-serie Algemene handleiding Wat kan ik met dit apparaat doen? Voor u het apparaat gebruikt Documenten verwerken Afdrukmateriaal Kopiëren Afdrukken Scannen Onderhoud Problemen oplossen Apparaatinstellingen Bijlage Lees deze handleiding door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de handleiding na het doorlezen op een veilige plaats, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
Handleidingen voor het apparaat ● ● ● ● Het apparaat instellen De software installeren Basisfuncties Onderhoud Beknopte handleiding ● ● ● ● Basisfuncties Onderhoud Apparaatinstellingen Technische specificaties Algemene handleiding (dit document) ● Geavanceerde functies ● Systeemmonitor ● Problemen oplossen Uitgebreide handleiding CD-ROM CD-ROM ● Scanfuncties Handleiding scannerstuurprogramma CD-ROM CD-ROM Geeft aan dat de handleiding als PDF-bestand op de meegeleverde cd-rom staat.
Wat kan ik met dit apparaat doen? Wat kan ik met dit apparaat doen? Kopieerfuncties Een scanmodus selecteren op basis van het type afbeelding Beeldkwaliteit → pag. 4-3 ABC ABC ABC ABC Het contrast van gescande afbeeldingen aanpassen Dichtheid → pag. 4-4 Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen Zoompercentage A → pag.
Combinatie 2 op 1 → Uitgebreide handleiding ABC ABC DEF ABC DEF ABC DEF 1 DEF 2 ABC ABC ABC ABC 1 Wat kan ik met dit apparaat doen? Twee documenten kopiëren op één vel DEF DEF DEF DEF 2 Printerfunctie DE D EABC F FABC ABC ABC 1 Een document afdrukken vanaf een pc Afdrukken → On line Help Scannerfunctie Gedetailleerde scanopties opgeven voor verschillende afbeeldingen Scannen ABC ABC ABC ABC → Handleiding scannerstuurprogramma iii
Inhoudsopgave Handleidingen voor het apparaat................................................... i Wat kan ik met dit apparaat doen? Wat kan ik met dit apparaat doen? ............................................... ii Kopieerfuncties ................................................................ ii Printerfunctie....................................................................iii Scannerfunctie.................................................................iii Inhoudsopgave ..........................
3 Afdrukmateriaal ....................................................................... 3-1 Papiervereisten ............................................................................3-1 Afdrukgebied................................................................................3-2 Richtlijnen papier.........................................................................3-3 Op het MP-blad.............................................................3-4 Het papiertype en -formaat instellen................
8 Problemen oplossen ............................................................... 8-1 Papierstoringen verhelpen .........................................................8-1 Vastgelopen papier.......................................................8-1 Wat kan ik met dit apparaat doen? Meldingen op het LCD-display ...................................................8-7 Algemeen......................................................................8-7 Printer ..................................................
Deze handleiding gebruiken Symbolen in deze handleiding WAARSCHUWING Waarschuwing voor iets dat kan leiden tot de dood of ernstig letsel als de waarschuwing niet wordt opgevolgd. VOORZICHTIG Geeft uitleg over hoe u acties kunt vermijden die u kunnen verwonden of schade aan het apparaat kunnen toebrengen. OPMERKING Geeft uitleg over gebruiksbeperkingen en het voorkomen van kleine problemen.
Illustraties in deze handleiding Tenzij anders vermeld, is er in de illustraties in deze handleiding geen optionele apparatuur aangesloten op de MF4010. Wat kan ik met dit apparaat doen? Ter illustratie worden in dit document afbeeldingen van de MF4010 gebruikt.
Juridische kennisgevingen Handelsmerken Copyright Copyright © 2007 Canon Inc. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, verzonden, getranscribeerd, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald naar een taal of computertaal in welke vorm of met welke middelen dan ook, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon Inc.
Voor u het apparaat gebruikt Voor u het apparaat gebruikt Onderdelen van het apparaat A A Klep van de glasplaat Open deze klep om een document op de glasplaat te plaatsen. B Bedieningspaneel Bevat alle toetsen voor bediening van het apparaat. C Opvangblad Hier worden de kopieën en afdrukken opgevangen. D Papierinvoerlade Laadt het papier.
E F E Glasplaat F Verlenging opvangblad Verlenging voor het opvangblad. G Papierstop Voorkomt dat het papier van het opvangblad valt. Open de papierstop vanaf de originele positie voor A4-papier. G H Papiergeleiders voor het MP-blad Kunnen worden aangepast aan de breedte van het papier. I Papiergeleiderrail Bevat het papier. H J Stofklep Beschermt het papier op het papierinvoerblad tegen vuil en stof. K M L K J MP-blad Voert papier in wanneer u de vellen een voor een handmatig plaatst.
