User manual

13-13
Apparaatinstellingen
5. TYPE TEL.LIJN Hiermee selecteert u het type telefoonlijn. (Zie "Het
apparaat instellen voor het verzenden van faxen" in de
Beknopte handleiding.)
–TOONKIEZEN
PULSKIEZEN
6. VOLUMEREGELING Hiermee past u het volume van de monitor en het belvolume
aan.
1. VOLUME
REGELING
Hiermee past u het volume van de monitortoon aan tijdens
het faxen. (0-3)
2. BELVOLUME Hiermee stelt u het volume in van het belsignaal wanneer
het apparaat een oproep detecteert. (1-3)
7. HOORN VAN HAAK Hiermee stelt u in of het alarm klinkt als de optionele
handset of de handset van de externe telefoon van de haak
ligt.
AAN
–UIT
8. STANDAARD INST. Hiermee selecteert u de standaardinstelling voor faxen.
1. DENSITEIT Hiermee stelt u de standaarddichtheid voor faxen in.
STANDAARD
–DK
–LT
2. BEELDKWALITEIT Hiermee stelt u de standaardbeeldkwaliteit voor faxen in.
–FIJN
–FOTO
SUPERFIJN
–ULTRAFIJN
STANDAARD
3. DIRECTE TX Hiermee stelt u in of u <DIRECTE TX> standaard wilt
gebruiken.
–UIT
AAN
FAXINSTELLINGEN (alleen voor MF6550/MF6560PL/MF6580PL)