Gebruikershandleiding Foto van IXUS 105 NEDERLANDS • Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. • Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De inhoud van de verpakking controleren Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de leverancier van het product.
Lees dit eerst Proefopnamen en disclaimer Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Wat wilt u doen? 4 Opnamen maken Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten . . . . 25 Opnamen maken die zijn aangepast aan speciale omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 – 56 Mooie opnamen maken van mensen I Portretten (p. 54) F Bij nacht (p. 54) V Kinderen en dieren (p. 55) w Op het strand (p. 55) P In de sneeuw (p. 56) Diverse andere opnamen maken ’ Binnen (p. 55) t Vuurwerk (p. 56) S Onderwater (p. 56) Weinig licht (p.
Wat wilt u doen? 1 Weergeven De foto's bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling) . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Foto's bekijken op een televisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Foto's bekijken op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Snel foto's zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94, 95 Foto's wissen . . . . . . . .
Inhoudsopgave De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera. Vanaf hoofdstuk 4 worden de geavanceerde functies beschreven, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert. De inhoud van de verpakking controleren... 2 Lees dit eerst............................................... 3 Wat wilt u doen?.......................................... 4 Conventies die in deze handleiding worden gebruikt...........................................
Inhoudsopgave Continu-opnamen maken .........................73 Opnamen maken met de 2 secondenzelfontspanner .....................................74 De zelfontspanner aanpassen..................75 Opnamen maken via een tv......................76 De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling ..................76 Alle beelden wissen ................................101 Beelden roteren ......................................102 Het formaat van beelden wijzigen...........
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt • In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen en schakelaars van de camera voorstellen. • Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ]. • De knoppen die een richting aanduiden en de knop FUNC./SET worden aangeduid met de volgende pictogrammen. (Knop Omhoog) (Knop FUNC./SET) (Knop Rechts) (Knop Links) (Knop Omlaag) • : Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn. • : Tips voor het oplossen van problemen.
Veiligheidsvoorschriften • Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. • De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Veiligheidsvoorschriften Batterij en batterijlader • Gebruik alleen de aanbevolen batterijen. • Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur. • Laat de batterij niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen. • Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. • Laat de batterij niet vallen en voorkom harde schokken of stoten. Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving kunnen veroorzaken.
Veiligheidsvoorschriften • Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt wanneer u een foto maakt. Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben. Voorzichtig • Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon). Dit kan de beeldsensor beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden. • Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
1 Aan de slag Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken en wissen van de gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer. De riem bevestigen/de camera vasthouden • Bevestig de meegeleverde riem aan de camera en draag deze om uw pols tijdens het maken van opnamen, om te voorkomen dat u de camera laat vallen.
De batterij opladen Gebruik de meegeleverde lader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen. Verwijder het klepje. Plaats de batterij. ● Zorg dat de markeringen S op de batterij overeenkomen met de markeringen op de lader en plaats vervolgens de batterij door deze naar binnen en naar beneden te schuiven. Laad de batterij op. ● Voor CB-2LY: kantel de stekker CB-2LY CB-2LYE naar buiten en steek deze in een stopcontact .
De batterij opladen Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (bij benadering) Aantal opnamen 240 7 Afspeeltijd (uren) • Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association). • Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden, kleiner dan hierboven is aangegeven. Batterij-oplaadlampje Op het scherm verschijnt een pictogram of een bericht om de resterende lading van de batterij aan te geven.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de interne, oplaadbare batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. Draai de schroeven van de houder los. ● Draai de schroeven van de houder aan de zijkanten en de onderkant los. Open het klepje van de aansluiting en draai de schroef aan de binnenzijde los. Raak nooit de flitser aan! Open het voorklepje. ● Open het voorklepje door het omhoog te tillen van de onderkant.
Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) • • • • • • SD-geheugenkaarten (2 GB en minder)* SDHC-geheugenkaarten (meer dan 2 GB tot en met 32 GB)* SDXC-geheugenkaarten (meer dan 32 GB)* MultiMediaCards MMCplus-geheugenkaarten HC MMCplus-geheugenkaarten * Deze geheugenkaart voldoet aan de SD-normen. Sommige kaarten werken niet afhankelijk van het merk van de kaart die gebruikt wordt.
De batterij en geheugenkaart plaatsen Plaats de batterij. ● Plaats de batterij op de afgebeelde wijze totdat deze vastklikt. ● Zorg dat u de batterij in de juiste richting plaatst, anders klikt deze niet goed vast. Aansluitpunten Plaats de geheugenkaart. ● Plaats de geheugenkaart op de afgebeelde wijze totdat deze vastklikt. ● Plaats de geheugenkaart in de juiste richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen De batterij en geheugenkaart verwijderen Verwijder de batterij. ● Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. X De batterij wipt nu omhoog. Verwijder de geheugenkaart. ● Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los. X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt. Schakel de camera in. ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het scherm Datum/Tijd verschijnt. Stel de datum en tijd in. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. ● Druk op de knoppen op om een waarde in te stellen.
De datum en tijd instellen Datum en tijd wijzigen U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen. Open de menulijst. ● Druk op de knop n. Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Wijzig de datum en/of de tijd. ● Volg stap 2 en 3 op p. 20 om de instelling te wijzigen. ● Als u op de knop n drukt, wordt het menu gesloten.
De taal van het scherm instellen U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. Open het instellingenscherm. ● Houd de knop m ingedrukt terwijl u op de knop n drukt. Stel de taal van het LCD-scherm in. ● Druk op de knoppen opqr om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Geheugenkaarten formatteren Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren. Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Formateren].
De sluiterknop indrukken ● Druk op de knop m. Het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wijzigt enkel de bestandsbeheerinformatie op de kaart en garandeert niet dat de inhoud volledig wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
Foto's maken (Smart Auto) De camera kan de onderwerp- en opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld. Schakel de camera in. ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het opstartscherm verschijnt. Selecteer de modus A. ● Stel de modusschakelaar in op A.
Foto's maken (Smart Auto) Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen. X Wanneer de camera scherpstelt, hoort u tweemaal een piepgeluid en worden er AF-kaders weergegeven waarop de camera heeft scherpgesteld. Er worden een aantal AF-kaders weergegeven wanneer de camera op meerdere punten heeft scherpgesteld. AF-kader Maak de opname. ● Druk de sluiterknop helemaal in. X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld wordt vastgelegd.
Foto's maken (Smart Auto) Compositiepictogrammen De camera geeft automatisch een pictogram weer voor de bepaalde compositie en stelt vervolgens automatisch de focus in en selecteert de optimale instellingen voor de helderheid en kleur voor het onderwerp.
