Operation Manual

128
Voordat u de montageplaat aan de flitser bevestigt,
controleert u of de lithiumbatterij (CR123A of DL123) is
geïnstalleerd.
Voor een goede belichting van de onderwerpen moet de
flitser aan de zijkant van de camera en parallel aan de
voorkant van de camera worden bevestigd.
Ook als u een flitser hebt aangesloten, kunt u
gebruikmaken van een statief.
Batterijen
Batterijlading sterk beperkt
Als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk korter is geworden,
moet u de batterijpolen goed met een droge doek schoonvegen.
De batterijpolen kunnen zijn bevuild met vingerafdrukken.
Gebruik bij lage temperaturen (lager dan 0 °C)
Zorg dat u een extra lithiumbatterij hebt (CR123A of DL123).
U wordt aangeraden de extra batterij te verwarmen in uw
broekzak voordat u de batterij in de flitser vervangt.
Wanneer batterijen gedurende langere perioden niet worden
gebruikt
Als u de batterij in de krachtige flitser laat zitten, kan de batterij
gaan lekken, waardoor de flitser beschadigd raakt. Haal de batterij
uit de krachtige flitser en bewaar deze op een droge koele plaats.
De oplaadtijd van de flitser wordt langer naarmate de batterij
leger raakt. Zet de modusschakelaar of Aan/Uit-schakelaar op
[OFF] wanneer u de flitser niet meer gaat gebruiken.
Let erop dat u het venster van de flitser of de sensor niet met uw
vingers aanraakt zolang de flitser wordt gebruikt.
Het is mogelijk dat de flitser wordt geactiveerd als er een andere
flitser in de directe nabijheid wordt gebruikt.
De krachtige flitser wordt mogelijk niet geactiveerd bij
buitenopnamen in daglicht of wanneer er geen reflecterende
objecten zijn.
Hoewel de flitser wordt geactiveerd voor de eerste opname,
wordt deze bij het maken van continu-opnamen niet geactiveerd
voor volgende opnamen.
Draai de bevestigingsschroeven goed vast. Als u dit niet goed
doet, kunnen de camera en flitser vallen en beschadigd raken.