasplaat volledig is gesloten.
Plaats de nokken aan de rechter- en linkerkant ( apparaat. 6 ) in de geulen voor de tonercartridge, en duw de cartridge volledig in het Sluit de tonerklep en laat het bedieningspaneel zakken. Als u de tonerklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercartridge goed is ingebracht. Als u de klep forceert, kan deze beschadigd raken.
0LY9-08E Tonercartridges vervangen Lees de veiligheidsvoorschriften in 1 Onderhoud en inspecties en Verbruiksartikelen voordat u tonercartridges gaat vervangen. Zet het bedieningspaneel omhoog. Als u het bedieningspaneel niet omhoog kunt zetten Zorg ervoor dat de documentinvoer of glasplaat volledig is gesloten. Als er een dik origineel zoals een boek op de glasplaat ligt, verwijdert u dit. Als u het bedieningspaneel forceert, kan het beschadigd raken.
6 Trek de afdichtingstape recht uit de cartridge. De afdichtingstape is ongeveer 50 cm lang. Het uittrekken van de afdichtingstape Als er tape achterblijft in een tonercartridge, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van afdrukken, inclusief faxen. Het is trouwens niet mogelijk om een fax opnieuw af te drukken, aangezien de faxgegevens direct na het afdrukken automatisch worden verwijderd. Trek de afdichtingstape niet schuin of onder een hoek uit de cartridge.
0LY9-08F De machine verplaatsen Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedures als u het apparaat gaat verplaatsen om lichamelijk letsel te voorkomen. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees ook altijd de veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat. 1 Schakel het apparaat en de computer uit. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0LY9-08H Rapporten en lijsten afdrukken U kunt de resultaten van faxtaken bekijken en de instellingen van de machine controleren door rapporten en lijsten af te drukken. TX-resultaatrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden documenten controleren. TX-resultaatrapport Communicatiebeheerrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren. Communicatiebeheerrapport RX-resultaatrapport Hiermee kunt u de logboeken van ontvangen faxdocumenten controleren.
0LY9-08J TX-resultaatrapport U kunt de faxlogboeken van verzonden documenten controleren door een TX-resultaatrapport af te drukken. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen als er een verzendfout optreedt.
selecteer de afdrukinstelling Selecteer deze optie als u geen TX-resultaatrapporten wilt afdrukken. Selecteer deze optie om voor elk verzonden document een TX-resultaatrapport af te drukken.㻠㻞㻜㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-08K Communicatiebeheerrapport U kunt de faxlogboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren door een communicatiebeheerrapport af te drukken. U kunt dit rapport automatisch afdrukken na elke 40 transmissies of handmatig.
0LY9-08L RX-resultaatrapport U kunt de logboeken van ontvangen faxdocumenten controleren door een RX-resultaatrapport af te drukken. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen als er een ontvangstfout optreedt.
selecteer de afdrukinstelling Selecteer deze optie als u geen RX-resultaatrapporten wilt afdrukken. Selecteer deze optie om voor elk ontvangen document een RX-resultaatrapport af te drukken.0LY9-08R Adresboeklijst U kunt de lijst met bestemmingen controleren die als , en beschikbaar zijn in het adresboek door een zogenaamde adresboeklijst af te drukken.
0LY9-08S Lijst met gebruikersgegevens U kunt de lijst met instellingen ( Overzicht van menuopties) en de inhoud die op het apparaat is opgeslagen, controleren door een lijst met gebruikersgegevens af te drukken. Deze lijst bevat het formaat en type papier dat op het apparaat is geregistreerd, plus de afdrukinstellingen van , en .
0LY9-08U Aantal afdrukken weergeven U kunt nagaan hoeveel pagina's in totaal voor afdrukken zijn gebruikt. Het totaal omvat faxen, rapporten en lijsten, plus kopieën en afdrukken van gegevens vanaf computers.
0LY9-08W Instellingen terugzetten op de standaardwaarden U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu initialiseren Het adresboek initialiseren Instellingen voor systeembeheer initialiseren Alle gegevens/instellingen initialiseren 㻠㻞㻢㻌㻛㻌㻠㻣㻥
0LY9-08X Menu initialiseren U kunt de instellingen van de machine ( Overzicht van menuopties) terugzetten op de standaardwaarden. Als u de instellingen in en wilt herstellen, raadpleegt u voor systeembeheer initialiseren. Instellingen Als u een scherm voor het invoeren van een pincode ziet, voert u de pincode in met de numerieke toetsen en tikt u op De pincode van de systeembeheerder instellen .
0LY9-08Y Het adresboek initialiseren U kunt de instellingen van het adresboek terugzetten op de standaardwaarden. Alle gegevens in het adresboek worden hierbij verwijderd. Als u een scherm voor het invoeren van een pincode ziet, voert u de pincode in met de numerieke toetsen en tikt u op De pincode van de systeembeheerder instellen .
0LY9-090 Instellingen voor systeembeheer initialiseren U kunt de instellingen van de machine ( Overzicht van menuopties) terugzetten op de standaardwaarden. Bij bepaalde instellingen moet de machine opnieuw worden opgestart om de standaardwaarden te herstellen. Als u een scherm voor het invoeren van een pincode ziet, voert u de pincode in met de numerieke toetsen en tikt u op De pincode van de systeembeheerder instellen .
