Operation Manual

49
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
AUTO
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch
aangepast aan de opnamemodus en –
omstandigheden.
100, 200
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
400, 800
Voor opnamen bij bewolkt weer of in
de schemering.
1600
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis
in donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde ISO-waarde
wilt bekijken wanneer de ISO-waarde is ingesteld op [AUTO].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden,
maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op een
onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
• De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen,
wat onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert en het itserbereik
vergroot. Foto’s kunnen er echter wel korrelig uitzien.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en kies
[Automatisch] (=
22).
Als de instelling is voltooid,
wordt [@] weergegeven.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
70).