N N USB-poort Sluit hier de USB-kabel (Universal Serial Bus) aan. O Achterklep Open deze klep wanneer u papierstoringen verhelpt. P Netstroomaansluiting Voor u het apparaat gebruikt Sluit hier het netsnoer aan.
Bedieningspaneel Hoofdbedieningspaneel A B C D E F G H I J Voor u het apparaat gebruikt T A S R Q P Toets [Systeemmonitor] Druk hierop om de afdrukstatus en het aantal afdrukken en scans te controleren. B H I F J Druk hierop om het zoompercentage te vergroten of te verkleinen. Toets [Dichtheid] Toets [Beeldkwaliteit] Toets [Sorteren/2 op 1] Toets [Energiebesparing] Druk hierop om de slaapstand handmatig in te stellen of te annuleren.
L Foutindicator R Knippert wanneer er een fout is opgetreden. M Verwerkings-/gegevensindicator Brandt wanneer het apparaat taken in de wachtrij heeft staan. N S Toets [Start] Voor u het apparaat gebruikt Numerieke toetsen Gebruik deze toetsen om nummers in te voeren. P Toets [C] (Wissen) Druk hierop om ingevoerde alfanumerieke tekens te wissen. Q Toets [ ] Druk hierop om een hogere waarde voor verschillende instellingen in te voeren.
LCD-display (stand-bymodus) Kopieermodus A D B A4 TEKST/FOTO C SCAN MODE Voor u het apparaat gebruikt 100% Scanmodus 1 E A Zoompercentage B Papierformaat C Aantal D Dichtheid E Beeldkwaliteit OPMERKING – U kunt desgewenst het stand-bydisplay wijzigen dat verschijnt wanneer u de hoofdschakelaar aanzet. Voor meer gegevens, zie "Instellingenmenu" op pag. 9-3. – Wanneer u de hoofdschakelaar aanzet, geeft het LCD-scherm eerst weer en vervolgens
Voor u het apparaat gebruikt Tonercartridge Met de Canon Genuine-tonercartridge die in dit apparaat wordt gebruikt, kunt u ongeveer 2000 afdrukken maken. Dit aantal is gebaseerd op de standaard ISO/IEC 19752* voor het afdrukken op papier van A4-formaat bij de standaardinstelling voor afdrukdichtheid. De hoeveelheid toner die wordt verbruikt is afhankelijk van het type documenten dat wordt afgedrukt.
Onderhoud van de tonercartridge VOORZICHTIG Werp de tonercartridge niet in open vuur. Het tonerpoeder kan exploderen. 1-8 Voor u het apparaat gebruikt ● Houd de tonercartridge uit de buurt van beeldschermen, schijfstations en diskettes. De magneet in de tonercartridge kan deze producten beschadigen. ● Vermijd plaatsen met een hoge luchtvochtigheid en hoge of sterk wisselende temperaturen. ● Stel de tonercartridge niet langer dan vijf minuten bloot aan direct zonlicht of ander fel licht.
Timerinstellingen Voor u het apparaat gebruikt De slaapstand instellen Wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd inactief is, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd. 1 2 3 [OK] 1 2 3 1-9 Druk op [Extra functies]. Druk op [ op [OK]. ] of [ ] om te selecteren en druk Druk op [ op [OK].
4 6 Voor u het apparaat gebruikt 5 [OK] 4 5 Druk op [ ] of [ ] om te selecteren en druk op [OK]. Druk op [ op [OK]. ] of [ ] om het gewenste interval te selecteren en druk U kunt een interval tussen 3 en 30 minuten kiezen (in stappen van één minuut). U kunt de waarden ook met de numerieke toetsen opgeven. 6 Druk op [Stop/Reset] om terug te keren naar de stand-bymodus.
OPMERKING Voor u het apparaat gebruikt – Druk op [Energiebesparing] op het bedieningspaneel om de normale modus weer te activeren vanuit de slaapstand. – Druk op [Energiebesparing] op het bedieningspaneel om de slaapstand handmatig te activeren.
Voor u het apparaat gebruikt 1-12
Documenten verwerken Documenten verwerken Vereisten voor documenten Glasplaat Type – – – – – Normaal papier Dikke documenten Foto's Kleine documenten (bijvoorbeeld indexkaarten) Speciale typen papier (bijvoorbeeld calqueerpapier*1, transparanten*1, enzovoort) – Boek (hoogte: max. 24 mm) Formaat (B × L) Max. 216 × 297 mm Gewicht Max.