0LY9-091 Alle gegevens/instellingen initialiseren Als u alle geregistreerde gegevens en instellingen in één keer wilt wijzigen, bijvoorbeeld wanneer u de installatielocatie van het apparaat verandert, kunt u geregistreerde gegevens (zoals het adresboek) verwijderen en alle instellingen ( Overzicht van menuopties) tegelijk initialiseren. Nadat u alle gegevens/instellingen hebt geïnitialiseerd, moet u het apparaat opnieuw opstarten.
0LY9-092 Bijlage Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de e-Handleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten.
0LY9-093 Handige functies Het is zeker de moeite waard om de functies uit te proberen die in dit hoofdstuk worden beschreven. De functies zijn onderverdeeld in vier categorieën: "Milieubesparing levert geld op", "Efficiënter werken", "Digitaal is beter" en "Ongekende mogelijkheden".
0LY9-094 Milieubesparing levert geld op Dubbelzijdig afdrukken(MF229dw / MF226dn) U kunt dubbelzijdig afdrukken gebruiken voor kopieën, afdruktaken verzonden vanaf uw computer en zelfs voor binnenkomende faxen. Aangezien u zo veel minder papier gebruikt, kunt u flink besparen op de papierkosten. Met de knop kunt u nog veel meer papier besparen door tegelijkertijd dubbelzijdig af te drukken en meerdere pagina's op één vel af te drukken.
Zie De slaapstand instellen voor meer informatie over deze functie. Toner besparen Wilt u documenten of concepten afdrukken, maar is de afdrukkwaliteit niet zo belangrijk? U kunt dan een instelling kiezen die minder toner gebruikt. Kijk eens hoe dat bevalt en u kunt eenvoudig toner en geld besparen. Zie Toner besparen voor meer informatie over deze functie. Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen U kunt documenten rechtstreeks vanaf uw computer faxen.
0LY9-095 Efficiënter werken Adresboek Als u faxadressen invoert in het adresboek, hoeft u niet steeds alle cijfers en letters een voor een in te voeren als u iets wilt gaan versturen. Door veelgebruikte bestemmingen vooraf op te slaan als , kunt u ze op elk gewenst moment weergeven. U kunt de gegevens in uw adresboek opslaan op uw computer, zodat u beschikt over een back-up van uw belangrijke contactgegevens.
Zie De UI op afstand gebruiken voor meer informatie over deze functie. Afdrukinstellingen snel opgeven op intuïtieve wijze Aan de hand van de voorbeeldafbeelding in het printerstuurprogramma kunt u gemakkelijk, op intuïtieve wijze, de paginalay-out en inbindpositie opgeven, omschakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken, enzovoort. Door gewoon op items te klikken kunt u in een handomdraai instellingen opgeven en tegelijk kijken hoe instellingen worden toegepast.
0LY9-096 Digitaal is beter Selectief scannen Waarom zou je een hele pagina van een krant scannen als je eigenlijk alleen maar geïnteresseerd bent in een kop en de bijbehorende foto? In zo'n situatie is ScanGear MF de ideale oplossing. Hiermee kunt u in een voorbeeld aangeven wat u wilt scannen, waarna de scanner zijn werk doet. Dit is eenvoudiger dan met een speciaal programma alle overbodige informatie te verwijderen.
Tekst wordt standaard gescand als een afbeelding, maar u kunt deze afbeelding ook converteren naar tekst die vervolgens kan worden bewerkt. Selecteer hiervoor "OCR" als het scantype wanneer u gaat scannen met MF Toolbox. De software die bij deze machine wordt geleverd, kan alle tekst in de gescande afbeelding converteren naar tekstgegevens die u kunt bewerken met een teksteditor. Zie Scannen met MF Toolbox voor meer informatie over deze functie.
0LY9-097 Ongekende mogelijkheden Een smartphone/tablet gebruiken Wanneer u op weg bent naar een vergadering en een tablet gebruikt, kunt u met deze functie een voorstel waaraan u hebt gewerkt, foto's die met een smartphone zijn gemaakt, of handouts van een vergadering afdrukken of scannen.
Zie Posters afdrukken voor meer informatie over deze functie. Boekjes maken (MF229dw / MF226dn) Sommige documenten verdienen een betere behandeling dan een zielig nietje in de linkerbovenhoek. Met deze machine kunt u daarom heel eenvoudig boekjes maken. Het printerstuurprogramma zorgt voor de positionering van de pagina's. U hoeft de pagina's alleen maar te vouwen en in het midden te nieten. Zie Boekje afdrukken (MF229dw / MF226dn) voor meer informatie over deze functie.
0LY9-098 Technische specificaties De technische specificaties van het apparaat kunnen bij verbeteringen van het apparaat zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
0LY9-099 Apparaatspecificaties Type Persoonlijke desktop Elektrische aansluiting *1 220 tot 240 V, 50/60 Hz (De netspanningsvereisten kunnen per land verschillen. Controleer de spanning van het land waar u het apparaat hebt gekocht.