Foto's maken (Smart Auto) Wat als... • Wat als er witte en grijze kaders verschijnen wanneer u de camera op een onderwerp richt? Als er gezichten worden herkend, verschijnt een wit kader rond het gezicht van het hoofdonderwerp. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs kader. De kaders volgen de onderwerpen binnen een bepaald bereik. (p.
Beelden bekijken U kunt de foto's die u hebt gemaakt op het scherm bekijken. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. Selecteer een beeld. ● Als u op de knop q drukt, doorloopt u de beelden in omgekeerde volgorde van opname, van het nieuwste beeld naar het oudste. ● Als u op de knop r drukt, doorloopt u de beelden in volgorde van opname, van het oudste beeld naar het nieuwste.
Beelden wissen U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. Selecteer het beeld dat u wilt wissen. ● Druk op de knoppen qr om een beeld weer te geven dat u wilt wissen. Wis het beeld. ● Druk op de knop p. X [Wissen ?] verschijnt. ● Druk op de knoppen qr om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Films opnemen De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen. Selecteer de modus E. ● Stel de modusschakelaar in op E. Opnametijd Kies de compositie. ● Als u de zoomknop naar i draait, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j draait, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
Films opnemen X De camera begint met de filmopname Verstreken tijd en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd. ● Als de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de sluiterknop. ● Als u tijdens de opname de compositie wijzigt, blijft de focus hetzelfde maar worden de helderheid en de kleurtoon automatisch aangepast. ● Raak de microfoon niet aan tijdens de opname. ● Gebruik tijdens de opname geen andere knoppen dan de sluiterknop. Het geluid van de knoppen wordt in de film opgenomen.
Films bekijken U kunt de films die u hebt gemaakt, op het scherm bekijken. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatstgemaakte opname verschijnt. X wordt weergegeven op films. Selecteer een film. ● Druk op de knoppen qr om een film te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Het filmbedieningspaneel verschijnt. Speel de film af. ● Druk op de knoppen qr om (afspelen) te selecteren en druk vervolgens op m. X De film wordt afgespeeld.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave U kunt de meegeleverde software gebruiken om uw camerabeelden naar een computer te downloaden om deze weer te geven. Als u ZoomBrowser EX/ ImageBrowser al gebruikt, installeert u de software van de meegeleverde cd-rom, zodat de huidige installatie wordt overschreven.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave Voorbereidingen In de volgende beschrijvingen worden Windows Vista en Mac OS X (v10.5) gebruikt. Installeer de software. Windows Plaats de cd in het cd-romstation van de computer. ● Plaats de meegeleverde cd-rom (DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p. 2) in het cd-romstation van de computer. Start de installatie. ● Klik op [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en volg de instructies op het scherm om verder te gaan met de installatie.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave Sluit de camera aan op de computer. ● Schakel de camera uit. ● Open het klepje en steek de kleine stekker stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting. ● Steek de grote kabelstekker in de computer. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie over de aansluiting. Schakel de camera in. ● Druk op 1 om de camera aan te zetten. Open CameraWindow.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave Voor Windows 7 voert u de volgende stappen uit om CameraWindow weer te geven. • Klik op op de taakbalk. • In het venster dat wordt weergegeven, klikt u op de koppeling om het programma aan te passen. • Klik op [Downloads Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/ Beelden van Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] en klik vervolgens op [OK]. • Dubbelklik op .
Accessoires Geleverd bij de camera Polsriem WS-DC7 Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk Batterij NB-6L* (met kapje) Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE* AV-kabel AVC-DC400* Interfacekabel IFC-400PCU* Geheugenkaart *Ook los verkrijgbaar. Kaartlezer Windows/Macintosh Canon PictBridge-compatibele printers Compact Photo Printers (SELPHY-serie) Inkjetprinters Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij de printer is geleverd voor meer informatie over de printer en interfacekabels.
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. Sommige accessoires worden niet verkocht of zijn niet meer verkrijgbaar in sommige regio's. Voedingen Voedingsadapterset ACK-DC40 Met deze set kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen wanneer u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken of wanneer u de camera aansluit op een computer of printer. U kunt op deze manier niet de batterij in de camera opladen.
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires Overige accessoires Waterdichte behuizing WP-DC36 Gebruik deze behuizing voor het maken van foto's onder water tot op een diepte van 40 meter, voor het maken van foto's in de regen, op het strand en op skipistes. Gewicht voor waterdichte behuizing WW-DC1 Wanneer u de waterdichte behuizing gebruikt voor het maken van foto's onder water, gebruikt u de gewichten om te voorkomen dat de behuizing blijft drijven.
2 Meer informatie Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen van de camera en de informatie op het scherm, evenals instructies voor het basisgebruik.
Overzicht van de onderdelen Lamp (p. 43, 117) Microfoon (p. 32) Lens Luidspreker Zoomknop Opnemen: i (telelens) / j (groothoek) (p. 25) Afspelen: k (vergroten) / g (index) (p. 94, 98) Sluiterknop (p. 24) ON/OFF-knop (p. 20) Flitser (p. 57, 66) Aansluiting statief Klepje gelijkstroomkoppeling (p. 122) Klepje geheugenkaartsleuf / batterijhouder (p. 17) Riembevestigingspunt (p. 13) Modusschakelaar Met de modusschakelaar wijzigt u de opnamemodus.
Lampje Scherm (LCD-scherm) (p. 44) Lampje (p. 43) Knop 1 (Afspelen) (p. 29, 93, 107) Modusschakelaar A/V OUT- (audio/video-uitgang) / DIGITAL-aansluiting (p. 36, 99, 108) Knop n (p. 47) Knop l (Weergave) (p. 44) b (Belichtingscompensatie) (p. 65) / Knop d (Volgende) (p. 95) / knop o Knop e (Macro) (p. 67) / u (Oneindig) (p. 66) / q Knop m FUNC./SET (functie/instellen) (p. 46) Knop h (Flitser) (p. 57, 66, 85) / r Q (Gezicht-zelfontspanner) (p. 61, 74, 75) / a (1 beeld wissen) (p.
Schermweergave Heen en weer schakelen tussen weergaven U kunt de schermweergave wijzigen met de knop l Zie p. 128 voor details over de informatie die op het scherm verschijnt. Opnamen maken Informatieweergave Geen informatieweergave Afspelen Geen informatieweergave Korte informatieweergave Uitgebreide informatieweergave Focuscontroleweergave (p. 97) U kunt ook schakelen tussen weergaven door vlak na de opname op de knop l te drukken terwijl het beeld wordt weergegeven.