Scangebied 2 mm 2 mm 2 mm 2 mm 2-2 Documenten verwerken Zorg dat de tekst en afbeeldingen van uw document binnen het gearceerde gebied in het volgende overzicht vallen. Denk eraan dat de aangegeven marges slechts indicatief zijn en er in werkelijkheid kleine afwijkingen kunnen zijn.
Documenten verwerken Documenten plaatsen 1 Til de klep van de glasplaat op. 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden gericht. 3 Plaats het document op één lijn met de juiste papierformaatmarkeringen. A4 A5 A5 A4 Wanneer uw document met geen van de papierformaatmarkeringen overeenkomt, plaatst u het middelpunt van uw document op één lijn met de pijlmarkering.
4 Sluit de klep van de glasplaat voorzichtig. VOORZICHTIG – Pas op dat uw vingers niet klem komen te zitten wanneer u de klep van de glasplaat sluit; dat zou tot verwondingen kunnen leiden. – Forceer de klep tijdens het sluiten niet; dat zou de glasplaat kunnen beschadigen en tot verwondingen kunnen leiden. OPMERKING Haal het document van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 2-4 Documenten verwerken Het document kan nu worden gescand.
Afdrukmateriaal Papiervereisten Afdrukmateriaal Papierinvoerlade Formaat (B × L) MP-blad A4, B5, A5, Executive, Envelop (COM10, Monarch, DL, ISO-C5), Oficio, Brazil-Oficio, Mexico-Oficio, Folio, Government-LTR, Government-LGL, Foolscap, LTR, LGL (76 × 127 tot 216 × 356 mm) 60 tot 163 g/m2 Gewicht Aantal Max. 250 vel (Hoogte: max. 25 mm) Max. 1 vel Type Normaal papier, Normaal papier L, Dik papier, Dik papier H, Transparant OPMERKING Het standaardpapierformaat is A4.
Afdrukgebied 6 mm 6 mm 5 mm 5 mm 3-2 Afdrukmateriaal Het gearceerde gebied toont bij benadering het afdrukgebied van papier van A4formaat en enveloppen. Denk eraan dat de aangegeven marges slechts indicatief zijn en er in werkelijkheid kleine afwijkingen kunnen zijn.
Afdrukmateriaal Richtlijnen papier ● Om papierstoringen voorkomen, dient u het volgende te vermijden: – Gekreukeld of gevouwen papier – Gekruld of opgerold papier – Papier met een coating – Gescheurd papier – Vochtig papier – Extra dun papier – Papier waar met een thermische printer op is afgedrukt (maak ook geen kopie op de achterzijde) ● Op de volgende papiertypen wordt niet goed afgedrukt: – Papier met een grove structuur – Zeer glad papier – Glanzend papier ● Zorg dat het papier vrij is van stof en vet
Papier plaatsen Zie het hoofdstuk “De papierbladen instellen en papier plaatsen” in de Beknopte handleiding voor informatie over het plaatsen van papier in de papierinvoerlade. Op het MP-blad OPMERKING – Het papier op het MP-blad heeft bij invoer prioriteit boven het papier in de invoerlade. – Wij raden de enveloppen COM10, MONARCH, DL en ISO-C5 aan. Gebruik van andere enveloppen kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. – Zorg dat u de juiste papierafmetingen instelt in het printerstuurprogramma.
2 Wanneer u papier instelt, schuift u dit op het MP-blad met de afdrukzijde naar boven. Afdrukmateriaal OPMERKING Wanneer u papier plaatst dat is voorzien van een logo, plaats dit dan met de afdrukzijde (de zijde met het logo) omhoog en zodanig dat de bovenrand van het papier als eerste wordt ingevoerd. Wanneer u een envelop instelt, plaatst u deze op het MP-blad met de afdrukzijde naar boven en de rechterrand (dat wil zeggen het dichtst bij de postzegel) eerst.
3 Stel de papiergeleiders zo in dat ze aansluiten op beide zijden van het papier. Als de papiergeleiders niet goed zijn ingesteld op het papierformaat, kan dit een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de afdrukken. 4 Geef het formaat en het type van het papier op dat u wilt laden. Voor het instellen van het papierformaat en het papiertype, zie “Het papiertype en -formaat instellen” op pag. 3-7.
Het papiertype en -formaat instellen De standaardinstelling is en . Wanneer u andere formaten en/of typen papier plaatst, dient u de instellingen op deze manier te wijzigen. De procedure is dezelfde voor de papierinvoerlade en het MP-blad, behalve voor de selectie van de papierinvoerlade en het MP-blad in stap 3 en 6. Afdrukmateriaal 1 2 3 [OK] 1 2 3 3-7 Druk op [Extra functies]. Druk op [ ] of [ ] om te selecteren en druk op [OK]. Druk op [ ] of [ druk op [OK].