*1 De verbruikswaarde die op het etiket wordt aangegeven is het gemiddelde stroomverbruik. *2 De opwarmtijd is de tijd tussen het inschakelen van het apparaat en het moment waarop het hoofdscherm op het display verschijnt. De opwarmtijd kan variëren naargelang de gebruiksomstandigheden en de omgeving van het apparaat. *3 Het gewicht is inclusief gevulde tonercartridges.
0LY9-09A Specificaties draadloos LAN Standaard IEEE 802.11g, IEEE 802.11b, IEEE 802.11n Frequentiebereik 2.412 t/m 2.472 MHz IEEE 802.11g 6/9/12/18/24/36/48/54 Mbps Snelheid gegevensverzending IEEE 802.11b 1/2/5,5/11 Mbps IEEE 802.
0LY9-09C Documenttype Ondersteunde documentsoorten Glasplaat Type Formaat (B x L) Normaal papier/Zwaar papier/Foto/Kleine documenten (zoals indexkaarten)/Speciale papiersoorten (zoals calqueerpapier, transparanten, etc.
0LY9-09E Scangebied De grijze gebieden in de onderstaande tabel geven het scangedeelte van het document aan. Zorg ervoor dat de tekst en afbeeldingen in uw documenten binnen het grijze gebied passen. Het scangedeelte verschilt naargelang de gebruikte functie en de plaats van de documenten (de documentinvoer of de glasplaat). Glasplaat Documentinvoer Kopiëren Het scangebied voor kopiëren kan verschillen van het Afdrukgebied afdrukgebied.
0LY9-09F Papier Ondersteunde papierformaten Hieronder ziet u een overzicht van de papierformaten die u in de papierlade en de sleuf voor handmatige invoer kunt plaatsen.
90 tot 105 g/m² 170 vellen 1 vel 105 tot 163 g/m² 100 vellen 1 vel 60 tot 80 g/m² 250 vellen 1 vel 80 tot 90 g/m² 170 vellen 1 vel 60 tot 80 g/m² 250 vellen 1 vel 80 tot 90 g/m² 170 vellen 1 vel 60 tot 163 g/m² 100 vellen 1 vel 50 vellen 1 vel Etiketten 100 vellen 1 vel Envelop 20 vellen 1 vel Zwaar papier*2 Gerecycled papier*1 Gekleurd papier*1 Bond-papier*3 Transparant*4 *1 Alleen in MF229dw / MF226dn; automatisch dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar zonder dat u papier h
0LY9-09H Specificaties van de kopieerfunctie Tekst/Foto (Snel) 300 x 600 dpi Scanresolutie Tekst/Foto, Foto, Tekst 600 x 600 dpi Uitvoerresolutie 600 x 600 dpi Zoompercentage 100% 1:1, Max. 400%, 200%, 141% A5->A4, 70% A4->A5, 50%, Min.
0LY9-09J Specificaties van de faxfunctie Gebruikte lijn Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) *1 Communicatiemodus Super G3, G3 Compressiemethode MH, MR, MMR Modemsnelheid Super G3: 33,6 kbps, G3: 14,4 kbps Automatische terugval Transmissiesnelheid Ongeveer 3 seconden/pagina*2 (ECM-MMR, verzending vanuit het geheugen bij 33,6 Kbps) Verzenden vanuit geheugen/ontvangen in geheugen Max.
0LY9-09K Specificaties van de scannerfunctie Type Kleurenscanner Maximaal scanformaat Glasplaat: maximaal 216 x 297 mm Invoer: maximaal 216 x 356 mm Scanresolutie Optische resolutie Glasplaat: maximaal 600 x 600 dpi Invoer: maximaal 300 x 300 dpi Softwarematige resolutie 9.600 x 9.600 dpi Scansnelheid*1 (A4, 300 x 300 dpi) Stuurprogramma MF229dw Kleur: 15 vellen/minuut Zwart-wit: 22 vellen/minuut MF226dn / MF217w / MF216n Kleur: 15 vellen/minuut Zwart-wit: 20 vellen/minuut TWAIN WIA 1.
0LY9-09L Specificaties van de afdrukfunctie Capaciteit opvangblad *1 (een stapel nieuw papier van A4formaat) Ongeveer 100 vellen (68 g/m²) Afdruksnelheid *2 MF229dw / MF226dn 27 ppm (A4 Normaal 1:1) Tijd eerste afdruk *3 MF217w / MF216n 23 ppm maximaal 6 seconden (A4) Afdrukresolutie 600 dpi x 600 dpi (equivalent aan 1.200 dpi x 1.200 dpi) Gradatie 256 gradaties Tonercartridges Verbruiksartikelen *1 Is afhankelijk van de installatieomgeving en de gebruikte papiersoort.
0LY9-09R Verbruiksartikelen Hier volgt een richtsnoer voor de geschatte levensduur van de verbruiksartikelen die in dit apparaat worden gebruikt. Schaf verbruiksartikelen aan bij uw plaatselijke, erkende Canon-dealer. Neem voorzorgsmaatregelen voor gezondheid en veiligheid in acht wanneer u verbruiksartikelen opslaat en hanteert ( Verbruiksartikelen). Afhankelijk van de installatieomgeving, het papierformaat of het documenttype moet u verbruiksartikelen misschien eerder dan aangegeven vervangen.