Schermweergave Schermweergave in donkere omgevingen tijdens opnamen Als u in een donkere omgeving opnamen maakt, wordt het LCD-scherm automatisch helder zodat u de compositie kunt controleren (de nachtschermfunctie). De helderheid van de opname op het scherm en de helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld kunnen echter verschillend zijn. Er kan schermruis ontstaan en de bewegingen van het onderwerp zijn wellicht wat hoekig op het LCD-scherm. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld.
Menu FUNC. – Basishandelingen Met het menu FUNC. kunt u algemene opnamefuncties instellen. De menu-items en -opties zijn afhankelijk van de modus (p. 130 – 131). Selecteer een opnamemodus. ● Stel de modusschakelaar in op de gewenste opnamemodus. Open het menu FUNC. ● Druk op de knop m. Selecteer een menu-item. ● Druk op de knoppen op om een menu-item te selecteren. X Onder aan het scherm verschijnen de beschikbare opties voor het menu-item. Selecteer een optie.
MENU – Basishandelingen U kunt allerlei functies instellen via de menu's. De menu-items zijn geordend in tabbladen, zoals een tabblad voor opnemen (4) en voor afspelen (1). De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de modus (p. 132 – 135). Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer een tabblad. ● Druk op de knoppen qr of duw de zoomknop (p. 42) naar links of naar rechts om een tabblad te selecteren. Selecteer een menu-item. ● Druk op de knoppen op om een menu-item te selecteren.
De geluidsinstellingen wijzigen U kunt de camerageluiden uitschakelen of het volume ervan aanpassen. Geluiden dempen Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [mute]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [mute] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om [Aan] te selecteren. ● Druk nogmaals op de knop n om terug te keren naar het normale scherm. Het volume aanpassen Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Volume].
De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de helderheid van het scherm op twee manieren wijzigen. Met het menu Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [LCD Helderheid]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [LCD Helderheid] te selecteren. Helderheid aanpassen. ● Druk op de knoppen qr om de helderheid aan te passen. ● Druk tweemaal op de knop n om terug te keren naar het normale scherm.
De standaardinstellingen van de camera herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Reset alle]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Reset alle] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Herstel de instellingen. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Low Level Format geheugenkaart Voer een Low Level Format uit als u denkt dat de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart is verminderd. Door het uitvoeren van een Low Lever Format van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een Low Level Format uitvoert. Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Formateren]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren.
De functie Spaarstand (Automatisch Uit) • Een Low Level Format kan langer duren dan normaal formatteren, omdat alle opgenomen gegevens worden gewist. • U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart stoppen door [Stop] te selecteren. Als u stopt met de Low Level Format, zijn de gegevens gewist maar kunt u de geheugenkaart zonder problemen blijven gebruiken.
3 Opnamen maken in speciale omstandigheden en veelgebruikte functies Dit hoofdstuk beschrijft het maken van opnamen in speciale omstandigheden en het gebruik van basisfuncties, zoals de zelfontspanner. • Als u een opnamemodus selecteert die overeenkomt met de speciale omstandigheden waarin u een opname wilt maken, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen. U hoeft alleen nog op de sluiterknop te drukken om een optimale foto te maken.
Opnamen maken in diverse omstandigheden Als u de juiste modus kiest, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen voor het soort opname dat u wilt maken. Stel de modusschakelaar in op 4 (p. 42). Selecteer de opnamemodus. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om G te selecteren. Selecteer de gewenste opnamemodus. ● Druk op de knoppen qr om de gewenste modus te selecteren en druk vervolgens op de knop m. ● Om speciale opnamen te maken (p.
Opnamen maken in diverse omstandigheden V Foto's maken van kinderen of dieren (Kinderen & dieren) ● Hiermee kunt u foto's maken van bewegende onderwerpen, zoals kinderen en dieren, zodat u geen enkel leuk moment hoeft te missen. ’ Binnenshuis foto's maken (Binnen) ● Hiermee maakt u binnenshuis mooie foto's met natuurlijke kleuren.
Opnamen maken in diverse omstandigheden S Onderwateropnamen maken (Onderwater) ● In combinatie met de waterdichte behuizing WP-DC36 (afzonderlijk verkrijgbaar) maakt u in deze modus foto's met natuurlijke kleuren van onderwaterleven en -landschappen. O Foto's maken van flora (Flora) ● Hiermee kunt u bomen en gebladerte (bijvoorbeeld nieuw blad, herfstbladeren of bloesem) in levendige kleuren vastleggen.
De flitser uitzetten U kunt opnamen maken terwijl de flitser uit staat. Druk op de knop r. Selecteer !. ● Druk op de knoppen qr om ! te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Zodra de instellingen zijn ingesteld, wordt ! weergegeven op het scherm. ● Om de flitser weer in te schakelen, volgt u de stappen hierboven en zet u de instelling terug op .
Nader inzoomen op onderwerpen (Digitale zoom) U kunt met de digitale zoomfunctie inzoomen tot een factor16x of een equivalent hiervan en zo onderwerpen vastleggen die te ver weg zijn om te vergroten met de optische zoom. De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de instelling van de resolutie (p. 68) en de gebruikte zoomfactor. Duw de zoomknop naar i. ● Houd de knop vast totdat het zoomen stopt.
Nader inzoomen op onderwerpen (Digitale zoom) Digitale teleconverter De brandpuntafstand van de lens kan worden vergroot met een equivalent van 1,5x of 2,0x. Dit verkort de sluitertijd en vermindert de kans op onscherpe opnamen ten opzichte van het gebruik van alleen de zoomfunctie (inclusief digitale zoom) met dezelfde zoomfactor. De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de combinatie van de resolutie (p. 68) en de instellingen van de digitale teleconverter. Selecteer [Digitale Zoom].
Datum en tijd aan de opname toevoegen U kunt de datum en tijd van de opname toevoegen in de rechterbenedenhoek van het beeld. U kunt deze daarna echter niet meer verwijderen. Controleer dus op voorhand of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 20). Selecteer [Datum stempel]. ● Druk op de knop n. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 4 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Datum stempel] te selecteren. Accepteer de instelling. ● Druk op de knoppen qr om [Datum] of [Datum & Tijd] te selecteren.
De zelfontspanner gebruiken De zelfontspanner kan worden gebruikt om een groepsfoto te maken waar de fotograaf zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat de sluiterknop is ingedrukt. Druk op de knop p. Selecteer Ò. ● Druk op de knoppen op om Ò te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Daarna wordt Ò weergegeven op het scherm. Maak de opname. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in.
