Operation Manual
71
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [Displayheldrh.] en druk
vervolgens op de knoppen [
][ ] om
de helderheid aan te passen.
• Voor maximale helderheid houdt u de knop [ ] minstens een seconde
ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven of wanneer de
enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee wordt de instelling
[Displayheldrh.] op het tabblad [
] geannuleerd.) Druk nogmaals minstens
een seconde op de knop [
] of herstart de camera om de oorspronkelijke
helderheid van het scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
Selecteer [Opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart
verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden
van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op
een andere manier veilig.
Een Eye-Fi-kaart (=
90) bevat software. Installeer de software op
een Eye-Fi-kaart op een computer voordat u deze kaart formatteert.
1 Openhetscherm[Formatteren].
Selecteer [Formatteren] en druk
vervolgens op de knop [
].
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Annuleer] te selecteren, druk op de
knoppen [
][ ] om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop [
].
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Om het formatteren te starten, drukt u op
de knoppen [
][ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
].
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop [
].