0LY9-09S Meegeleverde documentatie Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees deze handleiding eerst. Er worden enkele basisprocedures beschreven, van het verwijderen van het verpakkingsmateriaal tot het installeren van het apparaat. e-Handleiding (deze handleiding) In deze handleiding worden alle functies van het apparaat beschreven. U kunt de handleiding weergeven in een webbrowser.
0LY9-09U De e-Handleiding gebruiken De e-Handleiding is een handleiding die u op uw computer kunt bekijken en die alle functies van het apparaat beschrijft. U kunt zoeken op basis van uw bedoeld gebruik of een trefwoord invoeren om snel de pagina te vinden die u zoekt. U kunt de e-Handleiding gebruiken De e-Handleiding door deze op uw computer te installeren of door de e-Handleiding rechtstreeks vanaf de dvd-rom te starten.
0LY9-09W De e-Handleiding installeren Installeer de e-Handleiding op uw computer vanaf de dvd-rom die bij de machine is geleverd. Het label van de dvd met handleidingen kan verschillen afhankelijk van het land of het model van de machine. 1 Plaats de User Software and Manuals DVD-ROM (Dvd met gebruikerssoftware en handleidingen) in het cdrom-station van uw computer. Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd.
5 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. De installatie wordt gestart. U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. 6 Klik op [Afsluiten]. 7 Klik op [Volgende] [Afsluiten].
De e-Handleiding weergeven Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram van de e-Handleiding op het bureaublad. Als er een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven Klik op [Inhoud weergeven]. TIP om de e-Handleiding rechtstreeks vanaf de dvd-rom te openen Afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt, kan er een beveiligingswaarschuwing worden weergegeven. Als dat het geval is, geef dan toestemming om de inhoud in de webbrowser weer te geven.
geval is, geef dan toestemming om de inhoud in de webbrowser weer te geven.
0LY9-09X De e-Handleiding verwijderen U kunt de e-Handleiding desgewenst van de computer verwijderen. 1 Plaats de User Software and Manuals DVD-ROM (Dvd met gebruikerssoftware en handleidingen) in het cdrom-station van uw computer. Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. 2 Klik op [Start programma's]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven. 3 Klik op [Starten] voor [Handleiding verwijderen].
6 Klik op [Terug] [Afsluiten].
0LY9-09Y Lay-out van de e-Handleiding De e-Handleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Deze pagina wordt weergegeven als u de e-Handleiding start. Canon Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. Tabblad [Inhoudsopgave]/Tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen de inhoudsopgave en de zoekfunctie. Inhoudsopgave De hoofdstuktitels worden weergegeven ( ).
informatie. [Afdrukken] Klik hierop om de weergegeven inhoud af te drukken. Handige functies Verschillende praktijkvoorbeelden om het apparaat zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Klik op / / / om praktijkvoorbeelden op categorie weer te geven. Klik op het bewegende beeld voor meer informatie over elke categorie. U kunt Handige functies het beeld stoppen door de aanwijzer erop te zetten.
[Inhoudsopgave] De hoofdstukpictogrammen en -titels worden weergegeven. / Het tabblad [Inhoudsopgave] kan breder of smaller worden gemaakt. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren.
[Voer hier trefwoord(en) in] Typ hier een of meer trefwoorden en klik op om de zoekresultaten weer te geven in het zoekvenster ( ). [Zoekopties] Klik hierop om zoekopties in te stellen zoals het bereik van de zoekopdracht en jokertekens. Om de opties weer te geven, klikt u op deze knop wanneer die grijs is. Om de opties te verbergen, klikt u op deze knop wanneer die oranje is. Zoekbereik selecteren Hier kunt u het zoekbereik instellen.
Titel (Onderwerp) Geeft titels en onderwerpen weer. Klik op een titel of onderwerp om naar de pagina te gaan. Klik hierop om naar het begin van de pagina te gaan. / Klik hierop om naar het vorige of volgende hoofdstuk te gaan.
0LY9-0A0 De e-Handleiding raadplegen Markeringen Waarschuwingen met betrekking tot veiligheid, beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot de bediening van het apparaat, nuttige tips en andere informatie worden weergegeven met behulp van de onderstaande markeringen. Geeft een waarschuwing aan voor handelingen die lichamelijk letsel tot gevolg kunnen hebben als de handelingen niet juist worden uitgevoerd. Let altijd goed op deze waarschuwingen zodat u het apparaat veilig gebruikt.
0LY9-0A1 Overige In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
0LY9-0A2 Basisbewerkingen in Windows Het onderdeel [Computer] of [My Computer] (Deze computer) weergeven Windows XP Professional/Server 2003/Server 2003 R2 [Start] selecteer [My Computer] (Deze computer). Windows Vista/7/Server 2008/Server 2008 R2 [Start] selecteer [Computer]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm PC] (Deze pc). Windows 8.
Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven Als het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] niet automatisch wordt weergegeven nadat u de dvd hebt geplaatst, volgt u de onderstaande procedure. De stationsnaam van de dvd-rom wordt aangeduid met "D:" in deze handleiding. De stationsletter van het dvd-romstation kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt. Windows XP/Server 2003/Server 2003 R2 1 [Start] 2 Typ "D:\Minst.exe" en klik op [OK].
printer) (of [Properties] (Eigenschappen)). 4 Druk een testpagina af. Klik op het tabblad [General] (Algemeen). Klik op [Print Test Page] (Testpagina afdrukken) om een testpagina af te drukken. De bitarchitectuur controleren Als u niet zeker weet of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows Vista/7/8/8.1/Server 2008/Server 2008 R2/Server 2012/Server 2012 R2 wordt uitgevoerd, volgt u de onderstaande procedure. 1 Open het onderdeel [Control Panel] (Configuratiescherm).
De computernaam controleren Windows XP/Server 2003/Server 2003 R2 1 [Start] 2 Open het onderdeel [System] (Systeem). selecteer [Control Panel] (Configuratiescherm). Klik op [Performance and Maintenance] (Prestaties en onderhoud) [System] (Systeem). 3 Klik op het tabblad [Computer Name] (Computernaam) (of [Network ID] (Netwerk-ID)). 4 Klik op [Change] (Wijzigen) (of [Properties] (Eigenschappen)). Windows Vista/7/8/8.
1 2 3 Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op [Printer Properties] (Eigenschappen van printer) (of [Properties] (Eigenschappen)). Controleer de poortinstellingen. Klik op het tabblad [Ports] (Poorten). Zorg dat de juiste poort is geselecteerd voor de printer.
0LY9-0A3 Voor Mac OS-gebruikers Afhankelijk van de aankoopdatum hebt u mogelijk geen stuurprogramma voor Mac OS bij uw apparaat ontvangen. De stuurprogramma's worden naar de Canon-website geüpload wanneer ze nodig zijn. Controleer het besturingssysteem van uw computer en download het juiste stuurprogramma van de Canon-website. Raadpleeg de MF Driver Installation Guide voor informatie over het installeren en gebruiken van het stuurprogramma.
0LY9-0A4 Kennisgeving Services en software van derden Software van derden R&TTE-richtlijn (Alleen voor modellen met faxfunctie.) (Alleen voor Europa) Canon Inc. / Canon Europa N.V. EMC-voorwaarden van EU-richtlijn Dit apparaat voldoet aan de essentiële EMC-voorwaarden van de EU-richtlijn.
Het gebruik van bedieningen, het maken van aanpassingen, of het uitvoeren van procedures anders dan omschreven in de handleidingen voor dit apparaat, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Voorgeschreven informatie over draadloos LAN Regulatory information Users in the European Union and other European countries MF229dw/MF217w includes Wireless LAN Module (Model name: AW-NM383). This device complies with the essential requirements of the R&TTE Directive 1999/5/EC.
Norsk [Norwegian] CANON INC. erklærer herved at utstyret AW-NM383 er i samsvar med de grunnleggende krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Gaeilge [Irish] Dearbhaíonn CANON INC. leis seo go gcloíonn AW-NM383 le ceanglais riachtanacha agus le forálacha ábhartha eile na Treorach 1999/5/CE. (Alleen voor Europa) Canon Inc. / Canon Europa N.V. Regulatory information for users in Jordan MF229dw/MF217w includes approved Wireless LAN Module (Model name: AW-NM383).
0LY9-0A5 Contact opnemen CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Park, Melville, NY 11747, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD. 15F Jinbao Building No.89, Jinbao Street, Dongcheng District, Beijing 100005, PRC CANON SINGAPORE PTE LTD.
㻝㻌㻛㻌㻠㻤
Introductie 3 Informatie over de stuurprogramma's en de software 4 Ondersteunde besturingssystemen 5 Selecteren welk stuurprogramma moet worden geïnstalleerd 6 Installeren 8 Installeren vanaf de meegeleverde CD-ROM/DVD-ROM 9 Installeren na downloaden van de Canon website 21 Installatie om WSD te gebruiken 28 Verwijderen 33 Problemen oplossen 37 Bijlage 38 De installatiehandleiding gebruiken 39 Schermconfiguratie van de installatiegids 40 De installatiehandleiding bekijken 43 Overige 44 Basisbewerkingen in W
0L9R-000 Introductie In deze Installatiehandleiding wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Toolbox installeert en verwijdert. Systeemvereisten voor het installeren van de MF-stuurprogramma's of MF Toolbox ( Ondersteunde besturingssystemen). Installeren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Toolbox installeert, om het apparaat gereed te maken voor Installeren afdrukken vanaf een computer.
0L9R-001 Informatie over de stuurprogramma's en de software Lees het volgende voordat u de MF-stuurprogramma's of andere software installeert. Het installatieproces varieert al naar gelang de verbindingsmethode en omgeving. MF-stuurprogramma's Printerstuurprogramma U kunt vanuit een toepassing afdrukken op het apparaat wanneer het printerstuurprogramma op uw computer is geïnstalleerd.
0L9R-002 Ondersteunde besturingssystemen Controleer aan de hand van de volgende tabel welke besturingssystemen ondersteuning bieden voor MF-stuurprogramma's en MF Toolbox. : Ondersteund : Niet ondersteund Windows XP Windows Vista/7/8/8.
