User manual

13-6
Apparaatinstellingen
2. FOUTSIGNAAL Er klinkt een pieptoon als zich een fout voordoet,
bijvoorbeeld een papierstoring.
AAN (1-3)
–UIT
3. TX GEREED
SIGNAAL*
Er klinkt een pieptoon als een fax wordt verzonden.
ALLEEN FOUT (1-3)
–UIT
AAN (1-3)
4. RX GEREED
SIGNAAL*
Er klinkt een pieptoon als een fax wordt ontvangen.
ALLEEN FOUT (1-3)
–UIT
AAN (1-3)
5. SCAN.GEREED SIGN. Er klinkt een pieptoon als het scannen is voltooid.
ALLEEN FOUT (1-3)
–UIT
AAN (1-3)
6. AFDR.GEREED SIGN. Er klinkt een pieptoon als het afdrukken is voltooid.
ALLEEN FOUT (1-3)
–UIT
AAN (1-3)
4. TONERBESPARING Hiermee bepaalt u of op het verbruik van toner wordt
bespaard.
–UIT
AAN
5. PRINTERDENSITEIT Hiermee berekent u de contrastniveaus opnieuw als de
afbeelding in het document afwijkt van de afgedrukte
afbeelding. (1-9)
STANDAARD INSTEL.