Operation Manual
50
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp
en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop [ ], selecteer
[Servo AF] op het tabblad [
] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
22).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als de optimale belichting niet kan worden verkregen, worden
de sluitertijd en de diafragmawaarde in het oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [
] (=
22) is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
31).
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld
in het AF-kader wordt vergroot.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop [ ], selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [
] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
22).
2 Controleerdescherpstelling.
In AF-stand [Gezichts-AiAf] wordt het
gezicht dat als hoofdonderwerp wordt
waargenomen, vergroot wanneer de
ontspanknop halverwege wordt ingedrukt.
In AF-stand [Centrum] wordt het AF-kader
in het midden vergroot.
• Het gebied waarop wordt scherpgesteld, wordt in de volgende gevallen niet
vergroot wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
- [Gezichts-AiAf]: als er geen gezicht is waargenomen of wanneer personen
zich te dicht op de camera bevinden waardoor hun gezicht te groot is voor
het scherm.
- [Centrum]: wanneer de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen
- [AF Tracking]: wordt in deze stand niet vergroot
- Als digitale zoom wordt gebruikt (=
29)