De gezicht-zelfontspanner gebruiken Als u een foto wilt maken waar de fotograaf ook op staat, zoals een groepsfoto, stelt u de compositie van de opname in en drukt u op de sluiterknop. Twee seconden nadat u verschijnt in de compositie en de camera uw gezicht detecteert, maakt deze een opname (p. 78). Selecteer . ● Volg stap 1 tot en met 3 op p. 54 op en selecteer . Kies de compositie en druk de sluiterknop half in.
4 Zelf instellingen selecteren In dit hoofdstuk leert u hoe u met de diverse functies in de modus G uw fotografische vaardigheden gaandeweg kunt uitbreiden. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modusschakelaar is ingesteld op 4 en dat de camera in de modus G is gezet. • G staat voor 'programma automatische belichting'. • Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (p.
Opnamen maken in Programma automatische belichting U kunt instellingen selecteren om allerlei opnamefuncties aan te passen aan uw voorkeuren. AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). Stel de modusschakelaar in op 4 (p. 42). Selecteer G. ● Selecteer G bij stap 2 op p. 54 en druk op de knop m. Pas de instellingen naar wens aan (p. 65 – 76). Maak de opname.
De helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie) U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld, aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. Selecteer de belichtingscompensatiemodus. ● Druk op de knop o. Pas de helderheid aan. ● Kijk naar het scherm en druk op de knoppen qr om de helderheid aan te passen en druk vervolgens op de knop m. X De belichtingscompensatie verschijnt op het scherm.
De flitser inschakelen Als u wilt, kan de flitser bij elke opname worden gebruikt. Met een maximale groothoekinstelling is het flitsbereik ongeveer 30 cm – 4,0 m, en met een maximale telelens ongeveer 50 cm – 2,0 m. Selecteer h. ● Druk eerst op de knop r en gebruik daarna de knoppen qr om h te selecteren. Druk vervolgens op de knop m. X Nadat u de items hebt ingesteld, verschijnt h op het scherm.
Close-ups maken (macro) U kunt een foto van een object maken op korte afstand of zelfs van extreem dichtbij. De afstand waarbinnen opname mogelijk is (scherpstelzone), is ongeveer 3 – 50 cm vanaf het uiteinde van de lens (als de zoomknop naar j is geduwd tot de lens niet meer beweegt, en dus de maximale groothoekinstelling van de lens is bereikt). Selecteer e. ● Druk eerst op de knop q en gebruik daarna de knoppen qr om e te selecteren. Druk vervolgens op de knop m.
De resolutie wijzigen (beeldgrootte) U kunt kiezen uit zes resolutie-instellingen (beeldgrootte). Selecteer de resolutie-instelling. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm. Als u selecteert, kunt u de digitale zoom (p. 58) of de digitale teleconverter (p. 59) niet gebruiken.
De compressieverhouding (Beeldkwaliteit) wijzigen Geschatte waarden voor resolutie en compressieverhouding Resolutie Compressieverhouding Gegevensgrootte van 1 opname (geschatte kB) Aantal mogelijke opnamen 4 GB 16 GB (Hoog) 12M/4000 x 3000 3.084 1231 5042 1.474 2514 10295 (Normaal 1) 8M/3264 x 2448 2.060 1828 7487 980 3771 15443 (Normaal 2) 5M/2592 x 1944 1.395 2681 10981 695 5247 21486 (Normaal 3) 2M/1600 x 1200 558 6352 26010 278 12069 49420 (Laag) 0.
De ISO-waarde wijzigen Selecteer de ISO-waarde. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm. Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus en -omstandigheden.
De witbalans aanpassen Met de witbalansfunctie (WB) stelt u de optimale witbalans in voor natuurlijk ogende kleuren bij bepaalde opnameomstandigheden. Selecteer de witbalansfunctie. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm. Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) De kleurtoon kan niet zoals verwacht worden weergegeven als u de camera-instellingen wijzigt nadat u de witbalansgegevens hebt vastgelegd. De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) U kunt tijdens de opname de kleurtoon van een foto wijzigen in sepia of zwart-wit. Selecteer My Colors. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m.
Continu-opnamen maken Custom kleur U kunt de instellingen voor contrast, scherpte en kleurverzadiging voor een opname selecteren en instellen op 5 verschillende niveaus. ● Volg stap 2 op p. 72 om te selecteren. Druk vervolgens op de knop l ● Druk op de knoppen op om een optie te selecteren en gebruik vervolgens de knoppen qr om een waarde te selecteren.
Opnamen maken met de 2 seconden- zelfontspanner • Deze functie kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (p. 61, 62, 74, 75). • De snelheid van het continu opnemen neemt toe in (p. 55). • Voor een bepaald interval kunnen beelden mogelijk niet worden opgenomen en wordt de opnamesnelheid langzamer afhankelijk van de condities en de instellingen van de camera. • Voor continu-opnamen zijn de scherpstelling en de belichting vergrendeld wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt.
De zelfontspanner aanpassen U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen) instellen. Selecteer $. ● Druk op de knop p en vervolgens op de knoppen op om $ te selecteren. Druk vervolgens op de knop n. Selecteer de instellingen. ● Druk op de knoppen op om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren. ● Druk op de knoppen qr om een waarde te selecteren en druk vervolgens op de knop m. ● Volg stap 3 op p. 61 om opnamen te maken.
Opnamen maken via een tv U kunt de inhoud van het camerascherm op een tv weergeven wanneer u opnamen maakt. • Sluit de camera aan op een tv, zoals beschreven in “Beelden bekijken op een televisie” (p. 99). • Het opnemen werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling De scherpstelling en belichting zijn vergrendeld wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. U kunt nu de compositie wijzigen en de opname maken.
5 Haal meer uit uw camera Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt uitgelegd hoe u diverse functies gebruikt om foto's te maken. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modusschakelaar is ingesteld op 4 en dat de camera in de modus G is gezet. • In “Opnamen met lange sluitertijd maken” (p. 86) wordt aangenomen dat u de modusschakelaar hebt ingesteld op 4 en ≈ hebt geselecteerd.
De modus AF Frame wijzigen U kunt de modus AF Frame (autofocus) aanpassen aan de omstandigheden van de opname. Selecteer [AF Frame]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF Frame]. Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Gezichts-AiAF • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen ) instellen.