4 5 6 Afdrukmateriaal [OK] 4 5 Druk op [ ] of [ ] om te selecteren en druk op [OK]. Druk op [ op [OK]. ] of [ ] om het papierformaat te selecteren en druk , , , , , , , , , , , , , , , , OPMERKING De beschikbaarheid van papierformaten hangt af van het land waar het apparaat wordt gekocht. 6 Druk op [ ] of [ druk op [OK].
7 9 Afdrukmateriaal 8 [OK] 7 8 Druk op [ ] of [ ] om te selecteren en druk op [OK]. Druk op [ ] of [ ] om de papiersoort te selecteren en druk op [OK].
Afdrukmateriaal 3-10
Kopiëren Volg deze procedure voor het maken van een kopie. Zie hoofdstuk 1 “Geavanceerde kopieerfuncties” in de Uitgebreide handleiding voor informatie over geavanceerde kopieerfuncties. Plaats het document 2 Activeer de kopieermodus Kopiëren 1 CBA Plaats het document op de glasplaat. Zie “Vereisten voor documenten” op pag. 2-1. voor documenten die u kunt kopiëren Druk op [COPY]. De indicator COPY gaat branden en het apparaat gaat naar de stand-bymodus voor kopiëren. Wat als...
3 Geef het aantal kopieën op 4 Begin met kopiëren Kopiëren Geef met de numerieke toetsen het aantal kopieën op (1 t/m 99). Druk op [Start]. Vb.: 100% A4 TEKST/FOTO 3 Wat als... ● U hebt een verkeerd nummer ingevoerd: Druk op [C] (Wissen) en voer een nieuw nummer in. Wat als... ● U hebt tijdens het scannen van documenten op [Stop/Reset] gedrukt om een taak te annuleren: De taak wordt direct geannuleerd en het aantal kopieën wordt opnieuw ingesteld.
Scaninstellingen Voordat u op [Start] drukt om te beginnen met kopiëren, kunt u de scaninstellingen aanpassen aan het document dat u gaat scannen. De standaardinstellingen worden hersteld wanneer u de functie voor automatische reset activeert of wanneer u op [Stop/Reset] drukt. Beeldkwaliteit Kopiëren 2 1 1 2 Druk op [COPY]. Druk meerdere malen op [Beeldkwaliteit] om het type document te selecteren. : geschikt voor documenten met tekst en foto's. : geschikt voor documenten met tekst.
Dichtheid U kunt de dichtheid handmatig instellen op het meest geschikte niveau voor het document of u kunt dit automatisch laten doen. ● Automatisch aanpassen 2 1 Kopiëren [OK] 1 2 Druk op [COPY]. Druk herhaaldelijk op [Dichtheid] totdat verschijnt en druk op [OK]. OPMERKING De afbeeldingskwaliteit wordt automatisch ingesteld op .
● Handmatig aanpassen 2 1 Kopiëren 3 [OK] 1 2 Druk op [COPY]. Druk herhaaldelijk op [Dichtheid] om de handmatige modus te selecteren. Vb.: DICHTHEID -LT 3 Druk op [ ] of [ druk op [OK].
Zoompercentage ● Vooraf ingestelde zoompercentages U kunt documenten van een standaardformaat vergroten of verkleinen naar een ander standaardformaat. 2 1 3 Kopiëren [OK] 1 2 3 Druk op [COPY]. Druk op [Vergroten/Verkleinen]. Druk op [ op [OK]. – – – – – ] of [ ] om het zoompercentage te selecteren en druk 200% MAX. 141% A5 → A4 100% 70% A4 → A5 50% MIN. OPMERKING Wanneer de optie
● Zoompercentage instellen U kunt afbeeldingen met ieder gewenst zoompercentage vergroten of verkleinen in stappen van 1%. U kunt kiezen uit zoompercentages tussen 50 en 200%. 2 1 Kopiëren 3 [OK] 1 2 3 Druk op [COPY]. Druk tweemaal op [Vergroten/Verkleinen]. Geef het zoompercentage op met de numerieke toetsen en druk op [OK]. Vb.: ZOOM - 50-200% 100% + U kunt het zoompercentage ook aanpassen met [ ] of [ ]. Druk op [ ] om het zoompercentage te verhogen.
Kopiëren 4-8
Afdrukken Volg deze procedure om een document vanaf de computer af te drukken. Zorg ervoor dat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Raadpleeg de on line Help voor informatie over het instellen van het printerstuurprogramma. Geef een afdrukopdracht 2 Selecteer de printer Afdrukken 1 Ga in een toepassing met een geopend document naar het menu [Bestand] > [Afdrukken]. 5-1 Selecteer het printerpictogram voor het apparaat ([Canon MF4010 Series UFRII LT]).
