Operation Manual

11
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
75).
1 Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
2 Plaats de batterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Aansluitpunten Batterij-
vergrendeling
3 Controleer het lipje voor
schrijfbeveiliging van de kaart
en plaats de geheugenkaart.
Bij geheugenkaarten met een lipje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het lipje is ingesteld
op vergrendeld. Schuif het lipje in de
ontgrendelde positie.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en
is vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart
in de juiste richting geplaatst wordt.
Als u de geheugenkaart in de verkeerde
richting probeert te plaatsen, kunt u de
camera beschadigen.
4 Sluit het klepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
Als het klepje niet gesloten kan worden,
controleert u of u de batterij in de juiste
richting hebt geplaatst bij stap 2.
• Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (=
112) voor richtlijnen over
hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Etiket