De modus AF Frame wijzigen Centrum Het AF-kader staat altijd in het midden. Dit is handig wanneer u wilt scherpstellen op een bepaald punt. U kunt het AF-kader kleiner maken • Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF kader afm.] en de optie [Klein]. • De instelling wordt vastgelegd op [Normaal] wanneer u de digitale zoom (p. 58) of digitale teleconverter (p. 59) gebruikt.
Het autofocuskader vergroten Als u de sluiterknop half indrukt, wordt het AF-kader vergroot en kunt u de scherpstelling controleren. Selecteer [AF-Punt Zoom]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF-Punt Zoom]. Druk op de knoppen qr om [Aan] te selecteren. Controleer de scherpstelling. ● Druk de sluiterknop half in. X In [Gezichts-AiAf] (p. 78) wordt het gezicht dat als hoofdonderwerp is gedetecteerd, vergroot weergegeven. X In [Centrum] (p.
Opnamen maken met AF-vergrendeling U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de afstand waarop wordt scherpgesteld niet veranderd, ook niet als u de sluiterknop loslaat. Vergrendel de focus. ● Houd de sluiterknop half ingedrukt en druk op de knop q. X De scherpstelling wordt vergrendeld en % wordt op het scherm weergegeven. ● Als u de sluiterknop loslaat en nogmaals op de knop q drukt, verdwijnt % en wordt de scherpstelling ontgrendeld. Kies de beeldcompositie en maak een opname.
Opnamen maken met de AE-vergrendeling U kunt de belichting vergrendelen en opnamen maken of de scherpstelling en belichting afzonderlijk instellen voor de opnamen. AE staat voor “Auto Exposure” (automatische belichting). Vergrendel de belichting. ● Richt de camera op het onderwerp en druk op de knop o terwijl u de sluiterknop half ingedrukt houdt. X Als & verschijnt, is de belichting vergrendeld.
De helderheid corrigeren en opnamen maken (i-Contrast) De camera kan delen van een compositie, zoals gezichten of achtergronden, die te licht of te donker zijn, detecteren en deze tijdens het maken van opnamen automatisch aanpassen aan de optimale helderheid. Ook als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, wordt het beeld tijdens het maken van de opname automatisch door de camera gecorrigeerd, zodat het scherper wordt. Selecteer [i-Contrast]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4.
Rode-ogencorrectie U kunt automatisch rode ogen corrigeren in beelden die met de flitser zijn gemaakt. Selecteer [Flits Instellingen]. ● Druk op de knop n en selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad 4. Druk vervolgens op de knop m. Wijzig de instelling. ● Druk op de knoppen op om [Rode-ogen] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om [Aan] te selecteren. X Nadat u de items hebt ingesteld, verschijnt Œ op het scherm.
Opnamen maken met Slow sync Het hoofdonderwerp (zoals personen) wordt helder opgenomen als u de camera laat zorgen voor de juiste belichting met behulp van de flitser. Tegelijkertijd kunt u een langzame sluitertijd gebruiken om de achtergrond die niet verlicht wordt door de flitser, lichter te maken. Selecteer …. ● Druk eerst op de knop r en gebruik daarna de knoppen qr om … te selecteren. Druk vervolgens nogmaals op de knop m. X Nadat u de items hebt ingesteld, verschijnt … op het scherm.
Opnamen met lange sluitertijd maken U kunt de sluitertijd instellen tussen 1 en 15 seconden en opnamen met een lange sluitertijd maken. U moet echter wel de camera op een statief bevestigen zodat de camera niet kan bewegen, waardoor het beeld onscherp kan worden. Selecteer ≈. ● Selecteer ≈ bij stap 1 tot en met 3 op p. 54 en druk op de knop m. Selecteer de sluitertijd. ● Druk op de knop o. ● Druk op de knoppen qr om de sluitertijd te selecteren en druk vervolgens op m. Bevestig de belichting.
6 Diverse functies voor het opnemen van films Dit hoofdstuk bevat meer geavanceerde informatie dan de gedeelten “Films opnemen” en “Films bekijken” in hoofdstuk 1. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het modusschakelaar is ingesteld op E (filmmodus).
De beeldkwaliteit wijzigen U kunt kiezen uit twee instellingen voor beeldkwaliteit. Kies de instelling voor de beeldkwaliteit. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling verschijnt op het scherm. Beeldkwaliteittabel Beeldkwaliteit (resolutie/aantal beelden) Beschrijving 640 x 480 pixels (30 beelden/sec.) Voor filmopnamen met een standaardkwaliteit.
AE-vergrendeling/belichting U kunt de belichting vergrendelen of wijzigen met stappen van 1/3 in een bereik van ±2 voordat u een opname maakt. Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen. Vergrendel de belichting. ● Nadat u de sluiterknop hebt losgelaten, drukt u op de knop o om de belichting te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk verschijnt. ● Druk nogmaals op de knop o om de vergrendeling op te heffen. Wijzig de belichting.
Overige opnamefuncties De volgende functies kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als voor foto's. • Nader inzoomen op onderwerpen (Digitale zoom) (p. 58) U kunt de digitale zoomfunctie tijdens het opnemen gebruiken, maar de optische zoomfunctie kan niet worden gebruikt. Als u opnamen wilt maken met de maximale zoomfactor, moet u voordat u opnamen maakt de optische zoomfunctie instellen op het maximumniveau. Het geluid van het zoomen wordt opgenomen. • De zelfontspanner gebruiken (p.
Afspeelfuncties De volgende functies kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als voor foto's. • • • • • • • • • Beelden wissen (p. 30) Snel naar beelden zoeken (p. 94) Naar beelden zoeken in de springweergave (p. 95) Diavoorstellingen bekijken (p. 96) Beeldovergangen wijzigen (p. 98) Beelden bekijken op een tv (p. 99) Beelden beveiligen (p. 100) Alle beelden wissen (p. 101) Beelden roteren (p. 102) Overzicht van filmbedieningspaneel in “Films bekijken” (p.
7 Diverse functies gebruiken voor afspelen en bewerken In dit hoofdstuk worden verschillende manieren beschreven voor het afspelen en bewerken van beelden. • Druk op 1 om de afspeelmodus te selecteren voordat u de camera bedient. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt. • De bewerkingsfunctie (p.
Snel naar beelden zoeken g Naar beelden zoeken in de indexweergave Door meerdere beelden tegelijk weer te geven, kunt u snel het beeld vinden dat u zoekt. Duw de zoomknop naar g. X De beelden worden weergegeven in een index. ● Duw de zoomknop naar g om het aantal beelden uit te breiden. Het aantal beelden neemt elke keer toe wanneer u tegen de zoomknop duwt. ● Duw de zoomknop naar k om het aantal beelden te verkleinen. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u tegen de zoomknop duwt.
