Cov-Advanced_CEL.fm Page 1 Wednesday, October 26, 2005 12:01 PM NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Draadloze verbinding Uitgebreide Gebruikershandleiding CEL-SF4A280 © 2005 CANON INC. Problemen oplossen Berichten Uitgebreide Bijlagen Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Cov-Advanced_CEL.fm Page 2 Tuesday, October 25, 2005 6:36 PM Belangrijkste functies Functie Opnamen maken z Opname-instellingen automatisch aanpassen aan specifieke omstandigheden (modus Speciale opnamen) z Een intelligente sensor herkent automatisch de stand van de camera z De kleuren van het beeld wijzigen zodat een speciaal effect wordt verkregen (My Colors-modi) Pagina AF Mode AF-hulplicht Aan Uit Digitale Zoom Deelmeting LichtmeetmeGem.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt De pictogrammen onder de titels geven aan in welke modi de procedure kan worden uitgevoerd. Modusschakelaar Continu-opnamen Opnamemodus Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 141). In deze handleiding wordt naar de Verkorte gebruikershandleiding verwezen met Verkorte handleiding. Naar de Uitgebreide gebruikershandleiding wordt verwezen met Uitgebreide handleiding.
Inhoudsopgave Onderwerpen die zijn gemarkeerd met een zijn lijsten of overzichten van camerafuncties en -procedures. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . .1 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Gebruiksbeperkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken. . . . . . . . . .51 Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF Lock) . . . 52 De belichtingsinstelling vergrendelen (AE lock) . . . . . . . . . . .53 De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling). . . . . 54 Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken. . . . . . . .55 De belichtingscompensatie aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een draadloze verbinding gebruiken (verbinding met een printer) . . 97 Verbinding maken met een printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Doelapparaten verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105 Camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 De camera is ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 LCD-scherm . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen Lees dit eerst Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Video-indeling Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze aansluit op een televisie (p. 93). Taalinstelling Zie de Verkorte handleiding (p. 4) als u de taalinstelling wilt wijzigen. Gebruiksbeperkingen De functie voor draadloze verbindingen van dit apparaat is goedgekeurd voor huishoudelijk gebruik. Raadpleeg de Canon klantenservice voor informatie over het gebruik van deze functie in andere landen.
Verklaring in verband met Europese richtlijn Bevat een reeds gerapporteerde zendmodule :CM13264 7
8
GEFABRICEERD IN JAPAN Veiligheidsvoorschriften Lees voordat u de camera gebruikt eerst de veiligheidsvoorschriften door. Deze kunt u hieronder vinden en in het gedeelte ‘Veiligheidsvoorschriften’ van de Verkorte handleiding. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, en om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
De term ‘apparatuur’ heeft betrekking op de camera, de batterijlader, de draadloze print adapter of de compacte voedingsadapter die afzonderlijk verkrijgbaar is. Naar de stroomvoorziening wordt verwezen met ‘batterij’. Waarschuwingen Apparatuur Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. • Polsriem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te houden. Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening. Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij op te laden. De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik het snoer niet in combinatie met andere producten of batterijen. Het gebruik met andere producten of batterijen kan oververhitting en aantasting van de apparatuur tot gevolg hebben, wat kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen. Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader. Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken. Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto.
Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Voordat u de camera gebruikt - Overzicht van de onderdelen Vooraanzicht Voordat u de camera gebruikt A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 93) DIGITAL-uitgang Klepje van de aansluiting Bevestigingspunt polsriem Microfoon (p. 81) AF-hulplicht (p. 33) Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 9) Lampje voor zelfontspanner (p. 45) Zoeker (p. 25) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Lens Lamp draadloze verbinding (p. 26) De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
De polsriem bevestigen * Het klepje van de aansluiting openen * Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot. Achteraanzicht LCD-scherm (p. 19) Zoeker (p. 25) Aansluiting statief Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 126) Geheugenkaartsleuf/klepje van batterijhouder (Verkorte handleiding p.
Bedieningspaneel Voordat u de camera gebruikt Lampjes (p. 26) Aan/Uit-knop (Verkorte handleiding p. 5) Aan/Uit-lampje Zoomknop (p. 74, Verkorte handleiding p. 8) Opnamen maken: (Groothoek)/ (Telestand) Afspelen: (Index)/ (Vergroten) Ontspanknop (Verkorte handleiding p. 5) Modusschakelaar (Verkorte handleiding p. 5, 6) Knop (Afdrukken/Delen) (Verkorte handleiding p. 14) DISP. (Weergave) (p. 19) FUNC./SET Knop (Functie/Instellen) (p. 31) MENU. (p. 32) Knop (Macro)/ (Oneindig)/ (Verkorte handleiding p.
Draadloze print adapter W PR IR IN ELE TA S DA S PT ER SE TU P DC IN DC IN stroomaansluiting (p. 99) Knop SETUP (p. 103) Draadloze lamp (p.
Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op . zDe weergavemethode verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. [Details] (Informatieweergave) [Uit] Weergavemodus ( ) [Standaard] [Details] [Geen informatie] zAls een instelling wordt gewijzigd, wordt in de opnamemodus gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde weergavemethode.
De klok gebruiken Met de volgende twee methoden kunt u de huidige datum en de tijd gedurende 5 seconden* weergeven. * Standaardinstelling Methode 1 Houd de knop FUNC./SET ingedrukt terwijl u de camera inschakelt. Methode 2 Houd in de opnamemodus de knop FUNC./SET ingedrukt. Als u de camera horizontaal houdt, geeft deze de tijd weer. Als u hem verticaal houdt, worden de tijd en de datum weergegeven.
Helderheid van het LCD-scherm Instellingen voor de helderheid van het LCD-scherm * U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet met deze functie wijzigen als u de helderheid al op de hoogste stand hebt ingesteld in het menu [Instellen]. Nachtscherm Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het LCD-scherm automatisch helderder zodat het geschikt is voor de helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker kunt inkaderen.
Informatie weergegeven op het LCD-scherm Informatie over de opname (Opnamemodus) * Spotmetingkader * AF-kader (autofocus) (p. 51) * Batterij bijna leeg (p. 119) Zoominstelling* (p. 42) Raster* (p. 33) ISO-waarde (p. 69) Opnamemodus (p. 43, 45) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 10) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Beeldomkeren (p. 70) (Rood)* Films opnemen (p. 47) * Belichtingsvergrendeling (p. 53) Draadloze verbinding (p. 101) * Flitsbelichtingsvergrendeling (p.
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er een lange sluitertijd wordt geselecteerd. Verhoog de ISO-waarde (p. 69), selecteer een andere instelling dan (flitser uit), of bevestig de camera op een statief of een ander apparaat. Weergavegegevens (Weergavemodus) Standaard Geluid in WAVE-indeling (p. 81) Mapnummer-Bestandsnummer Opnamedatum/-tijd Status beveiliging (p.
Details Histogram Belichtingscompensatie (p. 56) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 10) Foto-effect (p. 62) My Colors (p. 63) Opnamemodus (p. 41, 47, 49, 63, Verkorte handleiding p. 7, 8) Meetmethode (p. 55) * Lange sluitertijd (p. 57) Witbalans (p. 59) Bestandsgrootte ISO-waarde (p. 69) Opgenomen pixels (films) (p. 40) Aantal beelden (films) (p. 40) Verzenden naar computer voltooid Opgenomen pixels (stilstaande beelden) (p. 38) Filmlengte (films) (p.