0L9R-003 Selecteren welk stuurprogramma moet worden geïnstalleerd Voordat u de MF-stuurprogramma's installeert, dient u op het apparaat op te geven welk methode voor verbinding met de computer wordt gebruikt en welke soorten stuurprogramma's moeten worden gebruikt. Een model met een faxfunctie gebruiken Een model zonder faxfunctie gebruiken Een model met een faxfunctie gebruiken 1 Druk op 2 Tik op . 3 4 5 en tik op .
4 5 Gebruik / om of te selecteren en druk op . Gebruik / om het gebruikte stuurprogramma te selecteren en druk op . Opties voor paginabeschrijvingstalen 6 Netwerk UFRII LT UFRII LT (XPS) USB UFRII LT UFRII LT (XPS) Start de machine opnieuw op. Als u bij stap 4 hebt geselecteerd, zet u de machine uit. Vervolgens wacht u minstens 10 seconden en zet u de machine weer aan.
0L9R-004 Installeren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Toolbox installeert, om het apparaat gereed te maken voor afdrukken vanaf een computer. Installeren vanaf de meegeleverde CD-ROM/DVD-ROM Installeer de MF-stuurprogramma's en MF Toolbox vanaf de User Software and Manuals CD-ROM/DVD-ROM (Cd/Dvd met gebruikerssoftware en handleidingen) die bij het apparaat is geleverd.
0L9R-005 Installeren vanaf de meegeleverde CD-ROM/DVD-ROM Bij gebruik van Eenvoudige installatie moet u de stappen in de volgende volgorde uitvoeren: "Installeer de stuurprogramma's" "Installeer de software vanaf de bijgeleverde cd/dvd" "Installeer de e-Handleiding". Raadpleeg vóór u begint "Aan de slag" voor meer informatie over het verbinden van het apparaat en de computer.
Verbinding via bedraad/draadloos LAN Selecteer [Netwerkverbinding] en klik op [Volgende]. In Server 2003/Server 2008/Server 2008 R2/Server 2012/Server 2012 R2 wordt dit scherm niet weergegeven. Ga naar de volgende procedure. 5 Klik op [Installeren]. 6 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan.
7 Klik op [Volgende]. Als u het apparaat via een netwerk met een computer wilt verbinden, gaat u naar stap 8. Als u het apparaat via een USB-kabel met een computer wilt verbinden, gaat u naar stap 10. De stuurprogramma's worden geïnstalleerd. Klik in het volgende scherm op [Ja]. 8 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende].
Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding tussen de machine en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven (eHandleiding)), en klik op [Apparatenlijst bijwerken]. Als u het apparaat nog steeds niet ziet, doet u het volgende: klik op [Zoeken op IP-adres] typ het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld [OK]. 9 Controleer de instellingen en klik op [Starten]. De stuurprogramma's worden geïnstalleerd. 10 Klik op [Afsluiten].
14 15 Volg de instructies op het scherm om de e-Handleiding te installeren. Lees de informatie in het volgende scherm zorgvuldig, selecteer [Accepteren] of [Niet accepteren] en klik op [Volgende]. Als u [Accepteren] selecteert, wordt Product Extended Survey Program geïnstalleerd. Product Extended Survey Program is een programma waarmee gedurende tien jaar elke maand basisinformatie over de installatie en het gebruik van de printer naar Canon wordt verstuurd.
Als u standaardsoftware en de e-Handleiding op de computer wilt installeren, klikt u op [Eenvoudige installatie]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u weergeven. Het scherm [Installatie via cd-rom/dvd-rom] Als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven, klikt u op [MInst.exe uitvoeren]. 4 Geef op hoe u het apparaat met de computer wilt verbinden. USB-verbinding Selecteer [USB-verbinding] en klik op [Volgende].
6 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. 7 Klik op [Volgende]. Als u het apparaat via een netwerk met een computer wilt verbinden, gaat u naar stap 8. Als u het apparaat via een USB-kabel met een computer wilt verbinden, gaat u naar stap 13. De stuurprogramma's worden geïnstalleerd. Klik in het volgende scherm op [Ja].
8 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende]. Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding tussen de machine en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven (eHandleiding)), en klik op [Apparatenlijst bijwerken]. Als u het apparaat nog steeds niet ziet, doet u het volgende: klik op [Zoeken op IP-adres] typ het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld [OK]. 9 Selecteer de stuurprogramma's die u wilt installeren en klik op [Volgende].
[Printernaam]/[Naam faxapparaat] Wijzig de naam zo nodig. [Gebruiken als gedeelde printer]/[Gebruiken als gedeelde fax] Schakel dit selectievakje in als u het apparaat wilt delen (met de computer waarop u de installatie als printserver uitvoert). Een printserver instellen (e-Handleiding) [Gedeelde naam] Wijzig de gedeelde naam zo nodig.
15 16 17 Geef de doelmap voor het installatieproces op en klik op [Volgende]. Geef op aan welke map u een pictogram wilt toevoegen en klik op [Volgende]. Klik op [Starten]. De installatie van MF Toolbox wordt gestart. 18 19 20 21 Klik op [Afsluiten]. Volg de instructies op het scherm om Toner Status te installeren. Volg de instructies op het scherm om Presto! PageManager en de e-Handleiding te installeren.