Naar beelden zoeken in de springweergave Als er veel beelden op de geheugenkaart staan, kunt u zoeken aan de hand van een opgegeven methode of in een opgegeven groep beelden. Selecteer een springmethode. ● Druk in de enkelvoudige weergave op de knop o. X De zoekmethode en de locatie van het beeld dat op dat moment wordt weergegeven, verschijnen onder aan het scherm. ● Druk op de knoppen op om de gewenste zoekmethode te selecteren. Schakelen tussen beelden. ● Druk op de knoppen qr.
Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u automatisch afspelen. Selecteer [Diavoorstelling]. ● Druk op de knop n, selecteer [Diavoorstelling] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Kies de instelling. ● Druk op de knoppen op om een item te selecteren en druk op de knoppen qr om de instelling aan te passen.
De focus controleren U kunt het gebied vergroten dat zich in een opgenomen beeld binnen het AF-kader bevindt, of het gebied van een gedetecteerd gezicht, om de focus te controleren. Druk op de knop l en ga naar de focuscontroleweergave (p. 44). X Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader of het gezicht zich bevond toen de focus werd ingesteld. X Een grijs kader verschijnt rond een gezicht dat tijdens de weergave wordt herkend. X Het gebied binnen het oranje kader wordt vergroot weergegeven.
Beelden vergroten Duw de zoomknop naar k. ● De weergave zoomt in op het beeld Geschatte locatie van weergegeven gebied en wordt weergegeven. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een maximale factor van 10x. ● Met de knoppen opqr kunt u de locatie van het weergegeven gebied aanpassen. ● Duw de zoomknop naar g om uit te zoomen, of blijf de knop vasthouden om terug te keren naar de enkelvoudige weergave.
Beelden bekijken op een tv Met de meegeleverde AV-kabel (p. 2) kunt u de camera aansluiten op een televisie om opgenomen beelden te bekijken. Schakel de camera en de tv uit. Sluit de camera aan op de tv. ● Open het klepje van de aansluiting en steek de stekker van de kabel volledig in de aansluiting van de camera. Wit of zwart Geel Geel Zwart ● Steek de kabelstekker helemaal in de video-ingangen, zoals wordt getoond in de afbeelding.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen, zodat ze niet per ongeluk met de camera kunnen worden gewist (p. 30, 101). Selecteer [Beveilig]. ● Druk op de knop n en selecteer [Beveilig] op het tabblad 1. Druk vervolgens de knop m. Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk op de knop m. X verschijnt op het scherm. ● Als u nogmaals op de knop m drukt, wordt weergegeven. ● Herhaal de hierboven beschreven procedure als u meerdere beelden wilt beveiligen.
Alle beelden wissen U kunt alle beelden tegelijk wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld, dus denk goed na voordat u ze wist. Beveiligde beelden (p. 100) kunt u niet wissen. Selecteer [Alles wissen]. ● Druk op de knop n, selecteer [Alles wissen] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Wis alle beelden. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Alle beelden worden gewist. ● Druk op n om terug te keren naar het menuscherm.
Beelden roteren U kunt de stand van een beeld wijzigen en opslaan. Selecteer [Roteren]. ● Druk op de knop n, selecteer [Roteren] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Draai het beeld. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. ● Elke keer dat u op de knop m drukt, wordt het beeld 90° gedraaid. ● Druk op n om terug te keren naar het menuscherm.
Het formaat van beelden wijzigen U kunt beelden omzetten naar een lagere resolutie-instelling en de gewijzigde beelden opslaan als een afzonderlijk bestand. Selecteer [Veranderen]. ● Druk op de knop n, selecteer [Veranderen] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen qr om het beeld te selecteren en druk op de knop m. Selecteer een beeldformaat. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X Het scherm [Nieuw beeld opslaan?] verschijnt.
De helderheid corrigeren (i-Contrast) De camera kan delen van een beeld, zoals gezichten of achtergronden, die te licht of te donker zijn, detecteren en deze tijdens het maken van opnamen automatisch aanpassen aan de optimale helderheid. Ook als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, wordt het beeld automatisch door de camera gecorrigeerd, zodat het scherper wordt. U kunt vier correctieniveaus selecteren: [Auto], [Laag], [Middel] of [Hoog].
Het rode-ogeneffect corrigeren U kunt rode ogen in beelden automatisch corrigeren en deze beelden opslaan als nieuwe bestanden. Selecteer [Rode-Ogen Corr.]. ● Druk op de knop n, selecteer [Rode-Ogen Corr.] op het tabblad 1 en druk vervolgens op de knop m. Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Corrigeer het beeld. ● Druk op de knop m.
8 Afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u beelden selecteert voor afdrukken en hoe u kunt afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar, p. 40). Raadpleeg de Handleiding voor persoonlijk afdrukken voor meer informatie.
Beelden afdrukken U kunt de gemaakte opnamen gemakkelijk afdrukken als u de camera met behulp van de meegeleverde interfacekabel (p. 2) aansluit op een printer die compatibel is met PictBridge. Schakel de camera en de printer uit. Sluit de camera aan op de printer. ● Open het klepje en steek de kleine stekker stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting. ● Steek de grote kabelstekker in de printer. Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over de aansluiting.
Beelden afdrukken Druk de beelden af. ● Druk op de knoppen op om [Print] te selecteren en druk op de knop m. X Het afdrukken wordt gestart. ● Als u nog meer beelden wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid. ● Wanneer u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de interfacekabel. • Raadpleeg de Handleiding voor persoonlijk afdrukken voor gedetailleerde informatie over afdrukken. • Zie p. 38, 40 voor PictBridge-compatibele Canon-printers.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) U kunt maximaal 998 beelden op een geheugenkaart selecteren om af te drukken en instellingen zoals het gewenste aantal exemplaren te specificeren, zodat deze samen kunnen worden afgedrukt of worden verwerkt in een fotozaak. Deze selectiemethoden voldoen aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format). Print instellingen U kunt het afdruktype, de datum en het bestandsnummer instellen.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) • Wanneer [Index] is geselecteerd, kunnen de opties [Datum] en [File No.] niet tegelijk op [Aan] worden ingesteld. • De datum wordt afgedrukt volgens de notatie die is ingesteld in de functie [Datum/Tijd] op het tabblad 3 (p. 20). Het aantal exemplaren selecteren Selecteer [Sel. beeld & aantal]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 2. Selecteer vervolgens [Sel. beeld & aantal] en druk op de knop m. Selecteer een beeld.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) Instellen dat alle beelden één keer worden afgedrukt Selecteer [Sel. alle beelden]. ● Selecteer [Sel. alle beelden] bij stap 1 op p. 111 en druk vervolgens op de knop m. Kies de afdrukinstellingen. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk op de knop m. Alle selecties wissen Selecteer [Wis alle selecties]. ● Selecteer [Wis alle selecties] bij stap 1 op p. 111 en druk vervolgens op de knop m. Alle selecties worden gewist.