3 Pas de voorkeursinstellingen aan 4 Druk het document af Afdrukken Klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen] om het dialoogvenster te openen. Klik op [OK] als u klaar bent. Klik op [Afdrukken] of op [OK]. Wat als... ● U wilt het afdrukken annuleren: Zie hoofdstuk 2 “Systeemmonitor” in de Uitgebreide handleiding.
Scannen Volg deze procedure om een document naar uw computer te scannen. Zorg ervoor dat het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd. Raadpleeg de Handleiding scannerstuurprogramma (op de User Software CD (cd met gebruikerssoftware)) voor meer informatie over het instellen van het scannerstuurprogramma. Plaats het document 2 Activeer de scanmodus Scannen 1 CBA Plaats het document op de glasplaat. Voor documenten die u kunt scannen, zie “Vereisten voor documenten” op pag. 2-1. 6-1 Druk op [SCAN].
3 Stel de scanfunctie in 4 Begin met scannen Scannen Start MF Toolbox en stel het scanformaat in. Druk op [Start]. De markering wordt weergegeven boven de knop die u selecteert. Zie hoofdstuk 2 “Een document scannen” in de Handleiding scannerstuurprogramma voor informatie over de instellingen van MF Toolbox. Wat als... ● U wilt het scannen annuleren: Druk op [Stop/Reset] op het bedieningspaneel en klik vervolgens op [OK] op het computerscherm.
Onderhoud Onderhoud Het apparaat reinigen Neem het volgende in overweging alvorens u het apparaat reinigt: – Controleer of er geen documenten zijn opgeslagen in het geheugen, schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. – Gebruik een zachte doek om krassen te voorkomen. – Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoeken of soortgelijke materialen; deze kunnen aan de onderdelen blijven kleven en statische elektriciteit veroorzaken.
3 Binnenzijde Reinig het afdrukgebied regelmatig om te voorkomen dat tonerpoeder en papierstof zich in het apparaat ophopen. 1 2 Open de printerklep (B) met het stukje klep (A) over de uitsparing. A Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Til het scanplatform op totdat dit wordt vergrendeld (A). B 4 Onderhoud A Verwijder de tonercartridge.
6 VOORZICHTIG – Om te voorkomen dat de tonercartridge wordt blootgesteld aan licht, dient u de cartridge in de verpakking te bewaren of in een doek te wikkelen. – Open nooit de beschermklep van de drum op de tonercartridge. Als het oppervlak van de drum wordt blootgesteld aan licht of wordt beschadigd, zal de afdrukkwaliteit afnemen. Houd de tonercartridge altijd bij de handgreep vast (A). De pijl (A) op de tonercartridge dient van u af en naar beneden te wijzen.
8 Druk de tonercartridge naar beneden om ervoor te zorgen dat deze goed in het apparaat zit. 10 Sluit het scanplatform. VOORZICHTIG 9 Pas op voor uw vingers. Sluit de printerklep met het stukje klep. 11 Steek de stekker weer in het stopcontact en schakel het apparaat in.
Fuserrol Als er tijdens het afdrukken zwarte vegen verschijnen, is de fuserrol in het apparaat mogelijk vuil. Reinig de fuserrol in dat geval volgens de volgende procedure. De rol moet elke keer dat de tonercartridge wordt vervangen, worden gereinigd. Plaats een leeg vel A4-papier op het MP-blad en begin met reinigen. OPMERKING Het reinigen van de rol duurt ongeveer 2 minuten. Onderhoud 1 2 3 7-5 Druk op [Extra functies]. Druk op [ ] of [ ] om te selecteren en druk op [OK].
Scangebied 3 Sluit de klep van de glasplaat. Houd het scangebied schoon om te voorkomen dat de kopieën vies worden. 1 Open de klep van de glasplaat. VOORZICHTIG Pas op voor uw vingers. 2 Onderhoud Reinig de glasplaat en de onderzijde van de klep van de glasplaat met een zachte, met water bevochtigde doek. Maak vervolgens het scangebied schoon met een zachte, droge doek.
De tonercartridge vervangen Als de afdruk witte verticale strepen vertoont, dient u de toner in de cartridge opnieuw te verdelen. Als het probleem nog steeds optreedt, vervangt u de cartridge. 3 Verwijder de tonercartridge. De toner verdelen 1 Til het scanplatform op totdat dit wordt vergrendeld (A). Onderhoud A 2 Open de printerklep (B) met het stukje klep (A) over de uitsparing. A B 7-7 4 Schud de tonercartridge 5 of 6 keer voorzichtig heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen.