De resultaten van de installatie controleren Als u wilt weten of de MF-stuurprogramma's, MF Toolbox, de e-Handleiding enzovoort goed zijn geïnstalleerd, controleert u of de pictogrammen worden weergegeven. Printerstuurprogramma Als het printerstuurprogramma goed is geïnstalleerd, verschijnt een pictogram voor de geïnstalleerde printer in de printermap ( De printermap weergeven).
Als het pictogram niet wordt weergegeven Verwijder de stuurprogramma's ( De MF-stuurprogramma's verwijderen) en herhaal de instelprocedure vanaf het begin. Andere software U kunt Presto! PageManager met [Aangepaste installatie] installeren. Als Presto! PageManager goed is geïnstalleerd, verschijnt het Presto! PageManager-pictogram op het bureaublad.
0L9R-006 Installeren na downloaden van de Canon website Installeer de MF-stuurprogramma's of MF Toolbox nadat u de nieuwste versie van de Canon-website hebt gedownload. MF-stuurprogramma's installeren MF Toolbox installeren De resultaten van de installatie controleren Als u het apparaat via een USB-kabel met een computer verbindt, dient u de software te installeren voordat u de kabel aansluit. Het apparaat wordt geleverd zonder USB-kabel. Zorg dat u er een bij de hand heeft.
8 9 10 Klik op [Volgende]. Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. Geef op hoe u het apparaat met de computer wilt verbinden. USB-verbinding Selecteer [USB-verbinding] en klik op [Volgende]. De stuurprogramma's worden geïnstalleerd. Ga naar stap 17. Verbinding via bedraad/draadloos LAN Selecteer [Netwerkverbinding] en klik op [Volgende].
Klik in het volgende scherm op [Ja]. In Server 2003/Server 2008/Server 2008 R2/Server 2012/Server 2012 R2 wordt dit scherm niet weergegeven. Ga naar de volgende procedure. 11 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende]. Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding tussen de machine en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven (eHandleiding)), en klik op [Apparatenlijst bijwerken].
Apparaatgegevens ophalen voor het gebruik van een printserver Schakel het selectievakje [Canon Driver Information Assist Service] in. 13 Selecteer de printerstuurprogramma's die u wilt installeren en klik op [Volgende]. 14 Geef informatie voor elk stuurprogramma op.
[Printernaam]/[Naam faxapparaat] Wijzig de naam zo nodig. [Gebruiken als gedeelde printer]/[Gebruiken als gedeelde fax] Schakel dit selectievakje in als u het apparaat wilt delen (met de computer waarop u de installatie als printserver uitvoert). Een printserver instellen (e-Handleiding) [Gedeelde naam] Wijzig de gedeelde naam zo nodig.
6 7 8 9 10 11 Klik op [Volgende]. Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. Geef de doelmap voor het installatieproces op en klik op [Volgende]. Geef op aan welke map u een pictogram wilt toevoegen en klik op [Volgende]. Klik op [Starten]. Klik op [Afsluiten]. De resultaten van de installatie controleren Als u wilt weten of de MF-stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd, controleert u of de pictogrammen worden weergegeven.
Als het pictogram niet wordt weergegeven Verwijder de stuurprogramma's ( De MF-stuurprogramma's verwijderen) en herhaal de installatieprocedure vanaf het begin.
0L9R-007 Installatie om WSD te gebruiken Als u Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2008 R2/Server 2012/Server 2012 R2 gebruikt, kunt u afdrukken met het WSD-protocol (Web Services on Devices). Als u WSD wilt gebruiken, installeert u eerst het printerstuurprogramma en voegt u vervolgens een netwerkprinter toe. MF-stuurprogramma's installeren Een netwerkprinter toevoegen MF-stuurprogramma's installeren 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Open de printermap.
7 8 Klik op [Bladeren]. Geef de map op waarin de stuurprogramma's zijn opgeslagen, selecteer het INF-bestand en klik op [Openen]. Geef de map op waarin het printerstuurprogramma als volgt is opgenomen. 32-bits besturingssysteem [Driver]-mappen van de cd/dvd of het gedownloade bestand. Geef [dutch] op [32bit] 64-bits besturingssysteem [Driver]-mappen van de cd/dvd of het gedownloade bestand.
11 Wijzig de printernaam zo nodig en klik op [Volgende]. De installatie wordt gestart. 12 Selecteer [Deze printer niet delen] en klik op [Volgende]. Als u de printer wilt delen, geeft u instellingen voor delen op voor de printer die is toegevoegd met toevoegen. (Een printserver instellen (e-Handleiding)) 13 Klik op [Voltooien]. In de printermap wordt een pictogram voor de geïnstalleerde printer weergegeven.
Een netwerkprinter toevoegen 1 Open de netwerkmap. Windows Vista/Server 2008 selecteer [Netwerk]. [Starten] Windows 7/Server 2008 R2 [Computer] selecteer [Netwerk]. [Starten] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] 2 [Verkenner] [Verkenner] selecteer [Netwerk]. selecteer [Netwerk]. Klik met de rechtermuisknop op het nieuw toegevoegde printerpictogram en klik op [Installeren].
rechtermuisknop en selecteert u [Apparaat verwijderen] of [Verwijderen] 㻟㻞㻌㻛㻌㻠㻤 klik op [Ja].