De functie Histogram Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het opgenomen beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in de grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de neiging naar rechts, des te helderder het beeld. Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 56).
Lampjes In de volgende situaties branden of knipperen de lampjes van de camera en de draadloze print adapter. U moet het volgende nooit doen wanneer er een lampje knippert. Deze handelingen kunnen leiden tot beschadiging van de beeldgegevens. - Schud niet met de camera en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. - Schakel de camera niet uit en open het klepje van de geheugenkaart/ batterijhouder niet.
Spaarstand De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de Aan/Uit-knop om de camera weer in te schakelen. Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Eén minuut*1 nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch uit] is ingesteld op [Uit].
Geheugenkaartenformatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. 1 Menu (Instellen) [Formateren]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Selecteer [OK] en druk op .
De wereldklok instellen Als u in het buitenland bent, kunt u beelden opnemen met de lokale datum en tijd door simpelweg de tijdzone-instelling te wijzigen. U moet de tijdzone van uw bestemming dan wel van tevoren registreren. U hoeft de datum en de tijd dan niet opnieuw in te stellen. De tijdzones Thuis en Wereld instellen 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 3 . Voordat u de camera gebruikt 2 Gebruik de knoppen en om een tijdzone voor thuis te selecteren .
5 Gebruik de knoppen en om een bestemmingstijdzone te selecteren U kunt de zomertijd op dezelfde manier instellen als bij stap 3. 6 . Tijdsverschil in vergelijking met de tijdzone Thuis Gebruik de knop of om [Thuis/Wereld] te selecteren en de knop of om te selecteren. Overschakelen naar de bestemmingstijdzone 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Gebruik de knop om te selecteren. of Gebruik de knop FUNC./SET om de bestemmingstijdzone te wijzigen.
Menu's en instellingen In de menu's kunt u zowel opname- en weergave-instellingen als camera-instellingen instellen, zoals de datum, de tijd, de elektronische pieptoon en de draadloze verbinding. De volgende menu's zijn beschikbaar. Menu FUNC. Menu's [Opname], [Keuze], [Draadloze communicatie], [Instellen] en [Mijn camera] Menu FUNC. In dit menu kunt u veel van de gangbare opnamefuncties instellen. Voordat u de camera gebruikt Schuif de modusschakelaar naar of . Druk op de knop FUNC./SET.
Menu's [Opname], [Keuze], [Draadloze communicatie], [Instellen] en [Mijn camera] Via deze menu's kunnen handige instellingen voor het maken en weergeven van opnamen worden ingesteld. Menu (Opname) Menu (Keuze) Menu (Draadloze communicatie) Menu (Instellen) Menu (Mijn camera) U kunt met de knoppen en tussen de menu's schakelen als dit gedeelte is geselecteerd. • In dit voorbeeld wordt het menu Opname weergegeven. • In de weergavemodus wordt het menu Keuze weergegeven. 32 Druk op de knop MENU.
Menuoverzicht Menu FUNC. De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen. Menuonderdeel Pagina Verkorte handleiding Opnamemodus p. 5 Menuonderdeel Pagina My Colors p. 63 Filmmodus p. 47 Meetmethode p. 55 Belichtingscompensatie p. 56 Compressie p. 39 Lange sluitertijd Foto-effect Aantal beelden (film) p. 40 Opgenomen pixels (stilstaande beelden) p. 38 p. 62 Opgenomen pixels (films) p.
Lange sluiter Aan/Uit* Stitch Hulp p. 57 Van links naar rechts*/ Van rechts naar links p. 49 Menu Keuze Menuonderdeel Pagina Beveilig p. 87 Roteren p. 80 Geluids memo p. 81 Alles wissen p. 87 Dia Show p. 83 Print Opties p. 88 Volgorde p. 91 Overgang p. 81 Menu Draadloze communicatie Menuonderdeel Beschrijving Pagina/Onderwerp Verbinden/ Verbreken p. 100, Handleiding voor software en draadloze verbinding Reg. Doel Apparaat p.
Volume Uit/1/2*/3/4/5 Het volume aanpassen van het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner, het sluitergeluid en het geluid bij het afspelen. U kunt het volume niet aanpassen als [mute] is ingesteld op [Aan]. Het volume instellen van het opstartgeluid dat u hoort wanneer u de camera inschakelt. Werk volume Het volume instellen van de pieptoon die u hoort wanneer u een andere knop dan de ontspanknop indrukt.
Formateren Bestandnr. p. 28 Auto reset/Continu* p. 72 Map maken p. 71 Een map maken voor de volgende opnamesessie. Maak nieuwe folder Selectievakje ingeschakeld (Aan)/ Selectievakje niet ingeschakeld (Uit) Maak autom. Uit*/Dagelijks/ U kunt ook een aanmaakdatum instellen. Maandag-zondag/ Maandelijks Beeldomkeren Aan*/Uit p. 70 Taal Video Systeem Verkorte handleiding p. 4 NTSC/PAL p. 93 Reset alle p.
Alle standaardwaarden herstellen 1 Menu (Instellen) [Reset alle]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Selecteer [OK] en druk op . Voordat u de camera gebruikt De instellingen kunnen niet worden hersteld als de camera is aangesloten op een computer of een printer. De volgende items kunnen niet worden hersteld. - Opnamemodus. - Item gekozen in het menu (Draadloze communicatie). - De opties [Tijdzone], [Datum/Tijd], [Taal] en [Video Systeem] in het menu (Instellen) (p. 35, 36).
Opnamen maken De opgenomen pixels en compressie wijzigen (Stilstaande beelden) Opnamemodus 1 Menu FUNC. (Compressie). * (Opgenomen pixels)/ * Zie Menu’s en instellingen (p. 31). * Standaardinstelling. Selecteer de instellingen voor de opgenomen pixels/compressie met de knop of en druk op de knop FUNC./SET.
Geschatte waarden voor compressie-instellingen Compressie [Superfijn] Opnamen van hoge kwaliteit maken Normaal Meer opnamen maken [Fijn] [Normaal] Doel Hoge kwaliteit Opnamen van standaardkwaliteit maken Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (p. 135). Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (p. 134).
Opgenomen pixels en opnamesnelheid wijzigen (Films) Opnamemodus U kunt de opgenomen pixels en de opnamesnelheid wijzigen als de opnamemodus Movie is ingesteld op (Standaard) of (My Colors). 1 Menu FUNC. * (Opgenomen pixels)/ (Aantal beelden). * Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Selecteer de instellingen van de opgenomen pixels/opnamesnelheid met de knop of en druk op de knop FUNC./SET. Opgenomen pixels en aantal beelden Opgenomen pixels Opnamesnelheid (beelden/sec.
Vergrote close-ups maken (Digitale macro) Opnamemodus Bij de maximale groothoekinstelling kunt u opnamen maken van een onderwerp dat zich 3 tot 10 cm van het uiteinde van de lens bevindt. Dankzij de digitale zoom is het opnamegebied 9 × 7 mm bij maximale zoom (ongeveer 4 keer). 1 Menu FUNC. * (Auto) (Digitale macro). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Kies de beeldhoek met de zoomknop en maak de opname.