5 Houd de tonercartridge altijd bij de handgreep vast (A). 7 De pijl (A) op de tonercartridge dient van u af en naar beneden te wijzen. Druk de tonercartridge naar beneden om ervoor te zorgen dat deze goed in het apparaat zit. A 8 VOORZICHTIG – Open nooit de beschermklep van de drum op de tonercartridge. Als het oppervlak van de drum wordt blootgesteld aan licht of wordt beschadigd, zal de afdrukkwaliteit afnemen. Sluit de printerklep met het stukje klep.
De tonercartridge vervangen door een nieuwe cartridge 1 3 Verwijder de tonercartridge. Til het scanplatform op totdat dit wordt vergrendeld (A). A 4 Onderhoud 2 Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Open de printerklep (B) met het stukje klep (A) over de uitsparing. A OPMERKING Bewaar het verpakkingsmateriaal. U hebt dit verpakkingsmateriaal later nodig als de tonercartridge leeg is en u deze door een volle cartridge gaat vervangen.
6 Houd de tonercartridge met een hand vast en trek de afdichtingstape er volledig uit. 8 Plaats de cartridgde zodat het nokje aan de rechterkant van de tonercartrigde (A) in de geleider (B) aan de rechterkant van het apparaat past en schuif de cartridge parallel aan de geleider naar beneden. A OPMERKING Zorg dat u de afdichtingstape recht naar buiten trekt en niet met een hoek. 7 Houd de tonercartridge altijd bij de handgreep vast.
10 Sluit het scanplatform. Onderhoud 11 Sluit de printerklep met het stukje klep. VOORZICHTIG Pas op voor uw vingers.
Het apparaat verplaatsen Volg de volgende procedure om schade door schokken te voorkomen als u het apparaat over een langere afstand verplaatst. 1 2 3 5 Verwijder de tonercartridge. Zet de hoofdschakelaar uit. Haal de stroomstekker en alle andere snoeren uit het apparaat. Til het scanplatform op totdat dit wordt vergrendeld (A). A VOORZICHTIG OPMERKING 4 Open de printerklep (B) met het stukje klep (A) over de uitsparing. Houd de tonercartridge altijd bij de handgreep vast.
6 Sluit het scanplatform. Onderhoud 7 Sluit de printerklep met het stukje klep. 9 10 11 VOORZICHTIG Pas op voor uw vingers. 8 7-13 Verwijder de stofklep van de papierinvoerlade. Verwijder het papier uit de papierinvoerlade. Leg de stofklep in het apparaat. Duw de papiergeleiderrail naar binnen en sluit de papierinvoerlade.
12 13 14 Klap de papierstop in en duw vervolgens de verlenging voor het opvangblad in het apparaat. Controleer of alle kleppen zijn gesloten. Onderhoud Til het apparaat aan de handgrepen aan de zijkant voorzichtig op (zie de illustratie). VOORZICHTIG – Til het apparaat nooit op aan een van de losse onderdelen. U kunt letsel oplopen als u het apparaat laat vallen. – Als u rugklachten hebt, dient u eerst het gewicht van dit apparaat te controleren voordat u het optilt.
Problemen oplossen Papierstoringen verhelpen Problemen oplossen Wanneer op het LCD-display wordt weergegeven, dient u eerst vastgelopen papier uit het apparaat te verwijderen. Vervolgens verwijdert u, indien nodig, vastgelopen papier uit de papierinvoerlade of het MP-blad. Doe het volgende als zich regelmatig papierstoringen voordoen: – Waaier het papier uit en maak er een nette stapel van voordat u het in het apparaat plaatst.
2 Verwijder het papier uit de papierinvoerlade. 4 Open de printerklep (B) met het stukje klep (A) over de uitsparing. A 3 Til het scanplatform op totdat dit wordt vergrendeld (A).
5 Haal de tonercartridge uit het apparaat. A B VOORZICHTIG – Raak de fixeereenheid (A) niet aan; deze wordt namelijk erg heet tijdens het gebruik. – Raak de overdrachtsrol (B) niet aan; dat zou het apparaat kunnen beschadigen. VOORZICHTIG Problemen oplossen – Doe horloges en eventuele armbanden of ringen af wanneer u binnen in het apparaat moet zijn. Deze voorwerpen kunnen worden beschadigd als ze in contact komen met de onderdelen in het apparaat.