0L9R-008 Verwijderen Als u geïnstalleerde MF-stuurprogramma's, MF Toolbox of Product Extended Survey Program niet langer nodig hebt, kunt u deze software van uw computer verwijderen. De MF-stuurprogramma's verwijderen MF Toolbox verwijderen Product Extended Survey Program verwijderen Toner Status verwijderen De MF-stuurprogramma's verwijderen 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Open het onderdeel [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen].
4 Klik op de knop [Verwijderen]. 5 Klik op [Ja]. De software wordt verwijderd. 6 Klik op [Afsluiten]. MF Toolbox verwijderen 1 2 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Open het onderdeel [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen]. [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen].
3 Selecteer MF Toolbox en klik op [Verwijderen]. Het verwijderprogramma wordt gestart. 4 5 Klik op [Verwijderen]. Klik op [Opnieuw opstarten]. Product Extended Survey Program verwijderen 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Geef [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] weer. Weergave [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen].
Het verwijderprogramma wordt gestart. 4 5 Klik op [Verwijderen]. Klik op [OK].
0L9R-009 Problemen oplossen Het kan gebeuren dat er zich bij het installeren of verwijderen van de MF-stuurprogramma's en MF Toolbox problemen voordoen. Lees in dat geval de volgende gedeelten voordat u contact met Canon opneemt.
0L9R-00A Bijlage De Bijlage bevat informatie die u moet weten, bijvoorbeeld hoe u de Installatiehandleiding moet gebruiken, disclaimers en auteursrechtinformatie.
0L9R-00C De installatiehandleiding gebruiken De Installatiehandleiding is een handleiding die u op de computer kunt doornemen. Hierin wordt informatie over het installeren van stuurprogramma's gegeven. U kunt snel naar een bepaalde pagina gaan door de gewenste informatie te zoeken of trefwoorden in te voeren. De gewenste informatie opzoeken U kunt zoeken naar de gewenste pagina door de volgende drie methoden te gebruiken.
0L9R-00E Schermconfiguratie van de installatiegids De installatiehandleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Deze pagina wordt weergegeven als u de installatiehandleiding start. Canon-logo Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan vanaf een andere pagina. Tabblad [Inhoudsopgave]/Tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen het tabblad [Inhoudsopgave] en het tabblad [Zoeken].
[Inhoudsopgave] Hoofdstukpictogrammen en onderwerptitels worden weergegeven op dit tabblad. / Het tabblad [Inhoudsopgave] kan breder of smaller worden gemaakt. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren.
[Voer hier trefwoord(en) in] Voer één of meerdere trefwoorden in en klik op om de zoekresultaten weer te geven in een resultatenlijst. U kunt een zin invoeren om pagina's te zoeken die alle woorden van de zin bevatten. Zet de zin tussen aanhalingstekens om de exacte zin te vinden. [Zoekopties] Klik om de zoekvoorwaarden te specificeren zoals het bereik van de zoekopdracht en hoofdlettergevoeligheid. Zoekbereik selecteren U kunt dit gebruiken om de individuele hoofdstukken te selecteren om te doorzoeken.
0L9R-00F De installatiehandleiding bekijken Markeringen Beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot de bediening van het apparaat, nuttige tips en andere informatie worden weergegeven met behulp van de onderstaande markeringen. Hiermee worden bedieningsvereisten en -beperkingen aangeduid. Lees deze punten zorgvuldig door voor een juiste bediening van de printer en om schade aan de printer of eigendom te voorkomen. Hiermee wordt een uitleg van een handeling gegeven.
0L9R-00H Overige In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
0L9R-00J Basisbewerkingen in Windows De printermap weergeven Inschakelen [Netwerk detecteren] Het scherm [Installatie via cd-rom/dvd-rom] weergeven De bitarchitectuur controleren Weergave [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen]. Weergave [Apparaatbeheer] De printermap weergeven Windows XP Professional/Server 2003 [Starten] selecteer [Printers en faxapparaten].
[Start] typ "D:\MInst.exe" in [Programma's en bestanden zoeken] of [Zoekopdracht starten] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] selecteer [Uitvoeren] selecteer [Uitvoeren] typ "D:\MInst.exe" druk op [ENTER] op het toetsenbord. typ "D:\MInst.exe" klik op [OK]. klik op [OK].
Weergave [Apparaatbeheer] Windows XP [Starten] [Configuratiescherm] [Prestaties en onderhoud] [Systeem] Windows Vista/7/Server 2008 R2 [Starten] [Configuratiescherm] [Hardware en geluiden] of [Hardware] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm [Apparaatbeheer]. Windows 8.
0L9R-00K Kennisgeving Disclaimer De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. CANON INC. BIEDT GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DIT MATERIAAL, UITDRUKKELIJK NOCH STILZWIJGEND, BEHALVE ZOALS HIERIN GEBODEN, INCLUSIEF, EN ZONDER BEPERKINGEN DAARVAN, GARANTIES OP HET GEBIED VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF HET INBREUK MAKEN OP ENIG RECHT. CANON INC.