De digitale zoom gebruiken Opnamemodus U kunt ingezoomde beelden maken met de gecombineerde optische en digitale zoom. Foto's: met ongeveer 12 keer inzoomen Films (Standaard): met ongeveer 12 keer inzoomen De digitale zoom kan alleen worden gebruikt als het LCD-scherm is ingeschakeld. 1 Menu (Opname) [Aan]. [Digitale Zoom] Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Duw de zoomknop naar opname. en maak de De gecombineerde digitale en optische zoominstelling wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Continu-opnamen Opnamemodus In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart* gebruikt, kunt u bij een ingestelde interval continu opnamen maken (vloeiende continuopname) tot de geheugenkaart vol is (p. 134). *Aanbevolen geheugenkaart Supersnelle SDC-512 MSH-geheugenkaart (wordt afzonderlijk verkocht) meteen na een low level format (p. 28). 1 2 Druk op om weer te geven. Maak de opname.
Briefkaart met ingesloten datum Opnamemodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. * (Opgenomen pixels) (Briefkaart met ingesloten datum). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Opgenomen pixels is ingesteld op (1600 × 1200) en de compressie op (Fijn).
Zorg ervoor dat de datum en de tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (p. 35). Wanneer de datumstempel eenmaal in de beeldgegevens is opgenomen, kan deze niet meer worden verwijderd. De zelfontspanner gebruiken Opnamemodus U kunt een vertraging van 10 ( ) of 2 seconden ( ) instellen nadat de ontspanknop is ingedrukt, of een aangepaste vertraging en het aantal opnamen ( Handm. Timer). Druk op de knop om , of weer te geven. Maak de opname.
. De vertraging en het aantal opnamen wijzigen U kunt de vertraging (0-10, 15, 20, 30 sec.) en het aantal opnamen (1-10) wijzigen. Deze instellingen kunnen echter niet worden ingesteld voor de opnamemodi Stitch Hulp, Film of My Colors. 1 Menu (Opname) [Zelfontspanner] . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 [Vertraging]/[Beelden] wijzigen . Het geluid van de zelfontspanner doet het volgende: - Het geluid van de zelfontspanner begint 2 seconden voordat de ingestelde vertraging voorbij is.
Filmopnamen maken Opnamemodus De volgende vier opnamemodi zijn beschikbaar. Standaard U kunt de opgenomen pixels en de opnamesnelheid selecteren en opnemen totdat de geheugenkaart vol is (wanneer u een zeer snelle geheugenkaart gebruikt, zoals het aanbevolen model SDC-512MSH). De digitale zoom kan ook worden gebruikt in deze modus. (p. 42) • Opgenomen pixels: (640 × 480), • [Aantal beelden]: (30 beelden/sec.), • Maximumgrootte: 1 GB/film (320 × 240) (15 beelden/sec.
1 Menu FUNC. * (Standaard) Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een filmopnamemodus te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. In de modus of kunt u de opgenomen pixels en de opnamesnelheid wijzigen (p. 40). 2 Maak de opname. Als u de ontspanknop half indrukt, worden de focus, belichting en witbalans automatisch ingesteld. Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden video en geluid tegelijkertijd opgenomen.
Vóór de opname kunt de belichtingsvergrendeling (p. 53) en de belichting instellen. 1. Druk op de knop . De belichting wordt vergrendeld (AE lock) en de belichtingsschuifbalk verschijnt in het LCD-scherm. 2. Gebruik de knop of om de belichting aan te passen. Druk nogmaals op de knop om de instelling op te heffen. De instelling wordt ook geannuleerd als u op de knop MENU drukt of de witbalans, het foto-effect of de opnamemodus wijzigt. U hebt QuickTime 3.
2 Een opnamerichting selecteren . U kunt kiezen tussen de volgende twee opnamerichtingen. Horizontaal, van links naar rechts Horizontaal, van rechts naar links 3 Maak de eerste opname van de reeks. De belichting en de witbalans worden ingesteld en vergrendeld bij de eerste opname. 4 Maak de tweede opname zodanig dat deze een deel van de eerste opname overlapt. U kunt een opname opnieuw maken door op de knop of te drukken en terug te keren naar het scherm van de zojuist gemaakte opname.
Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken Opnamemodus U kunt, afhankelijk van de AiAF-instelling, kiezen tussen de volgende twee scherpstelmethoden. (Geen kader) De camera detecteert het onderwerp en markeert de Aan AF-kaders vanaf negen beschikbare punten, die worden gebruikt om de focus te bepalen. De opname wordt scherpgesteld met het middelste Uit AF-kader. Dit is handig wanneer u nauwkeuriger wilt scherpstellen op een bepaald deel van een onderwerp. Menu (Opname) [AiAF] [Aan]/[Uit].
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF Lock) Opnamemodus Het scherpstellen van de volgende typen onderwerpen kan moeilijk zijn. Objecten met bijzonder weinig contrast. Scènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg. Composities met bijzonder heldere objecten in het midden. Objecten die snel bewegen. Objecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen.
4 Wijzig de stand van de camera om de gewenste beeldcompositie te krijgen en maak de opname. AF lock opheffen Druk op de knop / . Wanneer u opnamen maakt met de scherpstelvergrendeling of AF lock en u het LCD-scherm gebruikt, is het eenvoudiger om [AiAF] in te stellen op [Uit] (p. 33). De camera gebruikt dan alleen het middelste AF-kader om scherp te stellen. AF lock is handig omdat u daarbij de sluiterknop los kunt laten om de juiste compositie te maken.
AE lock kan ook worden ingesteld en opgeheven in de modus (p. 49). U kunt de flitsbelichtingsvergrendeling gebruiken als u de flitser gebruikt. De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) Opnamemodus U kunt de flitsbelichting vergrendelen zodat de belichting juist is ingesteld, ongeacht de compositie van het onderwerp. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Stel scherp op het onderwerp waarvan u de flitsbelichting wilt vergrendelen. 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop .
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Opnamemodus 1 Menu FUNC. * (Deelmeting). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een lichtmeetmethode te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Deelmeting Geschikt voor standaardopnameomstandigheden, waaronder objecten die van achter worden belicht. Het beeld wordt verdeeld in een aantal gebieden voor lichtmeting.
De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus Pas de belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt als het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is, of om te voorkomen dat lichtjes te helder worden weergegeven in nachtscènes. 1 Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om de belichtingscompensatie aan te passen en druk op de knop FUNC./SET.
Opnamen maken met een lange sluitertijd Opnamemodus U kunt een lange sluitertijd instellen om donkere onderwerpen lichter weer te geven. 1 Menu (Opname) [Lange sluiter] [Aan]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32). Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie) . Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. 3 Gebruik de knop of selecteren . Opnamen maken 2 om de sluitertijd te Hoe hoger de waarde, des te helderder het beeld. Hoe lager de waarde, des te donkerder het beeld.
