Operation Manual

93
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
11).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
12).
• Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
13).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijraaktsnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet
in contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
13).
Debatterijisopgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te
nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Weergave op een tv
Decamerabeeldenwordenvervormdofhelemaalnietweergegevenop
eentv(=
7 9 ).
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
54) de ontspanknop half in (=
20).
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
2 0 ).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in lms worden opgenomen.
• Bij helder licht kan het scherm donker worden.
• Bij TL- of LED-verlichting kan het scherm ikkeren.
• Als u een opname maakt met een heldere lichtbron, kan er een paarsachtige band
verschijnen op het scherm.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Congureer de instelling [Datumstemp. ] (=
13). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, alleen maar omdat u de instelling [Datum/Tijd]
hebt gecongureerd (=
33).
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamestanden (=
103) waarin
[Datumstemp.
] niet kan worden gecongureerd (=
33).
[ ]knippertophetschermwanneerdeontspanknopwordtingedrukt
enopnemenisnietmogelijk(=
2 7 ).
[ ]verschijntwanneerdeontspanknophalfwordtingedrukt(=
2 7 ).
• Stel de itsmodus in op [ ] (=
51).
• Verhoog de ISO-waarde (=
45).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden.
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
20).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
107).
• Stel [Lampinstelling] in op [Aan] (=
35).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer een opname te maken met vergrendelde scherpstelling (=
49)