Operation Manual

50 Periodiek onderhoud 3
Papier bijvullen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier kunt
plaatsen.
Het plaatsen van papier in een
papierlade
Indien het geselecteerde papier op is of wanneer de
geselecteerde papierlade tijdens het afdrukken leegraakt,
verschijnt er een scherm op het touch panel display
waarop u wordt gevraagd papier bij te vullen.
Volg de onderstaande procedure om papier in de
papierladen bij te vullen:
VOORZICHTIG
Wanneer u papier hanteert, dient u te voorkomen dat
u uw handen snijdt aan de randen van het papier.
BELANGRIJK
Er verschijnt ook een scherm waarop u wordt gevraagd
papier bij te vullen wanneer de geselecteerde
papierlade niet helemaal in de machine is geschoven.
Zorg dat de papierlade correct is geplaatst.
Vul de papierladen nooit bij met de volgende
typen papier. U voorkomt hiermee de kans op een
papierstoring.
- Erg gekruld of gekreukeld papier
- Dun papier
- Dik 3 (221 tot 256 g/m
2
)
- Papier dat al bedrukt is door een thermische printer
- De achterzijde van papier dat al bedrukt is door een
thermische printer
Zorg dat u het papier goed uitwaaiert voordat u het
plaatst. Dun papier, gerecycled papier, geponst papier,
dik papier, en transparanten moeten goed worden
gewaaierd voordat ze worden geplaatst.
Plaats geen papier of andere voorwerpen in het lege
deel van de lade naast de stapel papier. U voorkomt
hiermee de kans op een papierstoring.
Als u afdrukt in de modus Nieten, verwijder dan niet de
uitgevoerde vellen papier die wachten om te worden
geniet. (Afdrukken en nieten zal worden hervat nadat u
het vastgelopen papier heeft verwijderd.)
OPMERKING
De volgende papierformaten kunnen in de papierladen
1, 2, 3 en 4 worden geplaatst:
- Papierlade 1: A4, A4R, A5R en gebruikersformaat
(139,7 mm x 182 mm t/m 304,8 mm x 390 mm)
- Papierlade 2: 305 mm x 457mm, A3, A4, A4R, A5R,
tabbladen, enveloppen, en gebruikersformaat
(139,7 mm x 182 mm t/m 304,8 mm x 457,2 mm)
- Papierladen 3 en 4: 305 mm x 457mm, A3, A4, A4R,
A5R en Gebruikersformaat (139,7 mm x 182 mm t/m
304,8 mm x 457,2 mm)
- Tabbladpapier kan alleen in papierlade 2 worden
geplaatst als de Tabbladinvoer Kit-B1 is aangesloten.
- Enveloppen kunnen alleen in papierlade 2
worden geplaatst als de Enveloppenaanvoer-D1 is
aangesloten.
- Papierladen 3 en 4 zijn alleen beschikbaar voor
gebruik als de Cassettemodule-AD2 is aangesloten.
Voor meer informatie over de papiertypen die kunnen
worden geplaatst in de Papierladen 1, 2, 3 en 4,
raadpleegt u e-Handleiding > Basishandelingen.
Indien tijdens het afdrukken een melding verschijnt
waarin u wordt gevraagd papier bij te vullen, dan
worden de resterende afdrukken automatisch gemaakt
nadat u het juiste papier heeft bijgevuld. Indien u
een andere papierbron selecteert, dan worden de
resterende afdrukken gemaakt nadat u op [OK] drukt.
Druk op [Annuleren] om het afdrukken te annuleren.
1
Open de papierlade.
1
2
1. Druk op de Openen knop in de papierlade waarin u
papier wilt plaatsen.
2. Pak de greep vast en trek de papierlade zover mogelijk
naar buiten.
2
Bereid het papier voor om in de machine te
plaatsen.
Open het pak papier en neem de stapel papier uit de
verpakking.
OPMERKING
Gebruik voor afdrukken met een hoge kwaliteit door
Canon aanbevolen papier.
Waaier het papier altijd uit voordat u het in de
papierlade plaatst en maak er een nette stapel van.