Bij CCD-beeldsensoren neemt de hoeveelheid ruis in het opgenomen beeld toe bij korte sluitertijden. Bij deze camera worden beelden die met een sluitertijd van minder dan 1,3 seconden zijn opgenomen, echter speciaal verwerkt om de ruis te verwijderen, zodat beelden van hoge kwaliteit ontstaan. Het kan echter enige tijd duren voordat de volgende opname kan worden gemaakt. Controleer op het LCD-scherm of het beeld is opgenomen met de gewenste helderheid.
De toon (witbalans) aanpassen Opnamemodus Normaal selecteert de automatische witbalansinstelling de optimale witbalans. Pas de instelling van de witbalans aan de lichtbron aan als de instelling geen natuurlijke kleuren kan genereren. 1 Menu FUNC. * (Auto). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling.
De aangepaste witbalans gebruiken U kunt de optimale witbalans voor een opname instellen door de camera een stuk wit papier, een witte doek of grijs karton van fotografische kwaliteit te laten evalueren om de standaardkleur wit in te stellen. Vooral in de volgende situaties waarin de witbalans met de optie (Auto) moeilijk kan worden ingesteld, kunt u beter een aangepaste witbalans instellen met (Custom).
Opnamen maken Voordat u een aangepaste witbalans instelt, kunt u het beste de opnamemodus kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] instellen. De witbalans kan mogelijk niet goed worden ingesteld wanneer de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het aanpassen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, gebruikt u mogelijk niet de optimale witbalans.
Het foto-effect wijzigen Opnamemodus Als u een foto-effect instelt voordat u de opname maakt, krijgen uw foto's een speciale sfeer. 1 Menu FUNC. * (Effect uit). Zie Menu’s en instellingen (p. 31). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een foto-effect te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Instellingen voor het foto-effect Effect uit Met deze instelling maakt u normale opnamen.
Opnamen maken in een modus van My Colors Opnamemodus My Colors-instellingen Positief Film Gebruik deze optie om rode, groene of blauwe kleuren intenser te maken, zoals de effecten Levendig Rood, Levendig Groen of Levendig Blauw. Dit levert intense, natuurlijke kleuren op, zoals de kleuren van positieve film.
Kleur Wissel Gebruik deze optie om een kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm, te converteren naar een andere kleur. De opgegeven kleur kan worden gewijzigd in één andere kleur. U kunt niet meerdere kleuren kiezen. Custom Kleur Gebruik deze optie als u de kleurbalans tussen rode, groene, blauwe en huidtinten* vrijelijk wilt kunnen aanpassen. U kunt deze optie gebruiken om subtiele aanpassingen te maken, zoals levendiger blauwe kleuren of helderdere gelaatskleuren.
De ISO-waarde gaat met sommige instellingen omhoog, waardoor de ruis in het beeld toeneemt. De methode van opslaan van het oorspronkelijke beeld wijzigen Wanneer u stilstaande beelden opneemt in een modus van My Colors, kunt u opgeven of u het gewijzigde beeld en het ongewijzigde beeld wilt opslaan. 1 Menu (Opname) [Aan]/[Uit]. [Orig. Opslaan] Zie Menu’s en instellingen (p. 32). [Orig.
De camera instellen op de modus [Kleur Accent] Alle kleuren, behalve de kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm, worden vastgelegd als zwart-wit. 1 (Kleur Accent) . Zie Menu’s en instellingen (p. 31). De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleuraccent weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur).
De camera instellen op de modus [Kleur Wissel] In deze modus kunt u een kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm converteren naar een andere kleur. 1 Gewenste kleur (na conversie) (Kleur Wissel) . Zie Menu’s en instellingen (p. 31). De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleurwissel weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur).
4 . De instelling wordt voltooid. Als u nu op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm waar u een My Colors-modus kunt selecteren. Met de standaardinstelling voor de modus Custom Kleur wordt groen veranderd in wit. Het resultaat is mogelijk niet wat u verwacht nadat u de kleureninvoermodus hebt gebruikt, als u de flitser gebruikt of de instellingen voor witbalans of lichtmeting wijzigt. De kleuren die u opgeeft in de modus Kleur Wissel blijven behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De ISO-waarde aanpassen Opnamemodus Pas de ISO-waarde aan om het effect van camerabewegingen te verminderen, schakel de flitser uit als u opnamen wilt maken in een donkere omgeving of gebruik een snelle sluitersnelheid. 1 Druk op de knop en wijzig de instellingen Druk herhaaldelijk op de knop om de instellingen / / /[Auto] uit te proberen. Door [Auto] te selecteren, wordt de gevoeligheid zo ingesteld dat de beeldkwaliteit optimaal is.
De functie Beeldomkeren instellen Opnamemodus Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het LCD-scherm bekijkt. 1 Menu (Instellen) [Beeldomkeren] [Aan]/[Uit]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32).
Een doelmap voor beelden maken (map) Opnamemodus U kunt op ieder moment een nieuwe map maken en de opnamen worden automatisch in die map opgeslagen. Een nieuwe map maken voor de volgende keer dat u opnamen maakt. Als u een extra map wilt maken, voegt u nog een vinkje toe. [Maak autom.] U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een nieuwe map wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd (p. 36). Menu (Instellen) [Maak folder]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32).
Er kunnen maximaal 2000 beelden in een map worden bewaard. Er wordt automatisch een nieuwe map gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe map maakt. Bestandsnummering opnieuw instellen Opnamemodus Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen. U kunt selecteren hoe bestandsnummers worden toegewezen. 1 Menu (Instellen) reset]/[Continu]. [Bestandnr.] [Auto Zie Menu’s en instellingen (p. 32). Functie File No.
Nummers van bestanden en mappen Opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers toegewezen, beginnend bij 0001 en eindigend bij 9999. Bij mappen beginnen de nummers bij 100 en eindigen ze bij 999. In een map kunnen maximaal 2000 beelden worden opgeslagen.
Weergeven/wissen Raadpleeg ook de Verkorte handleiding (p. 11). Beelden vergroten 1 Duw de zoomknop naar . wordt weergegeven en op het scherm ziet u een vergroot gedeelte van het beeld. Beelden kunnen ongeveer 10 maal worden vergroot. Geschatte locatie van het weergegeven gebied 2 Gebruik de knop , , of om andere delen van het beeld te vergroten. Wanneer u in een vergrote weergave op de knop FUNC.
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Duw de zoomknop naar U kunt maximaal negen beelden tegelijk bekijken. Gebruik de knop , , of om een ander beeld te selecteren. . Geselecteerd beeld Film De springbalk wordt weergegeven wanneer u de zoomknop in de indexweergave naar drukt en u kunt schakelen tussen reeksen van negen beelden. Gebruik de knop of om naar de vorige of volgende reeks van negen beelden te gaan. Houd de knop FUNC.
Naar beelden springen Wanneer u op een geheugenkaart veel beelden hebt vastgelegd, is het handig om de vijf zoekcriteria hieronder te gebruiken om door de beelden te springen om te vinden wat u zoekt. 1 Volgende 10 U springt met 10 beelden tegelijk. Volgende 100 U springt met 100 beelden tegelijk. Ga naar datum U springt naar het eerste beeld van elke opnamedatum. Ga naar film U springt naar een film. Ga naar folder Hiermee wordt het eerste beeld in elke map weergegeven.