9 De camera-instellingen aanpassen U kunt allerlei instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. Het eerste deel van dit hoofdstuk beschrijft enkele handige en veelgebruikte functies. Daarna wordt uitgelegd hoe u instellingen voor opnemen en afspelen aanpast aan uw wensen.
De camera-instellingen wijzigen U kunt handige en veelgebruikte functies aanpassen op het tabblad 3 (p. 47). Het opstartbeeld uitschakelen U kunt het opstartbeeld uitschakelen dat wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt. ● Selecteer [opstart scherm] en druk op de knoppen qr om [Uit] te selecteren. De bestandsnummering wijzigen Uw opnamen krijgen automatisch opeenvolgende bestandsnummers toegewezen van 0001 t/m 9999 en worden opgeslagen in mappen met maximaal 2.000 opnamen.
De camera-instellingen wijzigen • Als u een geheugenkaart gebruikt die al opnamen bevat, kunnen de nieuwe bestanden zowel bij de instelling [Continu] als [Auto reset] een opvolgend nummer krijgen volgens de bestaande nummering. Als u opnieuw met bestandsnummer 0001 wilt beginnen, formatteert u de geheugenkaart vóór gebruik (p. 51). • Raadpleeg de Softwarehandleiding voor informatie over mapstructuren of afbeeldingstypen.
De camera-instellingen wijzigen De spaarstandfunctie uitschakelen U kunt de spaarstandfunctie (p. 52) instellen op [Uit]. De instelling [Aan] wordt aanbevolen om de batterij te sparen. ● Selecteer [spaarstand] en druk op de knop m. ● Druk op de knoppen op om [Automatisch Uit] te selecteren. Gebruik vervolgens de knoppen qr om [Uit] te selecteren. ● Als u de spaarstandfunctie op [Uit] zet, moet u eraan denken de camera na gebruik uit te schakelen.
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen Als u de modusschakelaar instelt op 4 en de modus op G, kunt u de instellingen op het tabblad 4 wijzigen (p. 47). Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (p. 132 – 133).
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen De weergavetijd van het beeld direct na de opname wijzigen U kunt instellen hoe lang de beelden na het maken van de opname worden weergegeven. ● Selecteer [Bekijken] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. 2 – 10 sec. Geeft de beelden de ingestelde tijd lang weer. Vastzetten Het beeld wordt weergegeven totdat u de sluiterknop half indrukt.
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen De sjabloon weergeven U kunt verticale en horizontale rasterlijnen weergeven, of een uitsnede van 3:2, om het afdrukbare gebied voor een briefkaart aan te duiden. ● Selecteer [Disp. Sjabloon] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Raster Uitsnede Beiden Een raster wordt over de weergave geplaatst. Boven en onder in de weergave verschijnen grijze balken. Dit gebied wordt niet afgedrukt als u afdrukt op papier met een verhouding van 3:2.
Instellingen voor afspeelfuncties wijzigen U kunt de instellingen op het tabblad 1 aanpassen door op de knop 1 te drukken (p. 47). Het beeld selecteren waarmee het afspelen begint ● Selecteer [Ga verder] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Laatst gez Laatste f. 120 De weergave wordt hervat met de laatst bekeken opname. De weergave wordt hervat met de laatst gemaakte opname.
10 Nuttige informatie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt gebruiken. Daarnaast bevat het hoofdstuk tips voor het oplossen van problemen, een lijst met functies en een lijst met items die op het scherm verschijnen. Verder vindt u aan het einde de index.
Aansluiten op het lichtnet Als u de voedingsadapterset ACK-DC40 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt, kunt u de camera gebruiken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het batterijniveau. Plaats de koppeling. ● Open het klepje (p. 17) en plaats de koppeling op de afgebeelde wijze tot deze vastklikt. ● Sluit het klepje.(p. 18) Aansluitpunten Sluit het snoer aan op de koppeling. ● Open het klepje en steek de stekker helemaal in de koppeling. Sluit het netsnoer aan.
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice die wordt vermeld op de adreslijst die bij het product wordt geleverd. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • • • • Controleer of de batterij niet leeg is (p. 15). Controleer of de batterij goed is geplaatst (p. 18).
Problemen oplossen Het beeld is wazig. • Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in om een opname te maken (p. 24). • Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 136). • Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 117). • Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro enzovoort), niet zijn ingesteld. • Maak opnamen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (p. 76, 81).
Problemen oplossen Het schrijven van opnamen naar een geheugenkaart verloopt traag of het maken van continu-opnamen gaat langzamer. • Voer een low-level format van de geheugenkaart uit op de camera (p. 51) U kunt geen instellingen kiezen voor opnamefuncties of het menu FUNC. • Welke opties u kunt instellen, is afhankelijk van de opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per opnamemodus” (p. 130 – 131). Films opnemen De juiste opnametijd wordt niet weergegeven of stopt.
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Als er foutmeldingen verschijnen op het scherm, kunt u een van de volgende oplossingen proberen. Geen geheugenkaart • De geheugenkaart is niet in de juiste richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart in de juiste richting (p. 18). Geheugenkaart op slot • Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-, SDHC- of de SDXC-geheugenkaart is ingesteld op “LOCK”. Ontgrendel het schuifje voor schrijfbeveiliging (p. 17).
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Selectielimiet bereikt • U hebt in de afdrukinstellingen meer dan 998 beelden geselecteerd. Selecteer minder beelden dan 998 (p. 110). • Afdrukinstellingen konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden en probeer het opnieuw (p. 110). Communicatie fout • Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt vanwege het grote aantal beelden (ongeveer 1.
Informatieweergave op het scherm Opname (informatieweergave) Batterij-oplaadlampje (p. 15) Camerastand* Witbalans (p. 71) My Colors (p. 72) i-Contrast (p. 83) Transportmodus (p. 73) Waarschuwing: camera beweegt (p. 123) Lichtmeetmodi (p. 81) Beeldkwaliteit (compressie) (p. 68), Resolutie (p. 68, 88) * Foto's: Resterend aantal opnamen (p. 15, 69) Films: Resterende tijd/ verstreken tijd (p. 32, 88) Zelfontspanner (p. 61, 62, 74, 75) AF-kader (p. 78) Spotmetingpunt (p. 81) Digitale zoom (p.
