Operation Manual
44
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]‑modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[ ].
Voer stap 1 bij “Specieke scènes”
(=
37) uit en kies [ ].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
4 4 –53)enmaakeen
opname.
• Als de optimale belichting niet kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde in
het oranje weergegeven. Probeer in dat geval de ISO-waarde aan te passen
(=
45) of de itser te activeren (bij donkere onderwerpen, =
51) om zo
de optimale belichting te verkrijgen.
• U kunt ook lms opnemen in de modus [
] door op de lmknop te drukken.
Sommige FUNC.- (=
21) en MENU-instellingen (=
22) kunnen echter
automatisch worden aangepast voor lmopnamen.
• Zie “Opnamebereik” (=
107) voor meer informatie over het opnamebereik
in de modus [
].
Helderheid van het beeld (Belichting)
Foto’s Films
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop [ ]en kies [ ] in het
menu. Kijk naar het scherm en druk op
de knoppen [
][ ] om de helderheid
aan te passen (=
21).
Wanneer u lms opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
Wanneer u foto’s maakt, drukt u op
de knop [
] om de ingestelde
belichtingscompensatie weer te geven.
Maak vervolgens de opname.
• U kunt ook foto’s maken met de belichtingscompensatiebalk weergegeven.
• Wanneer u een lm maakt, wordt [
] weergegeven en wordt de belichting
vergrendeld.