Films bekijken U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef een film weer en druk op . Beelden met het pictogram zijn films. Filmbedieningspaneel Volume (Aanpassen met de knop of ) 2 Selecteer (afspelen) en druk op . Werken met het filmbedieningspaneel Afspelen/wissen De film wordt gepauzeerd wanneer u tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET drukt. Het afspelen gaat verder als u nogmaals op die knop drukt.
Gebruik de knoppen van de televisie om het gewenste volume in te stellen wanneer u een film op tv bekijkt (p. 93). Geluid kan niet in slowmotion worden afgespeeld. Films bewerken U kunt delen van opgenomen films wissen. Films van 1 seconde of langer kunnen worden bewerkt. Films die zijn beveiligd of die korter zijn dan 1 seconde, kunnen niet worden bewerkt. 1 Selecteer (bewerken) in het filmbedieningspaneel en druk op .
4 Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven] en druk op . Met [Nieuw bestand] slaat u de bewerkte film op met een nieuwe bestandsnaam. De gegevens van vóór de wijziging blijven bewaard. Als u op de knop FUNC./SET drukt terwijl u een film opslaat, wordt het opslaan geannuleerd. Met [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de oorspronkelijke naam opgeslagen. De gegevens van vóór de wijziging gaan verloren. Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt u alleen [Overschrijven] selecteren.
Beelden draaien in het scherm U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm. Origineel 1 90° Menu (Keuze) 270° . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt draaien en druk op om het draaien uit te voeren. Druk herhaaldelijk op de knop FUNC./SET om de standen 90°/270°/0° uit te proberen. U kunt dit ook instellen in de indexweergave. Filmbeelden kunnen niet worden gedraaid.
Weergeven met overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt tijdens het wisselen van beelden. Gewoon scherm Het weergegeven beeld wordt donkerder en het volgende beeld wordt langzaam lichter totdat het wordt weergegeven. Druk op de knop zodat het vorige beeld vanaf de linkerzijde wordt weergegeven, en op de knop om het volgende beeld vanaf de rechterzijde weer te geven. 1 Menu (Keuze) / . Zie Menu’s en instellingen (p. 32).
2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waaraan u een geluidsmemo wilt toevoegen en druk op . Het geluidsmemopaneel wordt weergegeven. 3 Selecteer (opnemen) en druk op De verstreken tijd en de resterende tijd worden weergegeven. Wanneer u op de knop FUNC./ SET drukt, wordt de opname onderbroken. Druk nogmaals op de knop om het opnemen te hervatten. U kunt een geluidsmemo van maximaal 60 seconden toevoegen aan een beeld. .
Automatisch afspelen (Dia Shows) Beelden op de geheugenkaart automatisch weergeven. De beeldinstellingen voor diapresentaties worden gebaseerd op de DPOF-norm (Digital Print Order Format) (p. 88). Alle beelden Datum Alle beelden met een specifieke datum op volgorde weergeven. Folder Alle beelden in een specifieke map op volgorde weergeven. Film Alleen filmbestanden op volgorde afspelen. Alleen stilstaande beelden afspelen op volgorde.
3 Selecteer [Start] en druk op . Tijdens de diapresentaties zijn de volgende functies beschikbaar. - De diapresentatie onderbreken/ hervatten: druk op de knop FUNC./SET. - De diapresentatie snel vooruit en achteruit afspelen: druk op de knop of (houd de knop ingedrukt om sneller tussen de beelden te schakelen) - De diapresentatie stoppen: druk op de knop MENU. Overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt wanneer een beeld wordt vervangen door een ander.
De beelddatum of map selecteren die u wilt weergeven ( / ) 1 2 Selecteer of en druk op . Selecteer de datum of de map die u wilt afspelen met de knop of en druk vervolgens op . Datum Folder – ) Selecteer alleen die beelden die u wilt afspelen en sla die op als diapresentatie (Custom 1, 2 of 3). U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Ze worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. 1 Selecteer , of en druk op Afspelen/wissen De beelden selecteren die u wilt weergeven ( .
Alle beelden selecteren 1. Nadat u in stap 1 hebt geselecteerd (p. 85), kunt u de knop gebruiken om [Markeer alles] te selecteren. Druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 2. Gebruik de knop om [Markeer alles] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 3. Gebruik de knop om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. Door [Herstel] te kiezen, maakt u de selectie van alle beelden ongedaan.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden en films beveiligen, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. 1 Menu (Keuze) . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen en druk op . Beveiligingspictogram Alle beelden wissen Afspelen/wissen U kunt de instelling ongedaan maken door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Afdruk-/verzendinstellingen De DPOF-afdrukinstellingen selecteren Met de camera kunt u vooraf de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. Dit is heel handig als u beelden wilt afdrukken met een printer die de functie Direct Print ondersteunt of als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt.
3 Beelden selecteren voor afdrukken. De selectiemethode is afhankelijk van de instellingen van het afdruktype (p. 90). (Standaard)/ (Beide) Selecteer een opname, druk op de knop FUNC./SET en gebruik de knop of om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99). - Aantal exemplaren Selectie van indexafdruk (Index) Kies een opname en druk op de knop FUNC./SET om deze wel of niet te selecteren. Alle beelden op een geheugenkaart 2 Selecteer [markeer] en druk op .
De beelden worden afgedrukt op volgorde van bestandsnummer. U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Als [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kan het aantal afdrukken worden ingesteld. Als deze optie is ingesteld op [Index], kan het aantal niet worden ingesteld (er word slechts één afdruk gemaakt). Stel bij de DPOF-afdrukinstellingen niet de datum in wanneer u beelden afdrukt waarin de datum is ingesloten met de functie [Datum stempel]. Hierdoor wordt de datum mogelijk twee keer afgedrukt.
De instellingen voor [Datum] en [File No.] zijn op de volgende manier afhankelijk van het Afdruktype. - [Index] [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd zijn ingesteld op [Aan]. - [Standaard] of [Beide] [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd zijn ingesteld op [Aan]. De afdrukbare informatie kan echter per printer verschillen. Ingesloten datums in de modus (Briefkaart met ingesloten datum) (p. 44). Drukt de datum ook af wanneer [Datum] is ingesteld op [Uit].
Afzonderlijke beelden 2 Selecteer [Opdracht] en druk op . Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Selecteer het beeld dat u wilt verzenden en druk op . U kunt de instelling ongedaan maken door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Verzendselectie Alle beelden op een geheugenkaart 2 Selecteer [markeer] en druk op . Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen.
Beelden weergeven op een televisie U kunt een televisietoestel als monitor gebruiken om beelden af te spelen of tijdens het maken van opnamen weer te geven, als u de camera op de televisie aansluit met de meegeleverde AV-kabel. 1 2 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de AV-kabel aan op de A/V OUT-uitgang van de camera. Schuif het klepje van de aansluitingen open en plaats de AV-kabel stevig in de uitgang. 3 Geel IN VIDEO AUDIO Zwart 4 Zet de televisie aan en selecteer het videokanaal.