Informatieweergave op het scherm Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Opnamemodus (p. 42) ISO-waarde (p. 70) Belichtingscompensatie (p. 65), Belichting (p. 89) Witbalans (p. 71) Histogram (p. 45) Beeld bewerken (p. 103 – 105) Compressie (Beeldkwaliteit) (p. 68), Resolutie (p. 68), AVI (films) Batterij-oplaadlampje (p. 15) Lichtmeetmodi (p. 81) Mapnummer – bestandsnummer (p. 114) Nummer van weergegeven beeld / totaal aantal beelden Sluitertijd Diafragmawaarde, beeldkwaliteit (films) (p.
Beschikbare functies per opnamemodus Opnamemodi Functie A 4 G I Belichtingscompensatie (p. 65) — { { AE-/FE-vergrendeling (p. 82) — { — AE-vergrendeling/belichting (p. 89) — — — e — { — { { { u — { — — { — { { { h — { { … *1 { — ! { { { { { { { { { { { { Scherpstelzone (p. 66, 67) AF-vergrendeling (p. 81) Flitser (p. 57, 66, 85)* 3 Gezicht-zelfontspanner (p. 61, 74, 75) Ò Î 3 $* Menu FUNC. ISO-waarde (p. 70) Witbalans (p. 71) My Colors (p.
Beschikbare functies per opnamemodus 4 F V ’ w S O P t ≈ E { { { { { { { { { { — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — { — — — — — — { — — — { { { { { { { { { { { { { { — — — — — — { — — — { { — — — — — — — — — — { { { { { { { { { { { — — — { { { { — { { { { — { — *2 — — — — — — — — — *2 — { { { { { { { { { { { — { { { — { { { { { { { { { { {
Menu's 4 Opnamemenu Opnamemodi Functie A 4 G I { Gezichts-AiAF { { Centrum — { { — { — Standaard { { { Uit { { { Digitale teleconverter (1,5x/2,0x) { { { AF-Punt Zoom (p. 80) Aan/Uit { { { AF-hulplicht (p. 117) Aan/Uit { { { Flits instellingen (p. 84, 117) Rode-Ogen Aan/Uit { { { Lamp Aan Aan/Uit { { { i-Contrast (p. 83) Auto/Uit *2 { — Bekijken (p. 118) Uit/2-10 sec./Vastzetten { { { Terugkijken (p.
Menu's 4 F V ’ { { { { { w S O P t ≈ { { { { — { E *1 { { { — — { { { { { { — — — — — — — — — — — — — { { { { — { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { — { { { { { { — { { { { { { { { { — { — { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { { — { — { { { { { { { { { — { — — — — — *2 — — — — — — — { { { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { { — {
Menu's 3 Menu Instellen Item Opties/overzicht Zie pagina mute Aan/Uit* p. 48 Volume Alle bedieningsgeluiden instellen (5 niveaus). p. 48 LCD Helderheid Instellen binnen een bereik van ±2. p. 49 opstart scherm Aan*/Uit p. 114 Formateren Een geheugenkaart formatteren waarbij alle gegevens worden verwijderd. Bestandsnummering Continu*/Auto reset p. 114 Maak folder Maandelijks*/Dagelijks p. 115 Lens intrekken 1 min.*/0 sec. p.
Voorzorgsmaatregelen 2 Menu Afdrukken Item Opties/overzicht Zie pagina Print Afdrukscherm weergeven. Sel. beeld & aantal Afzonderlijke beelden selecteren die u wilt afdrukken. p. 108 p. 111 Sel. alle beelden Alle beelden selecteren voor afdrukken. p. 112 Wis alle selecties Alle instellingen voor afdrukken annuleren. p. 112 Print instellingen Hiermee stelt u de afdrukstijl in. p. 110 Voorzorgsmaatregelen • Deze camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica.
Specificaties Effectieve pixels in camera. . . . . . . . . . . . . Ongeveer 12,1 miljoen Beeldsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/2,3-type CCD (totaal aantal pixels: ongeveer 12,7 miljoen) Lens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5,0 (G) – 20,0 (T) mm overeenkomstig 35mm-filmbereik: 28 (G) – 112 (T) mm f/2,8 (G) – f/5,9 (T) Vergroting zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.0x (in combinatie met de digitale zoom maximaal ongeveer 16x) LCD-scherm . . . .
Specificaties Aantal opnamepixels (resolutie) (Foto's) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoog: 4000 x 3000 pixels Normaal 1: 3264 x 2448 pixels Normaal 2: 2592 x 1944 pixels Normaal 3: 1600 x 1200 pixels Laag: 640 x 480 pixels Breedbeeld: 4000 x 2248 pixels (Films). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 640 x 480 pixels (30 beelden/sec.*) 320 x 240 pixels (30 beelden/sec.*) * Het werkelijke aantal beelden is 29,97 beelden/sec. Compressie (foto's) . . . . . . . . . . . . . . .
Specificaties Batterij NB-6L Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voltage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Capaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oplaadcycli . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfstemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . Dimensies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oplaadbare lithium-ionbatterij 3,7 V DC 1.
Index A Aansluiting ................................... 36, 99, 108 Aantal opnamen .................................. 15, 69 Accessoires ............................................... 38 AE lock ................................................ 82, 89 Afdrukken ................................................108 AF-kaders ..................................................26 Afspeelknop......................................... 29, 43 Afspelen J Bekijken Afspelen met overgangseffecten ...............
Index Flitser Aan ........................................................ 66 Slow sync............................................... 85 Uit........................................................... 57 Focus check .............................................. 97 Focusvergrendeling................................... 76 Formaat veranderen (beelden kleiner maken).......................... 103 Formatteren (geheugenkaart) ............. 23, 51 Formatteren J Geheugenkaart formatteren Foutmeldingen..............
Index R U Raster ...................................................... 119 Resolutie (beeldgrootte) ............................ 68 Rode ogen Automatische correctie........................... 84 Correctie............................................... 105 Reductie ............................................... 117 Uitsnede ..................................................119 S Scherm Heen en weer schakelen tussen weergaven.............................................. 44 Taal van LCD-scherm ........
Disclaimer • Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard zonder toestemming van Canon. • Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. • De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.