7 Trek het vastgelopen papier voorzichtig weg tussen de fixeereenheid (A) en de overdrachtsrol (B) tot de voorrand uit het apparaat komt. 9 Pak het vastgelopen papier aan beide kanten beet en trek het daarna langzaam naar buiten in de richting van de pijl. – Wanneer u papier via de papierinvoerlade invoert: A B VOORZICHTIG – Wanneer u papier via het MP-blad invoert: – Raak de fixeereenheid (A) niet aan; deze wordt namelijk erg heet tijdens het gebruik.
10 Houd de tonercartridge altijd bij de handgreep vast. 11 De pijl (A) op de tonercartridge dient van u af en naar beneden te wijzen. A Plaats de cartridgde zodat het nokje aan de rechterkant van de tonercartrigde (A) in de geleider (B) aan de rechterkant van het apparaat past en schuif de cartridge parallel aan de geleider naar beneden. A VOORZICHTIG Open nooit de beschermklep van de drum op de tonercartridge.
13 14 Sluit de printerklep met het stukje klep. Sluit het scanplatform. 16 Schuif de nokken (A) aan beide zijden van de stofklep in de geleiders (B) in het apparaat en breng de hoeken van de stofklep op één lijn met de hoeken van de papierinvoerlade. B B A A OPMERKING Pas op voor uw vingers. 15 Plaats het papier in de papierinvoerlade. 8-6 Problemen oplossen VOORZICHTIG Nadat u het scanplatform hebt laten zakken, is het apparaat klaar voor gebruik.
Meldingen op het LCD-display Zie de onderstaande tabel als het LCD-display foutberichten weergeeft. Algemeen Problemen oplossen Melding Beschrijving Actie ANNULEREN: STOP/ RESET Verschijnt afwisselend met andere meldingen. Varieert per getoonde melding. Zie voor meer informatie de uitleg voor de melding (bijv. ). Om kopieertaken te annuleren drukt u op [Stop/ Reset], en vervolgens op [ ]. DOORGAAN : OK Verschijnt afwisselend met andere meldingen.
Melding Beschrijving Actie – Het maximum aantal gescande documenten dat in het geheugen kan worden opgeslagen, is bereikt. – Het geheugen van het apparaat bevat veel gescande documenten wanneer u de kopiesorteerfunctie gebruikt. Verdeel het document en kopieer elk deel apart. PAPIERSTORING Er is papier vastgelopen in het apparaat. Verwijder het vastgelopen papier (Zie “Papierstoringen verhelpen” op pag. 8-1.) en plaats opnieuw papier in de papierinvoerlade of het MPblad.
Melding Beschrijving Actie De printerklep is niet goed gesloten. Zorg ervoor dat de printerklep volledig is gesloten. SYSTEEMFOUT EXXX Er heeft zich een systeemfout voorgedaan. is een driecijferige code die een bepaald type fout aangeeft. Zet de hoofdschakelaar uit. Wacht ten minste vijf seconden en zet dan het apparaat opnieuw aan. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u het beste contact opnemen met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Melding Actie VUL PAPIER BIJ Er bevindt zich geen papier in de papierinvoerlade of het MP-blad, of het is niet goed geplaatst. Plaats papier in de papierinvoerlade of het MPblad. (Zie “Papier plaatsen” op pag. 3-4.) Zorg dat de papierstapel in de papierinvoerlade niet hoger is dan de aangegeven vullimiet op de papierinvoerlade. Plaats de vellen papier één voor één op het MP-blad. Als u papier bijvult tijdens het maken van kopieën, plaats dan geen ander papierformaat.
Printer Melding Beschrijving Actie Verschijnt afwisselend met andere meldingen. Varieert per getoonde melding. Zie voor meer informatie de uitleg voor de melding (bijv. ). Zie hoofdstuk 2 “Systeemmonitor” in de Uitgebreide handleiding voor informatie over het annuleren van een afdruktaak vanaf een computer. PRINTEN De printer is bezig met afdrukken. Geen vereiste bewerking. Wacht totdat het afdrukken voltooid is.
Als u het probleem niet kunt oplossen Als het met alle informatie in dit hoofdstuk niet is gelukt het probleem op te lossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of de Canon-helpdesk.
Apparaatinstellingen Apparaatinstellingen U kunt de apparaatinstellingen vanuit het instellingenmenu naar wens aanpassen. Het instellingenmenu gebruiken Apparaatinstellingen 1 2 [OK] 1 2 Druk op [Extra functies]. Druk op [ ] of [ druk op [OK].
3 5 [OK] 5 Druk op [ ] of [ ] om een submenu te selecteren en druk op [OK]. Druk op [OK] om de instellingen op te slaan of naar een item in het submenu te gaan. Druk op [Stop/Reset] om terug te keren naar de stand-bymodus wanneer u klaar bent. OPMERKING Druk op [Stop/Reset] om het menu te verlaten. Als u op [Stop/Reset] drukt voordat u op [OK] drukt, wordt de instelling niet opgeslagen.