De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) In het menu Mijn camera kunt u het opstartscherm, het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelftimer en het sluitergeluid aanpassen. U kunt deze instellingen wijzigen en registreren zodat u de camera aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Mijn camera-instellingen wijzigen 1 Menu (Mijn camera) Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Selecteer de inhoud die u wilt instellen. Selecteer [Thema] om overal dezelfde instellingen te gebruiken.
Mijn camera-instellingen registreren Beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen en recent opgenomen geluiden kunt u eenvoudig als Mijn camera-instellingen toevoegen aan de menuonderdelen en . U kunt ook de bijgeleverde software gebruiken om beelden en geluiden van uw computer over te brengen naar de camera. Als u de standaardinstellingen van Mijn camera wilt herstellen, moet u een computer gebruiken.
3 Selecteer een beeld of neem een geluid op. opstart scherm Selecteer het beeld dat u wilt registreren en druk op de knop FUNC./SET. opstart geluid, werkgeluid, Geluidzelftimer en Sluiter geluid Selecteer (opnemen) en druk op de knop FUNC./SET. Selecteer na de opname (registreren) en druk op de knop FUNC./SET. - Het opnemen wordt automatisch gestopt zodra de opnametijd is verstreken. - Selecteer (afspelen) om de opname af te spelen. - Druk op (uit) om af te sluiten in plaats van te registreren.
Een draadloze verbinding gebruiken (verbinding met een printer) Als u gemaakte beelden wilt opslaan of afdrukken, kunt u ze zonder het gebruik van kabels verzenden naar een pc of printer. Verbinding maken met een printer Als u de meegeleverde draadloze print adapter aansluit op een printer die compatibel is met Canon PictBridge kunt u gemaakte beelden afdrukken nadat u ze via een draadloze verbinding naar de printer hebt verzonden (p. 98). Raadpleeg de instructies op de volgende pagina.
Verbinding maken met een printer De draadloze print adapter aansluiten op een printer Als u de meegeleverde draadloze print adapter WA-1 aansluit op een printer die compatibel is met Canon PictBridge, kunt u de beelden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart van de camera afdrukken via een draadloze verbinding. Sluit de draadloze print adapter niet aan op een computer. Hierdoor kunnen storingen in de computer ontstaan.
2 Sluit de meegeleverde compacte voedingsadapter aan op de draadloze print adapter. Steek de kabel van de Kabel van de compacte compacte voedingsadapter voedingsadapter stevig in de DC IN-aansluiting van de draadloze print adapter. Aanbrengen in DC Sluit de compacte IN-aansluiting voedingsadapter CA-DC 20 aan als u geen CP710/CP510-printer, maar een andere printer de markeringen S gebruikt die compatibel Plaats tegenover elkaar. is met Canon PictBridge.
Verbinden/Verbreken Een draadloze verbinding met een printer tot stand brengen 1 Schuif de modusschakelaar naar Menu (Draadloze communicatie) Verbreken] (Weergeven) [Verbinden/ Zie Menu’s en instellingen (p. 32). Ook wanneer u de knop indrukt zonder het menu weer te geven in de modus Weergeven wordt hetzelfde scherm weergegeven. 2 Nadat u hebt bevestigd dat [1.WA-1] is geselecteerd als [Doel Apparaat], gebruikt u de knop of om [Verbind] te selecteren en drukt u op (of ).
De draadloze verbinding beëindigen 1 Schuif de modusschakelaar naar (Weergeven) Menu (Draadloze communicatie) [Verbinden/ Verbreken]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Gebruik de knop of om [Verbreek] te selecteren en druk op . zDe draadloze verbinding wordt beëindigd. Draadloze verbinding z De verbinding is zeer goed als gedurende de draadloze verbinding wordt weergegeven. Hoe minder antennes er worden weergegeven, hoe slechter de draadloze verbinding is.
Het kanaal voor de draadloze print adapter wijzigen Als het kanaal voor de draadloze print adapter (gebruikte frequentie) reeds in gebruik is door een ander apparaat, kunt u het kanaal wijzigen om interferentie door radiogolven te voorkomen. 1 Selecteer het doelapparaat waarvoor u het kanaal wilt wijzigen in [Doel Apparaat] en druk op . Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Wijzig het kanaal met de knoppen en druk op .
2 Schuif de modusschakelaar naar (Weergeven) Menu (Draadloze communicatie) [Reg. Doel Apparaat]. Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 3 Wanneer het bericht ‘Druk op SETUP knop’ op het scherm wordt weergegeven, drukt u binnen 10 seconden op de knop SETUP van de draadloze print adapter. 4 Druk op . Wanneer u een draadloze print adapter registreert, moet u ervoor zorgen dat deze zich binnen 1 meter van de camera bevindt. Raadpleeg de Lijst met berichten (p. 115) als de registratie mislukt.
Doelapparaten verwijderen De apparaten die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen. 1 Menu (Draadloze communicatie) [Verwijder Registr.] Zie Menu’s en instellingen (p. 32). 2 Selecteer het doelapparaat dat u wilt verwijderen. Gebruik de knop of om [Doel Apparaat] te selecteren en de knop of om het apparaat te kiezen dat u wilt verwijderen. 3 Gebruik de knop , , of om [Verwijder] te selecteren en druk op . Selecteer [Stop] als u wilt annuleren in plaats van verwijderen.
Problemen oplossen Camera Camera doet niets. De camera is niet ingeschakeld. Druk op de aan/uit-knop (Verkorte handleiding p. 5). De geheugenkaartsleuf/ batterijhouder is open. Controleer of het klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijhouder goed is gesloten (Verkorte handleiding p. 2). De batterij is bijna leeg (het bericht ‘Vervang\verwissel accu’ wordt weergegeven). Plaats een volledig opgeladen batterij in de camera (Verkorte handleiding p. 2).
LCD-scherm Het scherm wordt donkerder. De weergave op het LCD-scherm wordt donkerder in sterk zonlicht of fel licht. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op de opgenomen beelden. Het scherm knippert. Het scherm knippert bij het maken van opnamen bij tl-verlichting. Dit is geen camerastoring (knipperen wordt vastgelegd bij films maar niet bij stilstaande beelden). Lichtbalk (rood of paars) op het LCD-scherm. Het onderwerp is te licht.
Er wordt ruis weergegeven/De bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig uit. Het beeld dat wordt weergegeven op het LCD-scherm is automatisch lichter gemaakt zodat het beter zichtbaar is bij opnamen in donkere omstandigheden (p. 21). Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld. Opnamen maken Camera maakt geen opnamen. Schuif de modusschakelaar naar (opnemen) of (Film) (Verkorte handleiding p. 6). De flitser wordt opgeladen.
Het beeld is wazig of onscherp. Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit]. In donkere omgevingen die ongunstig zijn voor het automatisch scherpstellen van de camera, wordt het AF-hulplicht geactiveerd om het scherpstellen te vergemakkelijken. Het AF-hulplicht werkt niet wanneer het is uitgeschakeld. U moet het daarom inschakelen ([Aan]) om het te activeren (p. 33). Zorg ervoor dat u het AF-hulplicht niet afdekt met uw hand wanneer het wordt gebruikt. De camera beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Het onderwerp van de opname is te helder. Het onderwerp is te dichtbij, waardoor het flitslicht te fel is. Zorg er bij het gebruik van de ingebouwde flitser voor dat u de opname maakt op de juiste afstand van het onderwerp (p. 131). Het onderwerp is veel lichter dan de achtergrond. Stel de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde (-) (p. 56). Gebruik AE lock of gebruik spotmeting (p. 53, 55). Er schijnt te veel licht direct in de camera of te veel licht wordt gereflecteerd door het onderwerp.
