Operation Manual
44 Volgorde van basishandelingen 2
Opslaan van gescande gegevens
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor scannen en opslaan. In dit gedeelte wordt tevens beschreven hoe
gescande gegevens worden opgeslagen in een postbus.
1
Plaatsen van originelen
●
Plaats het origineel in de aanvoer
of op de glasplaat.
Originelen in de aanvoer plaatsen
•
Stel de geleiders in op het formaat van uw
originelen. Plaats uw originelen met de te
kopiëren zijde naar boven.
Originelen op de glasplaat plaatsen
•
Open de aanvoer.
• Plaats uw originelen met de tekstzijde naar
beneden.
• Als er een aanmeldscherm voor Afdelings-ID beheer of SSO-H verschijnt, dient u de betreende authenticatiegegevens (ID, wachtwoord/PIN) in te
voeren. Als de Kopiekaartlezer-F1 is geïnstalleerd, plaatst u eerst een controlekaart.
• Als er een inlogservice zoals Afdelings-ID beheer of SSO-H is ingesteld, drukt u op (Log In/Out) om uit te loggen.
2
Selecteren van functie
●
Selecteer [Scannen en opslaan]
op het scherm Hoofdmenu.
• Druk op [Scannen en opslaan]. • Selecteer [Postbus] op het scherm waarin u het
type opslaglocatie kunt selecteren.
Deze procedure gebruikt bijvoorbeeld een postbus om
gescande gegevens op te slaan.
3
Selecteer opslaan
●
Geef de postbus aan waar u het
bestand wilt opslaan.
• Selecteer de gewenste postbus.
• Druk op [Scannen]. U kunt diverse scanfuncties instellen. Voor meer
informatie raadpleegt u e-Handleiding > Scannen
en opslaan.
4
Start het scannen
●
Na het selecteren van de
instellingen, drukt u op
.
• Druk op .