Instellingenmenu OPMERKING – Afhankelijk van het land van aanschaf zijn sommige functies misschien niet beschikbaar. – De menu's die in dit gedeelte worden beschreven zijn gebaseerd op het model MF4010. Sommige instellingen zijn, afhankelijk van het model van uw apparaat, mogelijk niet beschikbaar. Ook het nummer boven aan ieder menu kan afwijken. PAPIERINST. In te stellen item Beschrijving 1 CASSETTE Hiermee stelt u het papiertype en -formaat in de papierinvoerlade in.
KOPIEERINSTELLING In te stellen item 1 STANDAARD INST. DENSITEIT Beschrijving Hiermee selecteert u de standaardinstelling voor kopiëren. Hiermee stelt u de dichtheid voor kopiëren in. – HANDMATIG (1-9) – AUTO* * Wanneer is ingesteld, wordt de beeldkwaliteitsmodus automatisch ingesteld op . BEELDKWALITEIT Hiermee stelt u het documenttype voor kopiëren in.
AANP./REINIGEN Apparaatinstellingen In te stellen item Beschrijving 1 REINIG. FIX.EENH. Hiermee reinigt u de fuserrol. (Zie “Fuserrol” op pag. 7-5.) 2 SPECIALE MODE T Hiermee kunt u vlekken voorkomen op de afdrukken. Wanneer u deze instelling op zet, kan de afdrukdichtheid licht worden. – UIT – AAN 3 SPECIALE MODE U Selecteer deze modus om de afdrukkwaliteit te verhogen bij hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid of bij lage temperaturen en een lage luchtvochtigheid.
Apparaatinstellingen 9-6
Bijlage Technische specificaties Algemeen Personal desktop ● Netspanning 220-240 V, 50/60 Hz (De netspanningsvereisten kunnen per land verschillen. Controleer de spanning van het land waar u het apparaat hebt aangeschaft.) ● Opgenomen vermogen Max: minder dan 710 W ● Opwarmtijd Minder dan 9,0 sec.
Algemeen ● Displaytalen ENGELS /DUITS / FRANS / SPAANS / ITALIAANS / ZWEEDS / NOORS / NEDERLANDS / FINS / DEENS / PORTUGEES / TSJECHISCH / SLOVEENS / HONGAARS / RUSSISCH / TURKS/ POOLS ● Geschikte documenten » pag. 2-1. ● Aanvaardbaar papier » pag. 3-1. ● Afdrukgebied » pag. 3-2. ● Scangebied » pag. 2-2.
Printer ● Afdruksysteem Indirecte elektrostatische methode (on-demand fixatie) ● Papierinvoer – Papierinvoerlade: 250 vellen (Hoogte: max. 25 mm) – MP-blad: 1 vel ● Papieruitvoer 100 vellen (64 tot 80 g/m2) ● Afdruksnelheid Zie “Kopieersnelheid” op pag. 10-2. ● Afdrukresolutie 600 dpi × 600 dpi ● Aantal tinten 256 ● Tonercartridge » pag. 1-7. OPMERKING Bijlage Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Index A H AANP.
P T Papier Afdrukgebied 3-2 Formaat en type 3-7 Plaatsen 3-4 Richtlijnen 3-3 Storingen 8-1 Vereisten 3-1 Papiergeleiderrail 1-2 Papiergeleiders voor het MP-blad 1-2 PAPIERINST. 9-1, 9-3 Papierinvoerlade 1-1 Papierstop 1-2 PAPIERSTORING, bericht 8-1 Papierstoringen verhelpen 8-1 Vastgelopen papier 8-1 Plaatsen Document 2-3 Enveloppen 3-4 Papier 3-4 Problemen oplossen 8-1 Technische specificaties 10-1 Algemeen 10-1 Kopieerapparaat 10-2 Printer 10-3 TIJDKLOKINSTEL.
Z Zoompercentage 4-6 Vooraf ingesteld zoompercentage 4-6 Zoompercentage instellen 4-7 Bijlage 10-6
CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika en Midden-Oosten: CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59-61 1185 XB Amstelveen, The Netherlands Nederland: CANON NEDERLAND NV Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, Tel. 023 - 5670123, Fax. 023 - 5670124 België: CANON BELGIUM SA/NV Bessenveldstraat 7, 1831 Diegem, Tel. 02/722 04 11, Fax. 02/721 32 74 Groot-Hertogdom-Luxemburg: CANON LUXEMBOURG SA 21, Rue des Joncs, 1818 Howald, Tel. 352/48 47 96 219, Fax.