User manual

13-15
Apparaatinstellingen
4. TIME OUT Hiermee stelt u in of u een document automatisch laten
wilt scannen nadat u het faxnummer hebt ingevoerd.
* Deze functie is niet beschikbaar als u belt via het numerieke
toetsenbord.
AAN
–UIT
5. CONTROLE KIESLIJN Hiermee stelt u in of u de conditie van de telefoonlijn wilt
controleren.
AAN
–UIT
4. RX INSTELLINGEN Hiermee stelt u de ontvangstfuncties in.
1. ECM RX Hiermee bepaalt u of bij ontvangst de ECM
(foutcorrectiemodus) is geactiveerd.
AAN
–UIT
2. FAX/TEL OPT. INST. Hiermee stelt u de optionele items in de modus <FaxTel> in.
(Zie hoofdstuk 1 "Geavanceerde faxfuncties" in de
Uitgebreide handleiding.)
1. BEL STARTTIJD Hiermee stelt u de tijd in die het apparaat nodig heeft om
te controleren of een oproep een fax of een spraakoproep
betreft. (0 SEC-30 SEC)
2. F/T BELDUUR Hiermee selecteert u de belduur voor spraakoproepen.
(15 SEC-300 SEC)
3. F/T SCHAKELACTIE Hiermee bepaalt u of het apparaat overschakelt naar de
ontvangstmodus nadat de belduur is verstreken of dat de
verbinding wordt verbroken.
ONTVANGEN
VERBREKEN
FAXINSTELLINGEN (alleen voor MF6550/MF6560PL/MF6580PL)