User manual

11-3
Onderhoud
6 Gebruik een schone, zachte,
droge, niet-pluizende doek om
toner en papierresten uit het
apparaat te verwijderen.
LET OP
Raak de fixeereenheid (A) niet aan;
deze wordt namelijk erg heet tijdens
het gebruik.
Raak de overdrachtsrol (B) niet aan; dat
zou het apparaat kunnen beschadigen.
Als uw huid of kleding in aanraking komt
met toner, moet u deze er onmiddellijk
met koud water afwassen. Warm water
zal ervoor zorgen dat de toner zich
vasthecht.
7 Houd de tonercartridge altijd bij
de handgreep vast.
De pijlen (A) op de tonercartridge dienen
naar het apparaat te wijzen.
8 Schuif de tonercartridge zo ver
mogelijk in het apparaat.
De linkerrand (A) en de nokjes aan de
rechterzijde (B en C) van de tonercartridge
dienen zich op één lijn te bevinden met de
markeringen in het apparaat.
9 Druk de tonercartridge naar
beneden om ervoor te zorgen
dat deze goed in het apparaat zit.
LET OP
Raak de fixeereenheid (A) niet aan; deze
wordt namelijk erg heet tijdens het gebruik.
A
B
A
B
C
A
A