Operation Manual
13
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
Als het klepje niet gesloten kan worden,
controleert u of u de batterij in de juiste
richting hebt geplaatst bij stap 2.
• Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (=
108) voor richtlijnen over
hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting
van de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het scherm [Datum/Tijd] verschijnt
wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft,
wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt
en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt
met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen
(=
33).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren.
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
datum en tijd in te voeren.
Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].










