Operation Manual

89
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Beeldenbijsnijdenvóórhetafdrukken
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer[Trimmen].
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
88) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat
het af te drukken beeldgebied aanduidt.
2 Pashetkadernaarwensaan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, drukt u op
de knop <m>.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Drukhetbeeldaf.
Voer stap 7 in “Eenvoudig afdrukken”
(=
88) uit om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
Foto’s
Hetpapierformaatendeindelingselecterenvóór
hetafdrukken
1 Selecteer[papierinst.]
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
88) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [papier
inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenpapierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Selecteereenpapiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.