Ogen worden rood weergegeven. De weerspiegeling van licht in ogen kan ertoe leiden dat de ogen rood worden weergegeven wanneer de flitser in het donker wordt gebruikt. Gebruik de modus (automatische rode-ogenreductie) (Verkorte handleiding p. 9). Deze modus heeft alleen effect als de persoon recht in de lamp voor rode-ogenreductie kijkt. Vraag de persoon indien mogelijk recht in de lamp te kijken.
Films opnemen De opnametijd wordt mogelijk niet goed weergegeven of de opname wordt onverwacht gestopt. De volgende typen geheugenkaarten worden gebruikt. - Kaarten waarop langzaam wordt opgenomen. - Kaarten die zijn geformatteerd op een andere camera of op een computer. - Kaarten waarop vaak beelden zijn opgenomen en gewist. Hoewel de opnametijd tijdens het filmen mogelijk niet goed wordt weergegeven, wordt de film goed opgenomen op de geheugenkaart.
Afspelen Kan niet afspelen. U probeert beelden af te spelen die met een andere camera zijn gemaakt of met een computer zijn bewerkt. Computerbeelden die niet kunnen worden afgespeeld, worden wel afgespeeld als u deze naar de camera overbrengt met het softwareprogramma ZoomBrowser EX of ImageBrowser, dat bij de camera is geleverd. De bestandsnaam is gewijzigd met een computer of de bestandslocatie is gewijzigd.
Lezen van beelden op geheugenkaart verloopt traag. De geheugenkaart is met een ander apparaat geformatteerd. Gebruik een geheugenkaart die met uw camera is geformatteerd (p. 28). Batterij/Batterijlader De batterij is snel leeg. De levensduur van de batterij is overschreden wanneer de batterij leeg raakt bij een normale temperatuur (23º C). Vervang de batterij door een nieuwe (Verkorte handleiding p. 2). Batterij laadt niet op. De levensduur van de batterij is overschreden.
Draadloze verbinding met een printer Draadloze verbinding met een printer is niet mogelijk. 114 U hebt de draadloze print adapter niet aangesloten op de printer. Sluit de draadloze print adapter aan op de printer (p. 98). Uw printer is geen printer die compatibel is met Canon PictBridge. Als u een draadloze verbinding tussen de camera en printer gebruikt, moet u controleren of u een printer gebruikt die compatibel is met Canon PictBridge (p. 98).
Lijst met berichten • Tijdens de opname of het afspelen, of bij een draadloze verbinding met een printer. De onderstaande foutberichten worden weergegeven. • Tijdens draadloze verbinding met een computer Raadpleeg de Handleiding voor software en draadloze verbinding. • Tijdens afdrukken Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print. Bezig... Beeld wordt opgeslagen op of gelezen van de geheugenkaart. De afspeelmodus wordt gestart.
Vervang/Verwissel accu De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk door een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geen beeld. Geen beelden opgeslagen op de geheugenkaart. Beeld te groot. U wilt een beeld afspelen dat groter is dan 4992 × 3328 pixels of dat een uitzonderlijke gegevensgrootte heeft. Onjuist JPEG formaat U probeert incompatibele JPEG-gegevens af te spelen.
Beveiligd! zU probeert een beveiligd beeld, beveiligde film of geluidsmemo te wissen of te bewerken. Teveel markeringen. zEr zijn te veel beelden gemarkeerd met afdrukinstellingen, verzendinstellingen of instellingen voor een diashow. Er kunnen niet meer opdrachten worden verwerkt. Kan niet voltooien! zDe afdruk- of verzendopties of de instellingen voor diashows kunnen niet worden opgeslagen. Niet selecteerbaar beeld. zU probeert afdrukopties in te stellen voor een beeld dat geen JPEG-gegevens heeft.
Verbroken De draadloze verbinding is verbroken. Verklein de afstand tussen de camera en de draadloze print adapter, verander de stand van de camera of de hoek van de draadloze print adapter, of wijzig de kanaalinstellingen. Breng vervolgens opnieuw een draadloze verbinding tot stand. Te veel apparaten geregistreerd Er zijn al 8 doelapparaten geregistreerd. Als u aanvullende apparaten wilt registreren, gebruikt u [Verwijder Registr.] om doelapparaten die u niet meer gebruikt, te verwijderen.
Bijlagen Omgaan met de batterij Batterijlading Onderstaand pictogram en bericht worden weergegeven. Vervang/Verwissel accu De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze gedurende een langere periode wilt gebruiken. De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk. Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de batterij Bijlagen Zorg er altijd voor dat de batterijpolen schoon zijn.
Afhankelijk van de manier waarop het klepje van de aansluitingen is geplaatst (Fig. C, D), kunt u wellicht de sterkte van de batterij controleren. Fig. C Fig. D Opgeladen batterij Plaats het klepje zo dat zichtbaar is. Lege batterij Plaats het klepje precies andersom als in Fig. C. U wordt aangeraden de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0 tot 30 °C te bewaren.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. 1 Schroef de behuizing los van de onderkant van het antennedeksel Wrik vervolgens het antennedeksel aan beide zijden los . Trek daarna het printplaatlint van de onderkant van de antenne . 2 Draai de drie schroeven aan de bovenkant van de antenne los (verwijder de 3-punts schroef niet) . Verwijder de antenneeenheid .
4 Verwijder eerst de achterklep . Open de onderste batterijhouder en verwijder de onderste plaat . Draai één schroef los van de onderkant en verwijder het deksel . Raak de flitser nooit aan! Raak de flitser nooit aan. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. 5 Verwijder één schroef van de voorzijde, één van de achterzijde (boven het LCD-scherm) en één van de linkerplaat . Verwijder de pin van het deksel van de USB-poort en verwijder vervolgens het deksel .
6 Wrik de zwarte of grijze vergrendelingen (4) op de connectors (5) open en trek vervolgens alle printplaatlinten eruit, zoals aangegeven. 7 Draai de schroeven (2) los die het schakelbord op zijn plaats houden, en verwijder het schakelbord. Raak dit gedeelte nooit aan! Raak dit gedeelte nooit aan! Raak het gedeelte dat is aangegeven op de afbeelding en interne onderdelen van de camera nooit aan zodra u het schakelbord hebt verwijderd. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Omgaan met de geheugenkaart Het schuifje voor schrijfbeveiliging Schuifje voor schrijfbeveiliging Zet het schuifje omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Schuif het schuifje naar beneden (hiermee beschermt u de beelden en andere gegevens op de kaart). Schrijven/wissen niet mogelijk Waarschuwingen voor het gebruik Een geheugenkaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
Formatteren z Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden. z Wij raden u aan geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd. • De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. • Als de camera niet goed functioneert, kan de geheugenkaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de geheugenkaart opnieuw te formatteren.
Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) U wordt aangeraden de voedingsadapterset ACK-DC10 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aan te sluiten wanneer u deze lange tijd gebruikt of aansluit op een computer. Schakel de camera uit voordat u de compacte voedingsadapter aansluit of loskoppelt. 1 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in het stopcontact.
4 Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf/ batterijhouder en sluit het snoer aan op de gelijkstroomkoppeling. Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt in aanvulling op de ingebouwde flitser van de camera wanneer het onderwerp te ver weg is om goed te worden belicht. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat.
De oplaadtijd van de flitser wordt langer naarmate de batterij leger raakt. Zet de modusschakelaar of Aan/Uit-schakelaar op [OFF] wanneer u de flitser niet meer gaat gebruiken. Let erop dat u het venster van de flitser of de sensor niet met uw vingers aanraakt zolang de flitser wordt gebruikt. Het is mogelijk dat de flitser wordt geactiveerd als er een andere flitser in de directe nabijheid wordt gebruikt.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, benzeen, synthetische reinigingsmiddelen of water om de camera te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerabehuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op standaardtests van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk.
Witbalans Automatische witbalans, vooraf ingestelde witbalans (mogelijke instellingen: Daglicht, Bewolkt, Lamplicht, TL-licht of TL-licht H) of aangepast Ingebouwde flitser Automatisch, automatische rode-ogenreductie, flitser aan met rode-ogenreductie, flitser aan, flitser uit, slow sync Flitsbereik Normaal: 50 cm - 3,5 m (G), 50 cm - 2,0 m (T) Macro: 30 cm - 50 cm (G/T) (Als de ISO-waarde is ingesteld op Automatisch.
Aantal opgenomen Hoge opnamesnelheid: (er kan worden opgenomen pixels gedurende 1 min.) (Films) 320 × 240 pixels (60 beelden/sec.) Compact: (er kan worden opgenomen gedurende 3 min.) 160 × 120 pixels (15 beelden/sec.) * Bij gebruik van zeer snelle geheugenkaarten (SDC-512MSH wordt aanbevolen). Afspeelmodi Direct Print Instellingen voor Mijn camera Draadloze standaard Draadloos kanaal Beveiliging Overdrachtbereik Enkelvoudig (histogram beschikbaar), Index (9 miniaturen), Vergroot (circa 10 x (max.
Luchtvochtigheid Afmetingen Gewicht 10 – 90% 99,0 × 54,4 × 21,7 mm (exclusief uitstekende onderdelen) Ongeveer 130 g (alleen camerabehuizing) *1 Deze digitale camera ondersteunt Exif 2.2 (ook ‘Exif Print’ genoemd). Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en printers. Als u de camera aansluit op een printer die Exif Print ondersteunt, worden de beeldgegevens van de camera op het moment van opname gebruikt en geoptimaliseerd.
Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten : kaart die bij de camera is geleverd Opgenomen pixels Compressie (Hoog) 2592 × 1944 pixels (Normaal 1) 2048 × 1536 pixels (Normaal 2) 1600 × 1200 pixels (Laag) 640 × 480 pixels (Briefkaart met ingesloten datum) 1600 x 1200 pixels SCD-16M SDC-128M SDC-512MSH 5 49 190* 9 87 339 19 173 671 8 76 295 15 136 529 30 269 1041 13 121 471 24 217* 839 46 411 1590 52 460 1777 80 711 2747 127 1118 4317 24 217* 839 • Het maken van v
Grootte beeldgegevens (geschat) Compressie Aantal opgenomen pixels (2592 × 1944 pixels) 2503 kB 1395 kB 695 kB (2048 × 1536 pixels) 1602 kB 893 kB 445 kB (1600 × 1200 pixels) 1002 kB 558 kB 278 kB (640 × 480 pixels) 249 kB 150 kB 84 kB – 558 kB – (1600 × 1200 pixels) Film Aantal opgenomen pixels Aantal beelden Bestandsgrootte 1980 kB/sec. Standaard (640 × 480 pixels) My Colors (320 × 240 pixels) Hoge Opnamesnelheid (320 × 240 pixels) 1320 kB/sec.
Draadloze print adapter WA-1 Ondersteunde camera DIGITAL IXUS WIRELESS Ondersteunde printer Printer die compatibel is met Canon PictBridge* * Compacte voedingsadapter CA-DC20/CA-DC20E is vereist (uitgezonderd SELPHY CP710/CP510). SELPHY CP710/CP510 kan van stroom worden voorzien via de USB-bus. Draadloze standaard IEEE802.11b Draadloze modus Ad hoc-modus Beveiliging AES Overdrachtbereik Ongeveer 30 m (u moet er echter voor zorgen dat er zich geen objecten tussen de apparaten bevinden.
SD-geheugenkaart Aansluiting Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0 × 24,0 × 2,1 mm Gewicht Ongeveer 2 g Batterij NB-4L Type Oplaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning 3,7 V gelijkstroom Nominale capaciteit 760 mAh Omgevingstemperatuur 0-40 °C Afmetingen 35,4 × 40,3 × 5,9 mm Gewicht Ongeveer 17 g Batterijlader CB-2LV/CB-2LVE Nominaal ingangsvermogen 100-240 V wisselstroom (50/60 Hz) 10 VA (100 V) – 14 VA (240 V) (CB-2LV) 0,1 A (100 V) – 0,06 A (240 V) (CB-
INDEX A Aan/Uit-knop .................................. 17, .........................Verkorte handleiding 5 Aangepaste witbalans..................... 60 AE lock............................................ 53 AF lock............................................ 52 Afdrukken...... Verkorte handleiding 14 Afdrukken/Delen, knop ................... 17 AF-hulplicht..................................... 33 AF-kader ................................... 51, 52 Afspelen........ Verkorte handleiding 11 AiAF .............
Weergavegegevens .................. 23 Weergegeven informatie ........... 22 Lichtmeting..................................... 55 M Macro ..... 17, Verkorte handleiding 10 Map maken .................................... 71 Menu Instellen, menu .......................... 34 Keuze, menu ............................. 34 Menu (Opname) ........................ 33 Menu Draadloze communicatie . 34 Menu FUNC......................... 31, 33 Menu's en instellingen ............... 31 Menuoverzicht .....................
Afwijzing van aansprakelijkheid • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Functies beschikbaar in elke opnamemodus In de volgende tabel ziet u welke instellingen u per opnamemodus kunt gebruiken. De instellingen die u voor een opnamemodus selecteert, worden opgeslagen wanneer u de opname beëindigt. Functie Groot Normaal 1 Aantal opgenomen Normaal 2 pixels Klein Briefkaart Film Superfijn Fijn Compressie Normaal Aantal beelden Auto Auto. Rode .
Functie Pagina AF Mode AF-hulplicht Aan Uit Digitale Zoom Deelmeting LichtmeetmeGem.
Cov-Advanced_CEL.fm Page 1 Tuesday, October 25, 2005 6:36 PM NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Draadloze verbinding Uitgebreide Gebruikershandleiding CEL-SF4A280 © 2005 CANON INC. Problemen oplossen Berichten Uitgebreide Bijlagen Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.